Tussen mijn doop en mijn dood heb ik een korte tijd van vrijheid beleefd; de tijd van het Tweede Vaticaans Concilie. Terwijl het Concilie nog bezig was, werd echter al gewerkt aan het ineffectief maken ervan. Na het Concilie werd de grote man achter de liturgische hervormingen, A. Bugnini, belasterd; de laster werd geloofd en zijn tegenstanders legden de liturgie in nauwere kaders vast dan nodig was geweest wat het Concilie betreft. Kort geleden is de liturgie van het Concilie van Trente weer warm aanbevolen. De bisschoppen Eyk en Hurkmans hebben twee inquisiteurs aangesteld om de liturgie te ‘zuiveren’ van vele liederen van Oosterhuis en van anderen. Gaan ze ons voorbereiden op het weer gezamenlijk zingen van liederen als ‘Sint Jozef hef uw beeên’? Het belangrijkste criterium voor hun benoeming schijnt te zijn dat zij gespeend zijn van elk poëtisch gevoel. Dat liederen in een bepaalde context worden gezongen die hun mede betekenis geeft ontgaat hun evenzeer.

Hun werk en dat van vele restaurateurs, katholiek, protestant en islamitisch, gebeurt met een beroep op de traditie: de traditie moet behouden worden; ze is beter dan het heden. Traditie is voor hen leven in continuïteit met het verleden. Het verleden is echter nooit meer te restaureren. Was het verleden trouwens echt beter? Over welk verleden hebben we het? Dat van ons westen? Gelden elementen van andere culturen niet? Restauratie is een poging ‘het verleden’ te herstellen. Die poging levert een gedroomd of zelfs verzonnen beeld van het verleden op, dat de toekomst blokkeert. Niet voor niets is onder vele restaurateurs het Latijn, een dode taal, populair. Restauratie loopt altijd uit op een mislukking, want het verleden is voor goed voorbij. Een gebouw restaureren betekent tegenwoordig niet teruggaan naar de oervorm, maar het bewaren zoals het nu is met alle veranderingen in het verleden en met de mogelijkheid van een nieuwe bestemming.

Traditie is in gesprek gaan met andere manieren van beleven van het evangelie. Een ritueel, een spirituele tekst, een manier van omgaan met elkaar spreekt ons aan. We scheppen daarmee een traditie. Zij geeft ons een kader, belichaamt een routine, suggereert een route. Ze kan een plaatselijke traditie zijn. Een discussie tussen mensen die in verschillende plaatselijke tradities staan, is welkom.

Liederen zijn creatieve pogingen verschillende elementen met elkaar in verband te brengen. Ze scheppen een nieuwe traditie, een begaanbare weg door het leven. Een gesprek over hoe trefzeker ze daarbij zijn, is een goede zaak. Maar de alles beheersende norm kan niet zijn in hoeverre ze in overeenstemming zijn met de theologische visies van het verleden. De traditie wordt pas echt traditie als je er zo mee om gaat dat zij het heden verlevendigt en open maakt voor de toekomst. Ik hoop begraven te worden in de huidige levende taal van de kerk, en die is bij ons het Nederlands van Oosterhuis en van andere dichters en zangers.

lascaris

André Lascaris

Dominicaan en publicist

André Lascaris werd geboren op 29 augustus 1939. Hij deed zijn professie op 18 september 1959 en werd priester gewijd op 22 juli 1965. Hij …
Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.