Veel mensen hebben onlangs voor de televisie zitten grijnzen bij de aflevering ‘fabeltjesfuik’ van Lubach. Het is natuurlijk satire en in satire wordt een probleem versmald tot een behapbaar geheel, dat soms (schijnbaar) alle logica in zich draagt. Lubach benoemt op scherpzinnige wijze een probleem, gelardeerd met videobeelden, maar dat biedt geen oplossing. Zijn intellectuele spel gaat hoog over veel angstige hoofden heen. ‘Wíj snappen het’, denken zijn kijkers hierna tevreden, zachtjes of hardop, ‘maar júllie complotdenkers zijn belachelijk en dom.’ Echter, die zijn vooral báng. Angst die soms overgaat in woede of agressie.
Angst heeft dikwijls te maken met gebrek aan inzicht of uitzicht wat ongemerkt evolueert in vooroordelen en geheimzinnige verdachtmakingen die men vervolgens deelt met een vrijwel gesloten groep van andere angstigen. Als je in het doolhof van deze moeilijke tijd geen oorzaak of veroorzaker kunt vinden, dan schep je er een: een kwade macht die aan alles schuld heeft. Zo ontstaat complotdenken, inderdaad vaak gestimuleerd door de sociale media en de algoritmes daarin. Het is een wijze van denken die een groep mensen steeds dieper het complot in duwt en bovendien hun argwaan ten aanzien van alles en iedereen voedt.
Misschien is het beter en effectiever naar de oorzaak zelf te gaan kijken: de angst voor ziekte, voor het onbekende en verandering, de angst voor alles wat veel mensen niet begrijpen. Wat hebben wij hierin elkaar en dus iedereen eigenlijk te bieden?
Nu veel mensen niet meer doorverwezen willen worden naar een (liefhebbende) God, naar een hiernamaals, hebben we te maken met het hiernumaals, waarin alles onvermijdelijk op onszelf neerkomt. In die wereld zijn we overal verantwoordelijk voor, eenzaam op onszelf teruggeworpen, zeker in tijden van grote crises. Dat kunnen we vaak (nog) niet aan. We missen een ‘groot’ verhaal, een perspectief waarin we ons geborgen weten. Maar misschien ontbreekt het ons ook aan een open luisterhouding naar elkaars verhalen en zorgen.
Levensbeschouwelijke en andere verhalen uit de wereldliteratuur hebben de mens altijd perspectief gegeven, een spiegel voorgehouden en doen dat voor velen nog steeds. Meestal gebeurt dat in de verhalen, die laten zien hóe de hoofdpersonen (over)leven. In de Anton de Komlezing hield Kathleen Ferrier een pleidooi voor het vertellen en luisteren naar verhalen en zei: ‘Verhalen kunnen die betekenis brengen, kunnen zelfs concreter maken wie wij zijn en hoe we zouden moeten of kunnen leven. (…) Luisteren brengt ons verder. Woorden zetten ons in beweging… Alles begint met een verhaal…’
Al die verhalen worden al eeuwenlang verteld. Vertellers en luisteraars vullen deze aan met hun eigen ervaringen of vernieuwen ze in gesprek met elkaar. Via het samen beleven van en luisteren naar (elkaars) verhalen kunnen mensen zich weer met elkaar verbinden. Verhalen die ons dragen in onze angst en onzekerheid. Verhalen die zo een perspectief bieden voor nu en voor de toekomst. In een variant op het bekende lied van Guus Meeuwis: ‘Vertel mij over jezelf en je angst, dan vinden we er samen hoop voor terug…’
Mooi verwoord, Lubach’s uitzending bracht ’the danger of a single story’ aan het licht, maar het bracht verbinding.