We werden immigratiesamenlevingen
In 2014 herdachten de Belgen ’50 jaar migratie’: het was een halve eeuw geleden dat de Belgische regering migratie-akkoorden afsloot met de regeringen van Marokko en Turkije. Die akkoorden waren een belangrijke stap in de na-oorlogse migratie, die begon bij de wederopbouw na WO2 om de tekorten op onze arbeidsmarkt op te vangen. Maar het waren de jaren ’90 die een kantelpunt vormden naar de huidige superdiversiteit. Door de val van de muur, de globalisering en militaire conflicten (Joegoslavië, eerste Golfoorlog) steeg de immigratie opnieuw sterk: uit Oost-Europa door uitbreiding van de EU en uit conflictgebieden door vluchtelingen. België en Nederland werden de voorbije halve eeuw, net zoals al onze buurlanden, immigratiesamenlevingen. Het resultaat is een veel diversere en complexere samenleving. De diversiteit vandaag verschilt fundamenteel met die van de jaren ’70.
De transitie naar superdiversiteit
Om deze veranderende realiteit te beschrijven schieten onze begrippen uit de 20ste eeuw tekort. Steven Vertovec gebruikte in 2007 voor het eerst het begrip superdiversiteit om de veranderende migratiepatronen en hun impact op de (Britse) samenleving te beschrijven. Sindsdien wordt de notie steeds meer gebruikt. Met dit nieuwe paradigma ligt de focus op twee cruciale veranderingen. Het vertrekpunt is de een kwantitatieve transitie, met de sterke toename van het aantal mensen met een migratieachtergrond de voorbije decennia. Daarnaast speelt een kwalitatieve transitie: de superdiversiteit van de 21ste eeuw verschilt van de migratie uit de 20ste eeuw door een fundamentele verandering van de migratiepatronen en de impact daarvan op onze samenleving. Diversiteit in de diversiteit is de nieuwe realiteit.
De kwantitieve transitie wordt zichtbaar als we kijken naar de woonplaats van mensen van vreemde origine. Iedere gemeente kent vandaag diversiteit en ze neemt overal toe. De voorbije laatste 30 jaar is migratie in de eerste plaats een migratie naar de grote steden geworden. Het zijn steden van aankomst geworden. In steeds meer Europese steden maken inwoners met een migratie-achtergrond stilaan de meerderheid van de stadsbewoners uit. Wereldsteden als New York, Sao Paolo, Toronto of Sydney zijn al langer ‘majority-minority cities’: steden waar de meerderheid van de bewoners wortels heeft in migratie, of anders gezegd: steden waar de meerderheid van de bewoners uit een brede waaier van minderheden bestaat.
Dat begint zich nu ook in België en Nederland te manifesteren. In Brussel, Rotterdam en Amsterdam maken stadsbewoners van allochtone afkomst vandaag al meer dan de helft van alle inwoners uit. In vele steden elders in Europa, zoals Birmingham, Malmö, Marseille of Stuttgart, zullen de volgende jaren bewoners met wortels in migratie de meerderheid van de bevolking gaan uitmaken. Ook Antwerpen – waar vandaag ruim 44% van de inwoners wortels heeft in migratie – past in dit rijtje en zal voor het einde van dit decennium de overgang maken naar een stad waar de meerderheid uit minderheden bestaat.
Groeiende diversiteit in de diversiteit
Naast de cijfermatige toename van de etnisch-culturele diversiteit is hét tweede basiskenmerk van superdiversiteit de groeiende diversiteit binnen de diversiteit. Niet alleen in onze steden, maar in alle gemeenten kennen we vandaag een veelheid aan landen van herkomst, talen, culturen, religies, statuten en sociale posities. Dat zorgt zowel voor diversiteit tussen groepen en gemeenschappen als binnen deze groepen en gemeenschappen. De complexiteit en interacties tussen al deze factoren is de kern van superdiversiteit.
Aan de basis van superdiversiteit ligt immers een cruciale verandering van het basispatroon van migratie: van ‘mensen uit een beperkt aantal landen van herkomst naar een klein aantal gastlanden’ naar ‘mensen uit een groot aantal landen van herkomst naar een groot aantal gastlanden’. Het resultaat is een groeiende pluriformiteit in de achtergronden van migranten, op etnisch, taalkundig, juridisch cultureel, religieus of economisch vlak. De vraag wie vandaag de migranten zijn, wordt steeds complexer. De diversiteit in de diversiteit werkt immers door op tal van domeinen en doorheen generaties.
