‘Not everything that is faced can be changed but nothing can be changed until it is faced.’ ‒ James Baldwin

Eind jaren dertig van de vorige eeuw voerde het echtpaar Clark een inmiddels beroemd geworden poppentest uit met kleuters. Zij deden onderzoek naar het effect van rassensegregatie op zwarte kinderen. De test is sindsdien vele malen herhaald. In Nederland is de test herhaald in de documentaire Wit is ook een kleur (Bergman, 2016). In deze test krijgen kinderen (zwart en wit) een witte en een zwarte babypop gepresenteerd en wordt hun afwisselend gevraagd welke pop de liefste of de slimste is en welke de stoutste of domste. De uitkomst in de Verenigde Staten in de dertiger jaren verschilt niet veel van de uitslag in 2016 in Nederland.

Op 20 oktober verschijnt het boek ‘Wit is nu aan zet’ van Lida M. van den Broek, over onbedoeld, ongewild en onbewust racisme. Nieuw Wij publiceert hieronder een deel van de inleiding van het boek.

Een significante meerderheid van zowel witte als zwarte kinderen wijst de witte pop aan als lief en slim en de zwarte pop als stout en dom. Een van de zwarte kinderen zegt, als ze de zwarte pop aanwijst als degene die de meeste straf krijgt: ‘Maar ik weet niet waarom.’ Zij is ook de enige die de zwarte pop als mooiste aanwijst, ‘omdat ik vroeger ook zo was’. Het is hartverscheurend om de zwarte kinderen te zien aarzelen als hun gevraagd wordt op welke pop zij zelf het meest lijken. Maar eigenlijk is het net zo hartverscheurend hoe makkelijk de witte kinderen zichzelf kunnen identificeren met de beste, liefste, slimste en mooiste pop. De resultaten die de kinderen in de poppentest laten zien is de spiegel die zij in de samenleving voorgeleefd krijgen.

Ruim dertig jaar geleden publiceerde ik mijn eerste boek over de positie van wit met betrekking tot racisme (Van den Broek, 1987). Wat is er in die dertig jaar veranderd? De antiracismebeweging lijkt net als de vrouwenbeweging in golven te bewegen, en in de afgelopen vijf jaar is er een nieuwe golf op gang gekomen. Sterker dan in de eerste golf (jaren zeventig) is voelbaar dat een flinke groep het niet meer pikt, dat er nu eindelijk verandering moet komen, dat er lang genoeg is gewacht en gesoebat. De stevigheid en duidelijkheid waarmee mensen met een etnisch diverse achtergrond de confrontatie aangaan, wordt door veel Nederlanders ervaren als agressief en roept weerstand op. Al vijftig jaar wordt de zwartepietdiscussie aangezwengeld. Zo lobbyde M.C. (Riet) Grünbauer voor haar Witte Pietenplan (Panorama, 7 december 1968) en werd op 5 december 1970 De witte Piet uitgezonden, een tv-musical van Mies Bouhuys (DBNL, 2005). In de jaren zeventig waren er al crèches, onder andere bij Blijf-van-mijn-Lijf, die zwarte pieten voor gekleurde vervingen. Toch vinden veel Nederlanders dat veranderingen niet te snel mogen gaan, en pleiten ze voor de weg van de geleidelijkheid.

Vlam in de pan

En dan slaat in het voorjaar van 2020 de vlam in de pan. Op 25 mei wordt in Minneapolis George Floyd vermoord door een politieagent die meer dan 8 minuten zijn knie op Floyds nek drukt terwijl twee andere agenten op zijn rug zitten – Floyd ligt op zijn buik op de grond. De gebeurtenis wordt door omstanders gefilmd en gaat viraal. Protesten klinken luid. Op veel plaatsen in de wereld wordt door zowel zwart als wit gedemonstreerd tegen politiegeweld onder de leus ‘Black Lives Matter’, ook in Nederland.

