In Riga, de hoofdstad van Letland, vond van 28 december tot en met 1 januari de Europese ontmoeting van Taizé plaats. Tijdens deze ontmoeting kwamen 11.000 jongvolwassenen bij elkaar om samen met de plaatselijke bevolking te eten, te bidden en te praten. Het werd een bijzondere ontmoeting waar West-Europanen en Oost-Europanen elkaar beter leerden kennen, waar vriendschappen werden gesloten tussen mensen die elkaar nog nooit eerder gezien hadden en waar we samen een teken van hoop vormden in deze onrustige wereld. Ik was erbij.
Door: Tanja van Hummel
Taizé is een klein dorpje in Frankrijk. Dit dorpje is bekend doordat hier de gemeenschap van Taizé is gevestigd. Dit is een internationale oecumenische kloostergemeenschap en zij trekt jaarlijks duizenden jongeren van over de hele wereld. Een keer per jaar verruilt de gemeenschap Taizé voor een grote stad in Europa. In die stad vindt dan een etappe plaats van de Pelgrimage van Vertrouwen.
Mijn ervaring is dat je bij zo’n ontmoeting altijd uitgedaagd wordt te leven in vertrouwen. Tijdens het half jaar dat ik in Taizé woonde en werkte, was een gevleugelde uitspraak: “We will see” en leerde ik erop te vertrouwen dat alles uiteindelijk wel goed komt. Tijdens deze ontmoeting was er genoeg om me druk over te maken, zoals de geannuleerde vlucht naar Riga, de enorme vertraging en de vraag waar te slapen. Me daar druk over maken, heeft echter geen zin. De vliegtuigmaatschappij zorgde voor een vervangende vlucht, Taizé verwelkomde ons nog steeds met open armen en om half 11 ’s avonds vond ik nog een plek om te slapen.
Toch zal ik niet zeggen dat het makkelijk is om zo te vertrouwen. Terugkijkend op mijn ontmoeting met mijn gastvrouw slaat de schrik me toch om het hart. Het volgende gebeurde: onze groep van 19 Nederlanders werd in de gastkerk van Sigulda, een plaatsje buiten Riga, verdeeld over verschillende gastgezinnen. Er was één oude gastvrouw die heel graag onderdak aan ons wilde bieden, maar zij wilde slechts één vrouw herbergen. Wie van ons durfde het aan om daar naar toe te gaan?
Ik bood mezelf aan, omdat ik al veel ervaring heb met Europese Ontmoetingen en Taizé, maar echt te trappelen stond ik niet. Vooral niet, omdat ze in de gastkerk zeiden dat ik wel wat woorden Russisch, Lets of Pools zou moeten leren, talen die ik echt niet spreek.
Maar goed, wie A zegt, moet ook B zeggen en dus stapte ik bij een man in de auto die me naar de flat van mijn gastvrouw toebracht. Een flat buiten Sigulda. Daar aangekomen wees de man mij het flatgebouw, zei dat ik op de tweede verdieping moest zijn, en reed weg. Daar stond ik dan met mijn bagage. Twijfelend liep ik naar de tweede verdieping en daar zag ik geen huisnummers meer.
Ik klopte aan op verschillende deuren en achter een van de deuren hoorde ik gestommel. Een deur ging open en in de opening stond een kleine, oude vrouw die mij met mijn backpack direct herkende als haar Taizé-gast. Wat ze zei? Ik zou ik niet weten, maar aan haar lichaamstaal las ik af dat ik binnen mocht komen. Gelijk dirigeerde ze me naar de logeerkamer waar ik mijn spullen neerzette en daarna trok ze me mee naar haar keukentje.
En daar zat ik dan om elf uur ’s avonds. In een klein keukentje in een Letse flat tegenover een vrouw waarmee ik slechts een paar woorden Duits kon wisselen en waar ik uit beleefdheid een boterham met zalmsnippers en ui naar binnen werkte.

