In veel psychosen spelen religieuze symbolen een belangrijke rol en ze worden dan ook herhaaldelijk in verband gebracht met visioenen. De profeet Ezechiël zag ‘een stormwind, komend uit het noorden, een grote gloeiende wolkenmassa, een vuur van bliksemflitsen. Daar middenin’, schrijft hij, ‘zag ik iets dat glansde als wit goud.’ Een mystica als Teresa van Ávila waande zich in de hel, Johannes van het Kruis zag een licht waarbij ‘het verstand er niet in slaagt de passende vorm te vinden.’

Religieuze taal probeert een vorm te vinden voor wat onzegbaar is. Zo kunnen bijbelse verhalen voor mensen die psychotisch zijn geweest, een anker worden om hun geestelijk evenwicht te bewaren. Op grond van hun psychische ontregelingen gingen Michael Elias en Berry Vorstenbosch zich beiden – in weerwil van de tijdgeest – oriënteren op tradities en rituelen van hun christelijke achtergrond. De boeken die ze daarover recent publiceerden, zijn uitgangspunt voor het gesprek op zaterdag 15 mei.

De toegang tot de gespreksmiddag is gratis, maar bezoekers wordt verzocht zich met een e-mail aan te melden: [email protected].

Over Michael Elias en Berry Vorstenbosch

Michael Elias is taalkundige en verbleef van 1979-83 wegens psychosen in een inrichting. Zijn ervaringen verwerkte hij veertig jaar later in de roman Hanesteen (2020).

Berry Vorstenbosch publiceerde eerder dit jaar De overtocht: filosofische blik op een psychose, waarin hij aan de hand van moderne denkers de rol van religie in zijn psychische wervelingen onderzoekt. Lees ook dit interview met hem.