Er is de toename van het aantal nationaliteiten. Steden als Antwerpen, Brussel of Amsterdam tellen ruim 170 verschillende nationaliteiten op hun grondgebied. Met de diversiteit aan nationaliteiten en etnisch-culturele achtergronden neemt de meertaligheid toe. Ook de religieuze diversiteit neemt toe. Het gaat dan niet alleen om de aanwezigheid van de islam in westerse samenlevingen. Ook bij andere etnische-culturele gemeenschappen speelt religie een belangrijke rol,
Verder groeit ook de diversiteit aan migratiemotieven, zowel tussen als binnen gemeenschappen en groeit de diversiteit aan verblijfsstatuten. Bij superdiversiteit zien we ook groeiende verschillen in sociaal-economische posities. We vinden mensen met een migratie-achtergrond ondertussen op bijna alle sporten van de maatschappelijke ladder terug. Ondanks een onaanvaardbaar hoog armoederisico bij migranten, groeit er in de meeste gemeenschappen een opkomende middenklasse. Een laatste element van superdiversiteit is het groeiende belang van transnationalisme, of de mate waarin migranten contact houden met netwerken van familie, vrienden of kennissen over grenzen heen. Ook het groeiende belang van transmigratie en circulaire migratie waarbij mensen niet de bedoeling hebben om zich hier permanent te vestigen versterkt de superdiversiteit.
In het kielzog van de grote steden groeit ook de diversiteit in kleinere steden en gemeenten: net zoals de grote steden evolueren naar majority-minority-cities zal ook de etnisch-culturele diversiteit in steeds meer steden en gemeenten in de 21ste eeuw verder groeien.
Vooruitblikkend naar de impact op integratie
In de voortdurende polarisatie tussen voor- en tegenstanders van de toenemende diversiteit missen we soms de nuchterheid om te erkennen dat de superdiversiteit op zichzelf noch een goede, noch een slechte ontwikkeling is. Het beschrijft de demografische transitie in onze samenleving. De kwaliteit van het samenleven hangt af van ons als samenleving en van alle burgers in die samenleving. Het is onze verantwoordelijkheid – wat ook de herkomst is of hoe lang of kort we deel zijn van deze samenleving – om er een succes van te maken.
Daarbij stellen zich cruciale uitdagingen voor het volgende decennium. Eén ervan is de vraag of we op een meer open manier over integratie zullen gaan denken. Het strategisch misbruiken van integratie om tot assimilatie te komen, zal in de 21ste eeuw nog minder dan vroeger werken. De overgang naar superdiversiteit en het ontstaan van majority-minority-cities maakt dat we in de 21ste eeuw ook op een andere, meer open manier naar integratie zullen moeten kijken. In de nieuwe situatie waarin er geen etnische meerderheidsgroep meer is, krijgen we nieuwe samenlevingspatronen en evolueren we naar stedelijke samenlevingen waarin iedereen zich aan iedereen zal moeten aanpassen. Juist het omgaan met die diversiteit wordt de nieuwe norm. Verschillen in levensstijl lopen zo door bijna alle etnisch-culturele groepen. Denken over integratie als emancipatie betekent dan ook afscheid nemen van een monoculturele visie.
Superdiversiteit als challenge
De nieuwe realiteit van superdiversiteit is dan ook een uitdaging op vele domeinen. Onderzoekers moeten dit paradigma verder ontwikkelen. De diversiteit in de diversiteit laat zich niet zo eenvoudig meten en de complexiteit moeilijker in hokjes stoppen. Het vereist onderzoek en beleid dat openstaat voor de groeiende complexiteit. Dat is de uitdaging, voor onderzoekers, professionals en burgers. Het vormgeven aan superdiversiteit gaat ook voorbij aan een beleid voor minderheden. Superdiversiteit betekent het wij-zij-denken overstijgen. Beleid in tijden van superdiversiteit vereist co-creatie.
Meer lezen?
Geldof, Dirk, 2013 (4de druk 2014). Superdiversiteit. Hoe migratie onze samenleving verandert. Leuven/Den Haag, Acco.
Vertovec, Steven, 2007. Super-diversity and its implications. In: Ethnic and Racial Studies, 30: 6, pp. 1024-1054.
[i] Deze bijdrage bouwt verder op Geldof, Dirk, 2013 (4de druk 2014). Superdiversiteit. Hoe migratie onze samenleving verandert. Leuven/Den Haag, Acco.
Sterk artikel.
Volgens mij is de monoculturele visie altijd al een virtueel begrip geweest omdat migratie zo oud is als de mensheid. Poltici halen deze monoculturele visie uit de kast om hun eigen (rechtse) agenda’s te doorlopen.