Paula Irik (70) is domineesdochter, werd in een vrij en vrolijk geloof opgevoed en studeerde theologie aan de Universiteit van Amsterdam. Ze was gemeentepredikant in de Amsterdamse Staatsliedenbuurt, waar Nassaukerk en Magdalenaparochie ervoor kozen ’kerk met en in de buurt’ te zijn. Als arbeidspastor trok ze op met onder meer schoonmaaksters en baanloze scheepsbouwers en toen het arbeidspastoraat door de Amsterdamse kerken werd wegbezuinigd, werd ze in 2003 geestelijk verzorger in de ouderenzorg, in dienst van Cordaan, een grote zorginstelling in Amsterdam. Na haar pensionering in 2018 werd Paula vrijwilligster in het huis waar ze in 2003 begon: Eben Haëzer in Amsterdam-Zuidoost. Terugkijkend zegt ze: “In de buurt was het armoe, in het arbeidspastoraat trok ik op met armgemaakte mensen. En het verpleeghuis bungelt helemaal onderaan in de hiërarchie van de zorg. Eigenlijk heb ik altijd aan de arme kant gewerkt. En met plezier!”
Hoe is je betrokkenheid bij mensen met dementie ontstaan en gegroeid?
“Natuurlijk, het begint met confrontatie. De eerste keer dat ik een huiskamer in het verpleeghuis binnenstapte, keek ik nog met een buiten-blik, zag ik alleen mensen verborgen, mensen verzonken, mensen in onrust. Maar gelukkig had ik in mijn eerdere banen al een grondige training gehad in de ‘methode Plons’ en ik ontdekte binnen enkele dagen dat er eigenlijk nauwelijks verschil was tussen de psychogeriatrische afdelingen van een verpleeghuis en de straat: je moet het hebben van de ontmoeting en het gebeurt in de ontmoeting. Ik was snel verkocht! Verpleeghuisbewoners met dementie zijn zo eerlijk, zo direct. Omwegen doen het niet meer, emoties worden onomwonden geuit, ondeugd en alledaags verzet nemen soms gelukkig even alle ruimte in beslag.
En wat in het brein door Alzheimer en consorten wordt uitgegumd, lijkt in het gevoel te worden gecompenseerd: bewoners voelen vaak feilloos aan of iemand deugt of niet en of iemand present is of niet. Doe je je van buiten anders voor dan je je van binnen voelt: je krijgt het ongezouten voor je kiezen. Goedbedoeld gedrag wordt als buitenspel afgefloten. Een voorbeeld uit de afgelopen week. Ik zit bij Gerda. We hebben samen een tijdje zitten zoemzingen – Gerda heeft nauwelijks taal meer – en Gerda dommelt weg. Ik streel haar over haar arm, blijf zoemzingen in de klanken die Gerda liet horen. Ineens gaan haar ogen wijd open, kijkt ze me streng aan en zegt op ferme toon: “Idioot! Lullepoot!” Ik trek meteen mijn hand terug, schiet in de lach en zeg: “Oeps, lieve Gerda, sorry, ik zat verkeerd.” Meteen is daar weer haar stralende glimlach.”
![Paula](https://files.nieuwwij.nl/app/uploads/2023/04/Paula-761x875.jpg)
Kunnen we leren van mensen met dementie en zo ja, wat?
“Het verpleeghuis is, met andere woorden, een leerschool, een leerhuis. Verpleeghuisbewoners met dementie doen een beroep op het beste dat we in ons hebben. Ze vragen om onze eerlijkheid, onze echtheid, ons gevoel voor humor, onze verbeeldingskracht. Niets hoeft verborgen te blijven, niets hoeft verstopt te worden, ook niet onze schaduwkanten. Alles mag er zijn. Verpleeghuisbewoners leren mij te varen op de ziel en om niet te pamperen of dicht te smeren, niet recht te praten wat krom is. Hun taal is een bron van kennis. Zeker, ze praten vaak in brokkeltaal en soms alleen nog maar in lichaamstaal. Maar wat word ik telkens weer door hun heel eigen taal, het Dementees, geraakt en betoverd. Er is zo verschrikkelijk veel taal die mensen ontmenselijkt, dood verklaart, buitensluit of fixeert. Het Dementees ondervraagt en stoort deze dominante taal, herinnert aan het ontoereikende van taal, aan waarheid die alleen verhalenderwijs aangeraakt kan worden en aan de ervaring dat het leven vol onvoorspelbaarheid en tragiek is.”
