Jeremia was de lievelingsprofeet van mijn vader. Hij grapte daar ook over. Hij noemde Jeremia “een huilbaby, net als ik” wat in de familie tot hilarische grapjes leidde. Toen ik zat te worstelen met het schrijven van deze preek, moest ik uiteindelijk toegeven dat ik mijn vaders stem hoorde. En als u zijn stem vandaag ook hoort, is dat natuurlijk prima.
De Bijbelse poëzie over de roeping van Jeremia raakt aan onze verbeelding. Ja, het is een speciaal woord, gesproken tot een speciaal mens, op een speciaal tijdstip in de geschiedenis, en op een speciale plek. In dit geval een oproep tot profetische dienstbaarheid gesproken tot de zoon uit een priesterfamilie iets ten noorden van Jeruzalem.
De roeping van Jeremia is om Gods woord te verkondigen tegenover het Huis van David. Zoals theoloog Walter Brueggemann het noemt: Gods woord tegenover het praalzuchtige en genotzuchtige pad van de economisch-militaire macht die Salomo was ingeslagen. De roeping van Jeremia leidt ertoe dat hij zich uitspreekt tegen het kwaad en de hebzucht van koningen en bestuurders. Hij moest een boodschap vertellen aan mensen van wie hij hield en aan wie hij liever woorden van troost sprak. In de roeping van de profeet Jeremia horen we de theatrale God met een donderende stem. Zo luisteren wij op een afstand, zowel qua plaats als tijd, naar het woord gesproken tot Jeremia. We horen de oude verhalen van zijn profetie en de gevolgen van zijn daden en de passiviteit van hen tot wie hij gezonden was. Wij lezen deze poëzie en zetten schouderophalend het boek op de plank om tenslotte te concluderen: “Mooi. En fijn dat het niet tegen mij was gericht!”
Toen ik jong was had ik een kinderboek over heiligenlevens. Ik denk dat verhalen over deze heiligen bedoeld waren om ons aan te moedigen een goed en heilig leven te leiden. Natuurlijk vloekten die heiligen nooit als ze hun teen stootten, hadden zij nooit de bokkenpruik op of een ‘bad hairday’ vlak voor een belangrijke afspraak. De redacteur van het boek was er doorheen gegaan om elk menselijk falen weg te strepen, en ook ieder moment van twijfel, iedere verkeerde draai of onrechtmatige daad. Deze verhalen leidden ertoe dat ik mijn armen in de lucht gooide in plaats van dat zij me aanmoedigden tot een deugdzaam leven. Ik zal nooit zo perfect kunnen zijn, dus waarom zou ik het proberen? Het lijkt op het schouderophalen als wij in het verhaal Jeremia ontmoeten. ‘Ik ben toch niet moedig. Het is onwaarschijnlijk dat God juist mij op weg zou sturen om de wereld te veranderen. Ik heb geen roeping. God en de wereld hebben mij echt niet nodig…’
We hebben namelijk die donderende stem niet gehoord. We ervaren vaak geen roeping om de samenleving te moeten veranderen. Maar toch. Er wordt ons een woord toegefluisterd: “Voor IK jou in de moederschoot vormde, had IK je uitgekozen. En voor je de moederschoot verliet, had IK jou al aan Mij gewijd.”
Wat zou het voor ons leven betekenen, als wij luisterden naar dát woord en hoorden dat het gericht was tot elk van ons en aan ons allen samen?
In de kerk wordt een roeping vaak gezien als je geroepen voelen om een professionele rol te spelen in de kerk. Om priester, diaken, non of monnik te worden. En een wijding wordt verstaan als het heilig maken van dingen, waar ook een zekere mist omheen hangt. Maar roeping wordt niet beperkt tot religieus leven. Je roeping hoeft niet door de kerk of een religieuze autoriteit erkend te zijn. Sterker nog: je roeping kan je zelfs opzetten tegen de kerk of een religieuze autoriteit… Het woord ‘heilig’ betekent dat je anders durft te zijn. Meestal ten behoeve van een speciaal doel. En als de taal van God je uitdaagt, denk dan aan je persoonlijke roeping en gebruik dan de definitie die een docent mij ooit meegaf: heb oog voor waar jouw eigen vreugde tegemoet komt aan de noden van de wereld.
“Voor IK jou in de moederschoot vormde, had IK je uitgekozen. En voor je de moederschoot verliet, had IK jou al aan Mij gewijd.”
Als christen, als iemand van het Boek, kan ik de mens niet zien als een toevallige opeenhoping van cellen. En ik hoor de woorden die ooit tot Jeremia zijn gesproken, als een oproep die juist gericht is tot elk van ons. God schiep elk van ons met ons in gedachten. God is royaal, overdadig zelfs, maar God verspilt niet. Er bestaat geen wegwerp-schepsel in de ogen van God. Ieder van ons is met opzet geschapen, met een bepaald doel. Ieder van ons is een wezenlijk deel van Gods scheppende visioen.
Onze vreugde bevindt zich in het centrum van dat scheppende visioen. Niet ons geluk, dat bungelt aan draden die makkelijk doorgesneden kunnen worden door pech of verdriet, maar onze vreugde is het centrum. De vreugde die ontspringt aan de wetenschap dat wij zijn geschapen uit liefde en tot liefde. Ja, de plaats waar onze vreugde tegemoet komt aan de noden van de wereld kan bestaan bij een formele rol in de kerk. Maar de kerk is beslist niet de enige plaats waartoe een mens is geroepen. En de plaats van jouw roeping hoeft niet de plaats van je werk te zijn.
We kennen waarschijnlijk allemaal mensen die zich geroepen weten. Dat kunnen dokters zijn of dansers. Leraren, reisleiders, acteurs, activisten, schilders of pianisten. Dat kunnen bouwvakkers zijn of denkers. Zij kunnen mensen zijn zonder een formele baan, die van cruciale betekenis zijn voor andere mensen om de moed niet op te geven…
Voor IK jou vormde in de moederschoot, had IK je uitgekozen…
En versta deze oude woorden niet als een privilege of als een voedingsbodem voor zelfgenoegzaamheid. Het zijn woorden die ons uitdagen.
Voor IK jou vormde in de moederschoot, had IK je uitverkozen…
Wat als we naar elkaar kijken en in elkaar de bedoeling kunnen zien in Gods ogen? Wat zouden wij durven zeggen over wat we kunnen, en ook over ons onvermogen? Zouden wij echt onbevangen kunnen kijken naar de wilde en wonderlijke verscheidenheid aan mensen die we zo graag willen rangschikken? Rangschikken naar ras, leeftijd, geslacht, gezondheid, seksuele geaardheid of rijkdom? Alsof we daarmee zouden kunnen wegen wat van waarde is. Maar ieder mens is een meesterstuk van Gods visioen, als onderdeel van een schepping van oneindige waarde met een speciale bedoeling. Voor IK jou vormde in de moederschoot, had IK je uitverkoren…