In de gangen was het ijzig koud. Een man met een plastic tasje schuifelde langs de boekentafel, op het tasje stond ‘God is dood, Nietzsche is dood en ik voel me ook niet zo lekker’. Woody Allen. Als dit de toon van het symposium zou zijn, over mystiek in de islam en het christendom, dan kon de dag niet meer stuk. De zaal stroomde vol met kerkgangers, althans zo kwamen zij op me over. Ik herkende de stille consensus die tussen de aanwezigen hing uit de kerk, waar ik als kind elke zondag mee naartoe genomen werd.

Achter een tafel zat een jonge moslima en een oude pater. Nora Asrami stak vol vuur van wal over een schaap dat in haar jeugd van het dak was gesprongen. Dat schaap was na zijn sprong zijn ruh kwijt, de levensvonk die in elk wezen de aanwezigheid van God is. Haar moeder legde uit dat God de tijd bepaalt voor de laatste levensadem, zoals hij alles in het leven bepaalt. Het doel van de islam is om deze levensvonk te vinden, die ergens in het diepste innerlijk gloeit. De mystici van de islam hebben sinds de tijd van de Profeet innerlijke wegen bewandeld om deze hoogste staat van spiritualiteit, want daar gaat het over, te bereiken. Ze vonden op hun weg weerstand van de schriftgeleerden, die misschien wel op hetzelfde uit waren, maar het liever bereikten via voorschriften en regels.

AGhazali2
Beeld door: Wikimedia Commons

Nora haalde Korangeleerde Al Ghazali (elfde eeuw) aan, die de innerlijke weg van de tasawwuf en de weg van de schriftgeleerden met elkaar verzoende door spiritualiteit te beschouwen als de kern van het geloof. De brug is geslagen als de beoefening van spiritualiteit betekent het met hart en verstand volgen van de islamitische leefregels. Korangeleerden Tariq Ramadan en Fethullah Gülen dragen deze boodschap in deze tijd uit, die ook weerklonk in de openingszin van Nora’s lezing, ‘Elke moslim is een beetje soefi’.

Het sleutelwoord is: volledige overgave. Onderwerping aan de Ene. Niet gelijk worden aan God , want als een soefi zegt ‘Ik ben God’, dan maakten de schriftgeleerden hem graag een kopje kleiner, maar in hem opgaan door zichzelf volledig nietig en nederig te maken. ‘Loskomen van je verhaal’, noemde Nora dit.

De poging om de mystieke leer van de islam en het christendom uit de doeken te doen op een zaterdagochtend, was de Middellandse Zee in een emmertje proberen te stoppen. Met deze inschatting van wat zij hier samen aan het doen waren, nam pater Leo Raph A. de Jong  de microfoon over van Nora. Hij hoorde echo’s in haar verhaal, de mystieke leer van de ene godsdienst weerklinkt in die van de andere. De verschillen tussen christendom en islam kunnen groot zijn aan de voet van de berg, maar hoe hoger de berg op, hoe groter de overeenkomsten. Dichtbij de top (het domein van de Leegte voorbij alle woorden) naderen de tasawwuf en de Rijnlandse mystiek van meister Eckhart elkaar op een haartje. Het wezenlijke verschil, scheen Leo toe, was gelegen in de afstand die in de islam blijft bestaan tussen schepper en schepping, de onderwerping van de mens aan zijn God.

Soefi’s proberen die afstand te overbruggen, maar (beaamde Nora) er blijft altijd een verschil tussen God en mens: God kan iets uit niets scheppen en de mens kan dat niet. God zo opgevat is niet de God van Spinoza (dacht ik bij mezelf), bij wie Natuur, God en Substantie uitwisselbare begrippen zijn. Maar het ging hier niet om de God van Spinoza. De God van meister Eckhart heeft daar wel heel veel van weg, opgevat als pan-en-theïsme: God zien in alles wat het geval is. Het werk van meister Eckhart, vertelde Leo, was de woorden te breken. Hij brak de woorden om te kunnen wijzen naar de werkelijkheid voorbij alle woorden: de leegte waarin alle begrippen verdampen. Op de vraag of je die leegte dan God moet noemen, antwoordde meister Eckhart: Liever niet!

Meister Eckhart was een poëet, omgeven door een wolk van niet-weten. Ieder mens moest zwanger moest worden van die naamloze leegte. Dan gebeurt er wat, de afgrond kijkt terug. De echo weerklinkt: ik ben het niet-weten, ik ben wie ik ben. De leegte blijkt ruimte te zijn. De Rijnlandse mystiek van meister Eckhart slaat geen paaltjes die wijzen naar de lege ruimte/de ruime leegte. Het is een ‘wegloze weg’. Het enige wat de christelijke mystagogen doen is bemoedigen: ja, zo gaat het goed, dit is jouw weg. Het soefisme is geen wegloze weg, legde Nora uit. Degene die haar bewandelt heeft een sjeich aan zijn zijde die hem geestelijke oefeningen geeft om steeds hogere spirituele niveaus te bereiken.

Het mysterie op de top van de berg, waar alle echo’s verstommen, blijft uiteindelijk bestaan  in de wolk van niet-weten waar meister Eckhart naar wijst, en in de God van de koran die zich nooit helemaal laat kennen. Het plastic tasje met Woody Allen heb ik niet meer gezien.

Annerieke Goudappel

schrijver van boeken en artikelen

Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.