Met deze tweede golf is onlosmakelijk ook de discussie over de positie van ‘wit’ weer opgevlamd. Al deze ontwikkelingen bieden genoeg aanleiding om die positie opnieuw te bepalen. Daarvoor kijk ik terug naar mijn eerste boek, naar wat daarin nog steeds van waarde is en belangrijk om opnieuw naar voren te brengen. Ook kijk ik naar welke nieuwe inzichten we in die dertig jaar hebben opgedaan en of die ons in deze nieuwe golf een stap verder helpen. Hoewel er in het algemeen inmiddels wel erkenning is dat racisme ook in Nederland bestaat, is er tegelijkertijd nog steeds veel ontkenning als het om concrete situaties gaat.

Met de brute moord op George Floyd lijkt er een verschuiving plaats te vinden. Tijdens de wereldwijde felle protesten tegen racisme en politiegeweld wordt niet alleen door zwart gedemonstreerd, ook de opkomst van wit is massaal. Premier Rutte erkende in een persconferentie dat er in Nederland sprake is van ‘systemisch racisme’, zoals hij het institutioneel racisme noemt. Hij getuigt van voortschrijdend inzicht wanneer hij erkent dat Zwarte Piet pijnlijk is voor zwarte kinderen. Hij noemt het weliswaar geen racisme, maar snapt dat dit ‘volksfeest’ langzaam zal veranderen. In praatprogramma’s zien we voor het eerst alleen zwarte gasten aan tafel. Of het een keerpunt is? De tijd zal het leren.

Martin_Luther_King_wikimedia
Beeld door: Wikimedia commons

De eerste golf ontstond in de jaren zeventig-tachtig in de nasleep van de studentenbeweging en in het verlengde van de buurtbeweging en de vrouwenbeweging. Hij werd voorafgegaan door de burgerrechtenbeweging in de Verenigde Staten en de beroemde speech van Martin Luther King in 1963. Een periode van bewustwording en emancipatie op vele fronten.

De terminologie ‘wit’ en ‘zwart’ ontstond in die periode. Surinaams/ Antilliaanse groepen die zich bezighielden met de bestrijding van racisme hebben in de jaren zeventig het initiatief genomen een gemeenschappelijke en bindende term te introduceren voor iedereen die het mikpunt is van racisme. Gekozen is voor de term ‘zwart’, omdat kleurverschillen altijd gebruikt zijn om onderdrukte groepen tegen elkaar uit te spelen. Hoe donkerder, zwarter van kleur, hoe lager je op de etnische ladder stond, en hoe lichter, hoe hoger en dichter bij de ‘blanken’. De term ‘blank’ werd gelijktijdig vervangen door ‘wit’, omdat de term ‘blank’ en ‘blanken’ naar het koloniale verleden verwijzen en superioriteit en ‘overheersing’ uitstralen, terwijl de term ‘wit’ gelijkwaardig is tegenover ‘zwart’ en dus beter past bij een beweging die zich wil losmaken van de machtsverschillen.

In het buitenparlementaire politieke debat worden deze termen nog steeds gebruikt. Ik bevind me in dit buitenparlementaire politieke debat en zal dus van de termen ‘zwart’ en ‘wit’ gebruikmaken. Toch zal ik ook de term migrant gebruiken. Een verschil met de jaren zeventig van de vorige eeuw, toen Surinamers en Antillianen als grootste groep ‘anderen’ in de Nederlandse samenleving mikpunt van racisme waren, is de groep migranten nu veel diverser. Nederland huisvest mensen met een herkomst van zo’n tweehonderd verschillende nationaliteiten. En dan hebben we het nog niet over de verschillen binnen een nationaliteit. Lang niet iedereen herkent zichzelf in de politieke term ‘zwart’. Met name moslims, en mensen uit islamitische landen zijn op dit moment veelvuldig het doelwit van racisme. Daarmee neem ik gelijk het standpunt in dat de discriminatie van moslims en mensen uit moslimlanden wat mij betreft onder racisme valt.

