Mediamakers zijn dol op persoonlijke ervaringen. Het is een veelgebruikte manier om een maatschappelijk probleem te verduidelijken. Een onderwerp ‘een gezicht geven’ heet dat. En daarin zit ook een belangrijke waarde. Dat bewijst de veelvuldige media-aandacht voor ervaringen met discriminatie bij de politie van de afgelopen tijd. De talloze ervaringen met seksisme, racisme en homofobie die politiemensen hebben gedeeld, laten zien hoe diep discriminatie in de structuur van de politieorganisatie is geworteld. En ervaringen kunnen steun geven, omdat mensen zich erin herkennen. Toch schuilen er ook gevaren in de grote (media)focus op ervaringen met discriminatie:

1. Een ervaring is altijd individueel. Wanneer je er ‘slechts’ één beschrijft, hoe indringend ook, blijft het risico bestaan dat mensen alleen de ervaring zien en niet het mechanisme of de structuur die eraan ten grondslag ligt. Dit is vooral vaak het geval bij racisme en seksisme. Zelfs bij een beweging als #metoo ligt de focus vaak vooral op de individuele ervaring. Of op de individuele (beroemde) dader. Dat zijn nou eenmaal de ‘goede verhalen’. Het brede maatschappelijke probleem van grensoverschrijdend seksueel gedrag door mannen verdwijnt naar de achtergrond. Dit is dé reden waarom Annebregt Dijkman en ik in ons boek ‘Heb je een boze moslim voor mij?’ ervaringen van ruim vijftig (biculturele) journalisten hebben beschreven. Door een veelheid aan vergelijkbare ervaringen aan elkaar te verbinden hebben we geprobeerd het structurele karakter van het gebrek aan diversiteit op actualiteitenredacties naar voren te halen.

Mediamakers hebben de macht om te bepalen welke ervaring de ruimte krijgt en in welke vorm. Wij wennen als publiek aan de soort ervaringen die aandacht krijgen.

2. Mediamakers hebben de macht om te bepalen welke ervaring de ruimte krijgt en in welke vorm. Wij wennen als publiek aan de soort ervaringen die aandacht krijgen. Die zien en horen we immers de hele dag door. En nieuws werkt nu eenmaal zo: hoe heftiger hoe beter, hoe opvallender hoe beter. Mediamakers, maar ook het publiek kennen op basis daarvan waarde toe aan een ervaring. Dat zorgt ervoor dat minder in het oog springende, maar juist veel voorkomende vormen van discriminatie niet ‘spannend’ genoeg worden gevonden. Pijnlijk bijeffect is dat dit mechanisme soms zelfs uitmondt in een ‘wedstrijd’ tussen mensen die zelf een vorm van discriminatie ervaren.

3. Het toekennen van waarde aan ervaringen gaat vaak ook gepaard met het toekennen van waarde aan de persoon die de ervaring deelt in combinatie met het referentiekader van mediamaker die de ervaring optekent. Dit zorgt ervoor dat vele vormen van bijvoorbeeld racisme of seksisme onderbelicht blijven, omdat ze niet worden geuit door personen die in het plaatje passen van de mediamaker. Ook hiervoor geldt weer: de aandacht gaat vooral naar personen van wie mediamakers direct aannemen dat ze discriminatie ervaren. En natuurlijk, alle aandacht voor racisme of seksisme is belangrijk, maar hierdoor wordt gemist hoe vaak discriminatie voorkomt en hoe diepgeworteld het is.

4. De mediamakers die ervaringen met discriminatie willen optekenen, hebben hier zelf niet altijd ervaring mee of empathie voor. Je kan dan als geïnterviewde in de positie terechtkomen dat je de journalist moet overtuigen van de narigheid van jouw ervaring. Het behoeft geen uitleg hoe pijnlijk dat is.

De focus op ervaringen is zo sterk geworden in de aandacht voor racisme en seksisme dat het paradoxaal genoeg soms juist extra bijdraagt aan racisme en seksisme.

5. De focus op ervaringen is zo sterk geworden in de aandacht voor racisme en seksisme dat het paradoxaal genoeg soms juist extra bijdraagt aan racisme en seksisme. Zo worden biculturele en/of vrouwelijke deskundigen die gespecialiseerd zijn in racisme/seksisme regelmatig naar hun eigen ervaringen hiermee gevraagd. Cultureel antropoloog Sinan Çankaya beschrijft dat treffend is ons boek:

“Het gebeurt steeds vaker dat ik gevraagd word vanwege mijn expertise op het gebied van etnisch profileren, maar dan willen ze dat ik in het verhaal ook iets vertel over mijn eigen ervaring. Ik begrijp dat dit soort verhalen goed werken, maar stel je voor dat ze een witte onderzoeker over etnisch profileren zouden uitnodigen. Zo iemand ga je toch ook niet vragen naar eigen ervaringen met etnisch profileren?”

Het is een ongelijkwaardige manier van het benaderen van deskundigen. Of je vraagt enkel naar de expertise. Of je vraagt naar persoonlijke ervaringen van alle deskundigen. Want ook het gegeven dat iemand geen discriminatie meemaakt is exemplarisch.

6. De focus van mediamakers op ervaringen heeft dus vaak als doel een maatschappelijk probleem ‘een gezicht te geven’. Maar het is ook een stijlelement. Een manier om een aantrekkelijk verhaal te vertellen, want zo bereik je een groter publiek. Dat maakt ervaringen met discriminatie tot handelswaar. Hoe unieker hoe beter, hoe heftiger hoe beter.

Het gevolg hiervan is dat er veel minder media-aandacht is voor de structuren waarin discriminatie geworteld is en de mechanismen die erachter schuilen. Dat is misschien minder goed verkopend handelswaar, maar veel belangrijker voor onze democratische samenleving.

Zoë-4-kopie-mini

Zoë Papaikonomou

Schrijfster, onderzoeksjournaliste en docente

Zoë Papaikonomou is schrijfster, onderzoeksjournaliste en mediadocente. Haar werk is gericht op diversiteit, inclusie en …
Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.