Deze bijeenkomst was een vervolg op de landelijke presentatie van het project W!J op 1 december vorig jaar in Den Bosch. Destijds spraken deelnemers de wens uit om in kleinschalige bijeenkomsten de praktische kant van de dialoog over religie en samenleving verder uit te diepen.
Het bijzondere van deze eerste lokale bijeenkomst was de mogelijkheid om echt stil te staan bij wat je beweegt, te ervaren wat een ander perspectief betekent en de eigen kwetsbaarheid te tonen. Er waren 33 personen met verschillende achtergronden: apostolisch, moslim, humanist, protestants en katholiek. Alle aanwezigen kwamen omdat ze zich in hun woonplaats of regio inzetten voor de interreligieuze dialoog. Zij willen het wij/zij-denken tegengaan of in ieder geval bediscussiëren. Door te kijken naar de motivatie, de specifieke vraag op het gebied van interreligieuze dialoog, het doorbreken van de vanzelfsprekendheid en ten slotte het formuleren van praktische W!Jsheid, zijn we deze avond een stap verder gekomen.
Waar komen we vandaan/wat is je motief?
Begint dialoog niet met goed luisteren naar elkaar? Verhelderend was de voorstellingsronde. De deelnemers waren bij aankomst uitgenodigd on in tweetallen al wandelend door de prachtige steegjes van Haarlem nader kennis te maken. Bij terugkomst mochten de wandelmaatjes elkaar voorstellen. Deze plotselinge perspectiefwisseling bracht mensen bij de kern van wat ze gehoord hadden en soms bracht het enige verlegenheid om wat ze niet gehoord hadden.
“Samenwerken is een bloem die zich ontvouwt”. “Samenwerken ziet er uit als de binnenkant van een radio: allemaal draadjes die met elkaar verbonden zijn en wel allemaal essentieel zijn”. Via symbolen presenteren tafelgenoten aan elkaar hoe ze de interreligieuze dialoog in praktijk zien. De ervaring is breed: participatie in raden van religie en levensbeschouwing; Al Nisa (stichting Nederlandse moslimvrouwen), eigen bedrijf op het gebied van zingeving, etc.
Duidelijk is dat er passie is om samen te werken, om de schoonheid van de andere culturen en religies te willen ervaren en dat het inspiratie geeft om met andere mensen in contact te komen. Er is een gedeelde zorg over de fragiliteit van de samenleving en een gedrevenheid om bij te dragen aan een goed leefklimaat. Het verbinden is een motivatie van iedereen. Zonder verbinding geen samenwerking!? Maar op welke aspecten kan en wil je je verbinden? Wanneer zijn we een gemeenschap, hoe geef je een gemeenschap vorm en met wie? Hoe verspreid je inspiratie?
Een moment van stilte geeft iedereen de gelegenheid om na te denken over: Welke vraag heb je specifiek op het gebied van interreligieuze samenwerking? Waar loop je tegen aan, wat wil je weten?
Waar staan we nu?
In een nieuwe tafelschikking rondom vier thema’s worden deze vragen op tafel gelegd. Het raakt de mensen om te horen van de ander en werkelijk te verwoorden wat je zelf motiveert om verder te gaan. Een aantal zaken komen naar voren:
Verbinding begint bij erkenning
Aan tafel ontstaan gesprekken die switchen tussen de praktijk en theorie. “Hoe spreek je respectvol met elkaar over de verschillen? Betekent respectvol niet telkens opnieuw kijken en luisteren? Waar ligt de grens bij jezelf; wanneer accepteer je iets niet meer van anderen?”. Het is niet altijd makkelijk om jezelf tijdens deze discussie kwetsbaar op te stellen. Kun je elkaar letterlijk in de ogen blijven kijken, terwijl de één uitspreekt zich veilig te voelen met een hoofddoek en de ander verhaalt over het bewust afleggen van de specifieke onderscheidende kleren van een priester? Eens te meer blijkt hoe je eigen geschiedenis bepalend is voor je blik op uiterlijke en innerlijke zaken. Dat kan je niet zomaar opgeven. Maar het benoemen in het bijzijn van de ander is wel al een grote stap.
Het is belangrijk dat je erkent dat mensen verschillend zijn. Dit erkennen van het anders zijn is niet eenvoudig. Dat betekent dat jezelf ook anders bent. Het zoeken van je eigen identiteit hoort daar bij. Is het erg dat er verschillen zijn? In dat verband noemde men het opmerkelijk dat de verschillen tussen religie zo gauw als obstakel gezien worden. Terwijl verschillen op de werkvloer en bijvoorbeeld verschillende persoonstypes worden gepromoot als elkaar aanvullend, een verrijking! Zo zou je interreligieuze samenwerking ook kunnen benaderen, zeker als het gaat om het oppakken van maatschappelijke vraagstukken.
Duidelijk was in ieder geval dat het gesprek over verschillen zich alleen kan verdiepen als mensen zich veilig voelen, als er een dialoog ontstaat en geen discussie. Praktische W!Jsheid is weten hoe je daarvoor de gelegenheid kunt creëren en gebruik maken van de ervaringen van anderen.