Omstreden typeringen

In het parlementaire politieke en maatschappelijke debat waren de laatste jaren vooral de termen allochtoon versus autochtoon in gebruik. Verschillende andere termen zijn daaraan voorafgegaan: van vreemdeling en gastarbeider naar buitenlandse arbeider naar buitenlandse werknemer naar allochtoon. Iedere term raakte besmet door stigmatisering en stereotypering. Er wordt steeds weer naar andere termen gezocht. Want kun je de derde generatie nog migranten noemen en kun je de grote groep mensen die om verschillende redenen in de 21ste eeuw naar Europa zijn gekomen, nog over één kam scheren? Maar vooral omdat iedere term opnieuw stigmatiserend en stereotyperend uitpakt. Mijns inziens valt dat niet met nieuwe termen op te lossen, daarvoor moeten de stigmatisering en stereotypering die het gevolg zijn van racisme zelf worden aangepakt. Kortom, de terminologie blijft omstreden. Ik ga daarom flexibel met alle termen om. Ik zal vaak ‘zwart’ en ‘wit’ gebruiken, maar ga het ‘allochtoon’ en ‘autochtoon’, als het in de historische context past, niet uit de weg. De term ‘zwart’ gebruik ik, zoals eerder aangegeven, als politieke term en dus niet alleen voor mensen met een donkere huidskleur, maar voor iedereen die mikpunt is van racisme. Het ‘Nederlanders of inwoners met een migratieachtergrond’ en ‘inwoners met een Nederlandse achtergrond’ (een voorstel van de Wetenschappelijke Raad voor Regeringsbeleid) vind ik lang en omslachtig. Dan vind ik ‘Nederlanders van kleur’ veel mooier en passend naast het ‘witte Nederlanders’. De term bicultureel vind ik aantrekkelijk omdat die uitdrukking geeft aan de verschillende culturen die steeds meer Nederlanders met zich meedragen. Zij beschikken over zowel de Nederlandse cultuur als over de cultuur van hun ouders. De term geeft ook ruimte aan oorspronkelijke Nederlanders om bicultureel te worden, meerdere culturen in zich te dragen, zoals we zien in de mengtaal die veel jongeren gebruiken.

Realiteit onder ogen zien

Wereldwijd is een beweging ontstaan die de aandacht opeist voor het zwarte verhaal: de Black Lives Matter-beweging, die in 2013 in de Verenigde Staten is ontstaan na de vrijspraak van een buurtwacht die een ongewapende Afro- Amerikaanse jongen doodschoot. In Amsterdam is in 2016 het Black Archive geopend en in oktober 2017 hebben zij samen met het journalistieke platform De Correspondent de maand van de vergeten geschiedenis uitgeroepen. De Correspondent publiceerde die maand ‘vergeten’ verhalen uit de Nederlandse zwarte geschiedenis.

Het is zoals James Baldwin in het citaat hierboven aangeeft: niet alles is te veranderen, maar niets zal veranderen als de confrontatie niet wordt aangegaan, als de realiteit niet onder ogen wordt gezien. Dit boek is geschreven vanuit wit en bespreekt opnieuw de situatie van racisme in Nederland en de positie van wit en de rol die wit daarin kan, of misschien beter, zou behoren te nemen. De positie van wit is niet zelden een ongemakkelijke en niet zelden confronterend. Naast inzicht wil ik dan ook een handelingsperspectief bieden. Daartoe zijn door het hele boek cases, oefeningen en praktijkanalyses opgenomen uit mijn praktijk als trainer en adviseur diversiteit, gespecialiseerd in etnische diversiteit, om mijn betoog te illustreren, te ondersteunen en de lezer de kans te geven een proces met zichzelf aan te gaan. Al die voorbeelden roepen bij de lezer mogelijk – hopelijk – eigen voorbeelden en illustraties op die naast de tekst gelegd kunnen dienen als ondersteuning van of kritiek op wat ik beweer. In alle hoofdstukken worden praktijksituaties geschetst die de theoretische beschrijvingen illustreren.

