De afgelopen veertien maanden hebben verschillende islamitische organisaties diverse keren met de overheid gesproken over de volgens hen “buitensporige spionageactiviteiten en de grote vertrouwensbreuk die er is ontstaan”. In deze gesprekken is volgens de koepelorganisaties “klip-en-klaar aangegeven dat zij volledige inzage willen in de stukken”. Ook willen ze een garantie dat dit nooit meer zal gebeuren en dat er excuses volgen.
“Zodra hieraan is voldaan, ontstaat er weer ruimte om het gesprek aan te gaan en toe te werken naar een nieuwe, constructieve verhouding tussen de overheid en de gemeenschap.” Vanuit de organisaties is daartoe ook een werkplan gepresenteerd. “Een uitnodiging om nu opnieuw ‘reflectiegesprekken’ te gaan voeren komt dan ook bevreemdend over,” zo stellen de koepelorganisaties.
De koepels geven aan dat er een groot probleem bestaat. “De overheid wantrouwt de islamitische gemeenschap structureel en dit uit zich in beleid.” Naast het spionageschandaal wijzen ze ook op institutioneel racisme bij de Belastingdienst, de toeslagenaffaire, racisme en islamofobie bij het ministerie van Buitenlandse Zaken en het werken door de IND met discriminerende methodes. Ook de omstreden plannen van minister Wiersma over het informeel onderwijs, passen in dat lijstje. Onderzoeker en antropoloog Martijn de Koning legde daar onlangs de vinger op in een publicatie op NieuwWij.nl.