Het lijkt hier om een actueel verslag te gaan. Het is echter een tekst die refereert aan de 18de eeuw en afkomstig is uit de biografie van de Nederlandse globetrotter en multicultureel optimist Jacob Haafner. Haafner signaleerde dat overwonnen volkeren in de kolonies op denigrerende wijze ten prooi vielen aan blanke macht en gewin, de VOC eerst floreerde en uiteindelijk failliet ging en het patriottisme in Europa de kop opstak. Eenmaal teruggekeerd van verre reizen bleef de Hollandse bekrompenheid hem tot aan het eind van zijn leven benauwen. Zijn grote idealen verschrompelden. Er bleven slechts een paar kleine persoonlijke overwinningen over om op zijn staat van dienst te vermelden.
In 1980 ging ik op vredesmissie naar het toen nog door president Tito bij elkaar gehouden Joegoslavië. Ik logeerde bij vrienden in Kroatië en het verbaasde me dat deze twintigers en dertigers niet gecharmeerd waren van ‘Make peace, not war’. De wekelijks verplichte avond politieke scholing had zijn werk uitstekend gedaan. Komend uit een relatief open en kabbelend Nederland, schrok ik van de nationalistische, onverdraagzame ideeën van deze jonge mensen waarmee ik feestte, zong, zwom en op trektocht ging door het prachtige land. Ik had niets te vrezen bleek: ik was blank, Nederlander en katholiek.
Een soortgelijke ervaring had ik jaren later toen ik in overwegend zwart en armoedig Soweto (Zuid-Afrika) werkte en in een blanke, rijke buitenwijk logeerde. Dagelijks bewoog ik me tussen werelden van verschil, die elkaar ondanks de formele afschaffing van de apartheid informeel nauwelijks ontmoetten. Ik kon het in stand houden van verschillen en het buitensluiten van niet gelijke opvattingen niet helemaal plaatsen. Zo zou er toch nooit harmonie ontstaan? Beide partijen vonden míj een vreemde vogel.
In jeugdige overmoed wilde ik de hele wereld vrede en harmonie brengen, te beginnen op de Balkan. In al wat meer gerijpte overmoed ging ik naar Soweto om de armoede daar te helpen oplossen. Beide idealen bleken veel te groot voor mij als individu en bovendien erg weerbarstig in de praktijk.
De tijd – en daarmee de toenemende persoonlijke ervaring – schaaft en schuurt aan idealen totdat er een acceptabel aangenomen of keihard opgelegde modus vivendi gevormd wordt. Weinig wereldverbeteraars overleven de groepsdruk van ‘doe maar gewoon’. Wanneer de heersende modus het grote doel niet meer dient, ontstaat er onrust of zelfs oproer. De meute roert zich en machtsverhoudingen kunnen in meer of mindere mate gaan verschuiven. Amerika ziet zijn wereldleiderschap tanen, nieuwe economische en politieke machten steken de kop op. Europa wordt ingehaald door de realiteit van een te utopistisch beeld van samenwerking. Nederland poldert verder, niet goed wetend hoe met al deze reuring en verandering om te gaan.
“En ik tel mijn idealen en ik raak er steeds meer kwijt. Het went, dat gevoel van spijt, verliezen tegen de tijd” zong Bram Vermeulen. Voor mij persoonlijk voelt het te kil en te leeg zonder idealen. Ik zal niet meer als een raggende Jezus tempels ontdoen van gespuis, noch té grootste dromen koesteren. Joegoslavië bestaat niet meer en de apartheid sijpelt te langzaam weg door te kleine openingen. De balans van zijn leven opmakend zou Haafner waarschijnlijk nu tot dezelfde conclusie komen als twee eeuwen geleden.
Wezenlijke veranderingen nemen de tijd, kosten veel tijd. Ik zou er onrustig of zelfs opstandig van worden. Ik beleef tegenwoordig mijn resterende en door de draai van de tijd veranderde idealen in het klein. Ik koester ze, want ik wil niet wegzakken in onverschilligheid. Het gevoel nog ‘dingen te doen te hebben’ maakt het leven zoveel leuker.
Die verdraaide idealen ook!
Interessante gedachten. De tijd verandert niet echt, blijkt als je die Haafner leest. Ik denk dat je niet meer één (groot) ideaal uit je jonge jaren kunt verwezenlijken. Daar zou je dus ook je levenlang op moeten focussen, in plaats van nu eens dit en dan weer dat te willen, en te laten vallen. “Vrede’ is een te breed begrip, vooral om in korte tijd te realiseren. Je ziet dat wij, die sinds 1945 in vrede leven, nog in de jaren ’50 huishielden in onze kolonie en nu weer vijandbeelden aan het creëeren zijn (moslims, Polen, ‘economische’ vluchtelingen). De Egyptenaar dr. Ibrahim Abouleish (www.sekem.com) wil ook vrede stichten, maar doet dat door te beginnen met het verbouwen van goede voeding… Om vrede te realiseren heb je enkele generaties tijd nodig.
Dank voor de mooie reactie Hendrik Jan. Kan ik me bij aansluiten.
‘In 1980 ging ik op vredesmissie naar het toen nog door president Tito bij elkaar gehouden Joegoslavië.’
Wie gaan op ‘vredesmissie’? Zijn dat niet alleen Goden?
Dank voor de reactie meneer of mevrouw Hpax. Gelet op uw naam bent u zelf misschien een vrede brenger?
@ ‘bent u zelf misschien een vrede brenger?
Neen, ik matig mij niet aan een God te zijn.
Vrede stichten doe je in en met jezelf. Tegelijkertijd kijk je naar jouw omgeving en je zult zien dat de omgeving ook vredig wordt. Er zijn teveel mensen die niet in staat zijn (voldoende) vrede in zichzelf te stichten, dus zal er onrust, afgunst, oorlog, armoede, criminaliteit en haat bestaan. Tegelijk met goedgeefsheid, vrede, rijkdom en liefde.
Ik ben tegelijk een vredestichter én haatzaaier, maar nu ben ik sterker als vredestichter.
Dank Jacques Vredestichter
Wie geen idealen meer heeft en nergens aan deelneemt is dood van binnen en kan er net zo goed niet zijn want die leverd geen enkele bijdrage aan de samenleving, trouwens wat is dat samenleving, die bestaat niet.
Kijk wat ik hier naar voren breng is al geen vrede, maar een aanval van wie er beter niet kan zijn, zolang er geschriften zijn en boeken en grottekeningen is er nog nooit sprake van vrede geweest de mens wil geen vrede. Dat is een ijdele hoop en zal er ook nooit komen, daarvoor is het mensdom veel te divers van geloof van opvattingen en juist om dat geloof en opvattingen moord men elkaar uit, maar blijven schrijven dat is gewoon belangrijk,
Bertus.