Verschillende niveau’s van samenwerking
Er zijn verschillende vormen van samenwerken vanuit verschillende motieven. Op lokaal niveau zijn er platforms voor afstemming en advisering naar de gemeente. Er worden maatschappelijke thema’s opgepakt in diaconale projecten. Er zijn uitwisselingsactiviteiten gericht op het beter leren kennen van elkaars levensovertuiging. Maar: “Er wordt genoeg gepraat en wat schiet je daar mee op? Samen wérken, daar gaat het om. Kleine diensten zijn belangrijker dan grote gesprekken”. De ervaring leert dat juist als mensen elkaar kennen, er op momenten dat het echt nodig is, samen kan worden opgetreden. Denk bijvoorbeeld aan 9/11 of de Gaza-oorlog. Praten én in de praktijk samenwerken horen bij elkaar en ondersteunen juist elkaar, is de conclusie.
Belangen bij samenwerking
Met enige onwennigheid worden de woorden belang en dialoog genoemd. Bij de samenwerking tussen een moskee en kerk bleek na twee jaar, bleek dat de moskee de dialoog begonnen was omdat dit een voorwaarde was van de gemeente om in aanmerking te komen voor subsidie. Als dat van het begin af aan duidelijk was geweest, dan was de samenwerking anders vormgegeven.
In een laatste gespreksronde gaan de deelnemers daarom letterlijk op de stoel van de buurman zitten. Verplaats je in de belangen van de ander en kijk naar je eigen benadering van die ander, is de opdracht. Dat is verhelderend! Het lijkt wel of de motieven bij samenwerking niet genoemd mogen worden, terwijl het zo essentieel is om elkaar te kunnen vinden. Waarom wil je samenwerken: praktische redenen, subsidie-vereisten of theologische motieven? Door belangen te kennen, kan een win-win-situatie gecreëerd en frustratie voorkomen worden.
Waar gaan we naar toe?
Deze Praktische W!Jsheid-bijeenkomst heeft organisaties met elkaar verbonden en mensen enorm gemotiveerd om door te gaan, te benoemen waar het hen om gaat bij interreligieuze dialoog en om te kiezen welk facet van de dialoog je aangaat. Duidelijk was de enorme vraag naar hoe je dialoog in de praktijk kan vormgeven.
Deze avond was daarvan zelf het voorbeeld: de werkvormen boden de gelegenheid om net op een andere manier met elkaar in gesprek te gaan en dat geeft openheid en is bemoedigend. Door ontmoetingen als deze weten mensen en organisaties van elkaars bestaan, activiteiten en plannen en kunnen ze zich zo blijvend verbinden.
Duidelijk was de enorme vraag naar hoe je dialoog in de praktijk kan vorm geven. Welke praktische W!Jsheid kunnen W!J daarvan oppikken?
1. Het gaat om dialoog en niet om discussie: zoek naar manieren/werkvormen om elkaar echt te horen, creëeer veiligheid en openheid om verschillen te zien en verschillend te zijn
2. Benoem het belang dat je hebt bij dialoog: durf bij jezelf of je organisatie eerlijk te benoemen waarom je wilt samenwerken en formuleer dat zo snel mogelijk in gesprek met de ander. Bedenk hoe je dat kan doen en wie er bij nodig is om dit proces te ondersteunen.
3. Erken de verschillen en gebruik ze op een positieve manier: gun jezelf de tijd om je eigenschappen en eigenheid te kennen. Door te erkennen wie jezelf bent kan je ook beter de ander zien en de verschillen en overeenkomsten zien.
4. Religie hoeft geen los onderwerp te zijn. Het kan gecombineerd worden met andere (praktische) zaken. Religie is verweven met veel andere zaken. Het gaat niet om een keuze religie of iets anders, het gaat om een gemeenschappelijk belang in samenwerken waar religie een onderdeel van kan zijn.
5. Organiseer iets waar de ander bij wil horen. Dus: wat zijn de belangen van de ander? Ga op de stoel van de ander zitten en bedenk waarom hij/zij met jou mee zou doen.
6. Haak aan bij bestaande initiatieven: er wordt erg veel georganiseerd. Inventariseer wat er gebeurt en kijk op welke punten je kan aansluiten.
7. Samenwerken vraagt geduld.
Het volgende Praktische W!Jsheid Diner is op 27 mei a.s. in Rotterdam. Voor een overzicht van gemaakte foto’s van de eerste bijeenkomst: klik hier.
Dat het initiatief voortgang moet krijgen is duidelijk. We hebben binnen het Apostolisch genootschap in Alkmaar een werkgroep externe communicatie opgericht die zich richt op: Van buiten naar binnen en van binnen naar buiten. Om open te staan voor de gedachten van anderen, maar ook onszelf open te stellen. We hebben kinderen van een asielcentrum uitgenodigd om een dag uit van kinderen van het genootschap mee te beleven. En met een schoenendoosproject hebben we die kinderen ook voorzien van speelgoed en andere benodigdheden.
Praktische W!Jsheid begint voor mij niet bij de religie, maar bij de mens die ik tegenkom in al zijn verscheidenheid, waar religie een onderdeel van is. Door die mens te willen leren kennen, kom je ook bij religieuze aspecten en daar leer ik van.