Waarom heb je het boek ‘Over een andere boeg’ geschreven, waarover gaat het en wat kan de lezer eruit meenemen?
“De werkelijkheid van het verpleeghuis is een barre werkelijkheid. Dementie is een slopende en waardigheid ondermijnende ziekte die mensen die erdoor getroffen worden en hun naastbetrokkenen vaak zwaar laat lijden. Tegelijkertijd is iets in het verpleeghuis deze barre werkelijkheid regelmatig te vlug af. Iets dat ons eraan herinnert dat wij thuis zijn in een groter verhaal dan dat van deze steenharde feiten. Iets extra’s. Iets dat soms, even, naar God verwijst.
Daarover gaat mijn boek. En vandaar mijn oproep om het over een andere boeg te gooien. Om verbinding te blijven zoeken en maken met verpleeghuisbewoners met dementie als mensen die tot hun laatste ademtocht van betekenis blijven en om af te stemmen op hun eigen signalen en verhalen. Die kunnen een krachtige en onthullende werking hebben, hun sociale dood open wrikken en bekeren tot anders luisteren, anders kijken en anders handelen. Ze kunnen een meerkleuriger en gelaagder zicht geven op de werkelijkheid van het leven met dementie en de zintuigen scherpen voor andere – niet alleen verdrietig makende – mogelijkheden in het optrekken met mensen met dementie. Ook zij blijven verhalendragers. Zij dragen bij aan het gezamenlijk leven, hun verhalen maken ons leven anders, ze kunnen hoop en inspiratie geven en weer bewust maken van eigen dromen en verbeeldingskracht. Bovendien helpt verbinding met deze ongeziene, genegeerde, verzwegen en ondergewaardeerde verhalen gevoelig maken en blijven voor ook ándere verhalen van uitsluiting en onrecht.
Om dat alles is het een dienst aan ieders humaniteit, als mensen buiten het verpleeghuis deze verhalen in hun eigen leven insluiten. Dat zal zeker bijdragen aan een groeiend verzet tegen de uitsluiting, reductie en narratieve onteigening van mensen met dementie en daarmee aan meer budget en aandacht voor een positieve of op z’n minst zo menswaardig mogelijke toekomst met dementie.”
Over het boek
![Over een andere boeg Omslag V HR](https://files.nieuwwij.nl/app/uploads/2023/04/Over-een-andere-boeg-Omslag-V-HR-604x875.jpg)
Al bijna twintig jaar is Paula Irik met verpleeghuisbewoners op zoek naar zin. Samen delen zij het goede dat er is, samen – het is nooit eenrichtingsverkeer! – ervaren zij gaatjes in de harde feiten. In hun ontmoetingen komen de kernvragen van het leven, vragen naar oorsprong, doel en zin van ons bestaan, vaak zomaar ter sprake. Dit boek is bedoeld voor mensen die gevoelig zijn of willen zijn voor dat wat het normale en doodgewone overstijgt. Voor wie met dementie moeten leven: mensen die erdoor worden getroffen, hun naastbetrokkenen en allen die in de ouderenzorg met hen optrekken, van verzorgenden tot bestuurders. Maarten den Dulk, emeritus hoogleraar Praktische Theologie: “Er is daar in de ontmoetingen met de bewoners iets extra’s te zien. Midden in de trieste werkelijkheid van het bestaan kan zomaar iets veranderen. In een oog dat oplicht, in een simpel gebaar, in een woord dat ontroert, raakt de hemel de aarde. Dat is nauwelijks waarneembaar en gemakkelijk af te doen als inbeelding – en juist dát moet je zien!”
Paula Irik. Over een andere boeg. Ontmoetingen met God in het verpleeghuis. 256 pagina’s. ISBN 978-94-6365-510-1. Prijs: € 22,50. Uitgeverij Elikser, 2023.