Van de Kamp werd in de jaren negentig lid van het CDA en werd daarna namens deze partij gemeenteraadslid en lokaal partijbestuurder. In 2017 verliet hij het CDA na meer dan twintig jaar lidmaatschap. Reden was dat toenmalig partijleider Sybrand Buma tijdens zijn H.J. Schoolezing de zogeheten joods-christelijke samenleving volgens hem gebruikte om anderen buiten te sluiten. “Daarachter gaat de gedachte schuil: de moslims, die moeten we hier niet hebben. Daar voel ik me heel ongemakkelijk bij,” zei Van de Kamp toen in Trouw.
Hij wees op de geschiedenis van uitsluiting en discriminatie van joden in Nederland en de hypocrisie van het idee van de Nederlandse maatschappij als een ‘joods-christelijke samenleving’. “Tot eind negentiende eeuw mochten we hier als joden helemaal niets,” aldus Van de Kamp. Hij hekelde ook de term ‘de gewone Nederlander’, die in dezelfde lezing door Buma gebruikt werd. Volgens de rabbijn legde Buma met dergelijke termen “zijn oor te luisteren bij uiterst rechts”. Van de Kamp maakte eerst intern bezwaar bij de fractie. Omdat hij geen enkele reactie kreeg, zegde hij toen publiekelijk zijn lidmaatschap op.
Omdat het CDA met lijsttrekker Henri Bontenbal meer naar het politieke midden beweegt, principes centraal stelt en afstand houdt van populistische sentimenten, keerde het vertrouwen in het CDA bij Van de Kamp afgelopen zomer terug. Hij werd weer lid en is nu zelfs lijstduwer. “Met het CDA met haar nieuwe verkiezingsprogramma, met die 48 mensen die boven mij op de lijst staan, stevenen wij af op misschien wel de grootste uitdagingen die onze partij in haar bestaan heeft gekend,” aldus de spraakmakende rabbijn.