Dit was voor mij de eerste grote daad van vertrouwen, mij overgeven aan wat ik in deze flat zou aantreffen. Maar omgekeerd was het voor mijn gastvrouw, en voor alle gastgezinnen tijdens deze ontmoeting, een daad van vertrouwen om ons, pelgrims, op te vangen. Tijdens de voorbereiding was nooit één van de broeders van Taizé uitgenodigd bij de mensen thuis. Door het communistische verleden van Letland houden de Letten hun huis gesloten, maar voor deze ontmoeting zetten ze hun huizen massaal open. Elke deelnemer vond onderdak in een gastgezin. En dat is bijzonder, want hoewel het mijn vierde Europese Ontmoeting was, was het mijn tweede keer dat ik in een gastgezin verbleef.
Hoewel mijn gastvrouw en ik moeilijk met elkaar konden communiceren, zijn we met handen en voeten en de vertaalhulp van de bovenbuurvrouw toch het nodige over elkaar te weet gekomen. Ik bouwde een warme band met haar op. Zij behandelde me als haar eigen dochter en zorgde ervoor dat ik warm en met voldoende eten de deur uit ging.
Een ander level van vertrouwen ervaar ik in het contact met de andere deelnemers. In het huis naast mijn logeeradres verbleef een Oekraïense jongen die elke avond en ochtend met mij naar de gastkerk werd gereden. In de auto kletsen we over van alles en nog wat en al gauw begon ik hem naar anderen aan te duiden als ‘mijn Oekraïense buurjongen’. Ik gebruikte al een tijdje deze woorden toen ik me opeens realiseerde wat een verbondenheid deze uitdrukking oproept.
Ook interessant is in dit verband mijn contact met een groepje uit Estland. Na een workshop sloot ik me bij hen aan voor het avondeten. Tijdens het avondeten raakte ik in een intens gesprek met een van hen. We hadden het over moslimterrorisme, de polarisering in de wereld en de angst die dit met zich meebrengt. In eerste instantie schrok ik toen mijn gesprekspartner vertelde dat alle angst en slechte daden in de wereld nieuw geweld oproepen en als het zo ver komt, hij bereidt is te vechten. Zelf wil ik niet mee gaan in die cirkel van geweld, in die cirkel van haat en vergelding. Maar hoe kan ik anderen zo ver krijgen om uit deze cirkel te stappen en het pad van vergeving en verzoening te kiezen? Ik hield een vurig pleidooi waarin ik uitlegde hoe polarisatie werkt en wat de Vredes- en Verzoeningscommissie in Zuid-Afrika voor elkaar weet te krijgen. Was dit pleidooi overtuigend? Dat zal de tijd uit moeten wijzen, maar wat mij hoopvol stemt is dat wij goed naar elkaar hebben geluisterd en hij de moeite zal nemen om te kijken naar het werk van de Vredes- en Verzoeningscommissie in Zuid-Afrika.
Tot slot is er het mondiale level van vertrouwen. Dit niveau werd elke middag en avond geadresseerd door broeder Aloïs, de prior van de gemeenschap van Taizé. In zijn overwegingen spreekt hij uit hoe de gastvrijheid van de Letten een symbool van hoop is in een wereld waarin mensen steeds meer het echte contact met elkaar verliezen. Onze dankbaarheid voor deze gastvrijheid laat zien dat wij geloven in de verbinding tussen mensen ook als we verschillen in geloof, leeftijd, nationaliteit en etniciteit. Wij zijn deze verbinding aangegaan. En deze ontmoeting als geheel toont dat in ons het verlangen leeft voor een vreedzame wereld waarin intermenselijke relaties centraal staan.
De Europese ontmoeting 2016 in Riga laat zien dat Oost-Europa en West-Europa dichter bij elkaar liggen dan altijd wordt gedacht, dat we meer gemeenschappelijk hebben dan dat we van elkaar verschillen en dat we allemaal liever hopen dan angstig zijn. Juist deze ontmoeting, waarbij we vriendschappen hebben gesloten, dringt de angst terug.
Tanja van Hummel is filosoof en redacteur van Nieuwwij.nl