Uit het onderzoek blijk dat onderwijsinstellingen vrijwel geen rekening houden met Islamitische feestdagen in hun les- en toetsroosters. Slechts enkele docenten en faculteiten, zoals bij religiewetenschappen, houden hier wel rekening mee bij het inplannen van tentamens. Als een Islamitische feestdag op een lesdag valt, dan gaan moslimstudenten meestal niet naar de les. Vooral op hogescholen en universiteiten wordt dit gezien als iemands eigen verantwoordelijkheid, tenzij er sprake is van een aanwezigheidsplicht. “Als ik met ‘eid niet naar de les ga, doen ze daar niet moeilijk over en als ik op dezelfde dag een tentamen heb, dan heb je pech,” licht een respondent toe in de Nationale Moslimstudenten Enquête.
Docenten hebben over het algemeen wel steeds meer oog voor de islambeleving van moslimstudenten, zoals tijdens de Ramadan. In les- en toetsroosters houden onderwijsinstellingen echter zelden proactief rekening met islamitische feestdagen. “Onderwijsinstellingen herkennen steeds meer de islambeleving van moslimstudenten, maar het ontbreekt nog vaak aan het erkennen hiervan,” aldus Jeroen Schilder (sociaal wetenschapper, Moslimpeil).
Volgens het CBS is zo’n 6 procent van de Nederlandse bevolking van 15 jaar of ouder moslim. Onder Nederlandse jongeren (15-23 jaar) en in de grote steden ligt het percentage moslims twee tot drie keer zo hoog. Het lijkt voor de hand te liggen dat onderwijsinstellingen inspelen op hun studenten. De Nationale Moslimstudenten Enquête onderzoekt dit.
De mate waarin onderwijsinstellingen rekening houden met moslimstudenten, staat niet in verhouding met de behoeften en beleving. Er valt nog veel winst te boeken in het bedienen en binden van moslimstudenten. “Inclusie van studenten versterkt de onderwijsprestaties. In het geval van moslimstudenten valt hier door onderwijsinstellingen vaak nog veel winst te behalen,” aldus Assamaual Saidi, voorzitter MSA Nederland.