Ras

In het eerste hoofdstuk reken ik af met het begrip ‘ras’. Wetenschappelijk is er geen enkel biologisch bewijs dat er verschillende menselijke rassen bestaan. De rassentheorie is, zo luidt mijn betoog, een sociale mythe, een ideologisch gecreëerd idee, alleen nuttig voor racisten. In het tweede hoofdstuk bespreek ik de paradox die we in de Nederlandse samenleving aantreffen. Nederlanders zijn in het algemeen tegen discriminatie en racisme, en het is bij wet verboden. Tegelijkertijd komt racisme dagelijks voor. In hoofdstuk 3 t/m 6 ontrafel ik hoe we in de opvoeding en de maatschappelijke socialisatie sluipenderwijs van jongs af aan beelden meekrijgen over zowel zwart als over wit. Hoe denkbeelden uit de koloniale geschiedenis doorwerken in de moderne samenleving. Maar ook hoe de oorspronkelijke verschijningsvorm van racisme zich aan de tijd aanpast en moderniseert.

Hoofdstuk 7 bevat de kernboodschap van dit boek: verantwoordelijkheid nemen. Hoe kunnen we omgaan met de stereotiepe en racistische informatie die we over zwart en wit meekrijgen? Schuldgevoel helpt daar in ieder geval niet bij. Je bewust worden van het onbewuste helpt wel. Dat gaat niet vanzelf, daar zijn bewuste acties en inspanningen voor nodig. In hoofdstuk 8 en 9 wordt ingegaan op de dagelijkse praktijk van racisme, onder andere institutioneel racisme. In hoofdstuk 8 ga ik in dat kader in op de positie van moslims en op islamofobie. In hoofdstuk 10 en 11 beschrijf ik de maatschappelijke mechanismen die racisme moeilijk grijpbaar maken en hoe die de paradox tussen het maatschappelijke ideaal van gelijkheid en de dagelijkse praktijk van ongelijkheid in stand houden.

In de hoofdstukken 12 en 13 besteed ik specifieke aandacht aan de positie van wit en aan witheid. Aan de privileges die wit in de samenleving heeft op basis van huidskleur en de moeite die wit heeft om met etnische verschillen om te gaan. In hoofdstuk 14 wordt vervolgens ingegaan op hoe racisme niet op zichzelf staat, maar verweven zit in een systeem van meerdere vormen van maatschappelijke onderdrukking en hoe die onderling met elkaar verbonden zijn. De laatste vier hoofdstukken zijn toegespitst op handelingsperspectieven. Hoofdstuk 15 biedt handvatten om al het voorgaande in het dagelijks leven concreet handen en voeten te geven. Om in de dagelijkse praktijk antiracisme effectief vorm te geven bij onszelf, in onze relaties en in de samenleving.

Hoofdstuk 16 analyseert twee initiatieven van witte bewoners in een multiculturele wijk waarmee de bewoners een betere relatie tussen henzelf en de bewoners met een migratieachtergrond tot stand hopen te brengen. De laatste twee hoofdstukken introduceer ik de transformatieve dialoog, een instrument om ‘het ongemakkelijk gesprek’ over racisme aan te gaan. Ik beschrijf de visie en de methode in hoofdstuk 17. In hoofdstuk 18 analyseer ik een recente praktijkcasus van een transformatieve dialoog naar aanleiding van een racistisch voorval in een organisatie waarin partijen in hoge mate van mening verschillen of hier sprake is van institutioneel racisme en of het aankaarten van racisme vrije meningsuiting in de weg staat.

Wit is nu aan Zet | Lida M. van den Broek | 240 pag. | Prijs: € 19,99 | Uitvoering: genaaid gebrocheerd | Verschijningsdatum 20 oktober 2020 | ISBN 9789463724654 | Ebook, 9789048553648, €9,99 | Uitgever: WalburgPers

U kunt gratis verder lezen

Klik deze melding weg via het kruisje. Maar goede artikelen schrijven kost geld. Steun daarom onze schrijvers en word al vanaf € 5 per maand Vriend/in van Nieuw Wij.

Ik lees eerst het artikel verder.
LidavdBroek

Lida M. van den Broek

Lida M. van den Broek is organisatieantropoloog en promoveerde in 2009 op onderzoek naar etnische diversiteit op de werkvloer.
Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.