Is de vraag naar een circulaire maatschappij niet een filosofische en/of politieke vraag?
“We leven in een tijd waarin de wetenschap nog zo gelijk kan hebben, maar ‘men’ accepteert dat niet. Hoe de maatschappij erin staat en hoe je mensen hierin meekrijgt, is echter niet aan mij. Het is wetenschap. Fossiele processen zijn eindig. Er is geen tijd om mensen ‘zacht te laten landen’. Een nieuwe manier van denken is noodzakelijk. Het hele duurzaamheidsvraagstuk is een veelkoppig monster, dat begrijp ik. Uiteindelijk zullen mensen andere keuzes moeten maken. Dat kunnen ze uiteindelijk alleen zelf doen. Het is ook aan overheden en beleidsmakers om belangrijke besluiten te nemen en duurzame keuzes te maken. Ik kan alleen proberen mensen goede keuzemogelijkheden aan te bieden door naar oplossingen te zoeken.”
Maak jij je weleens zorgen over de staat van de aarde, en of we niet te laat zijn?
“We zijn sowieso te laat, maar ik probeer te doen wat ik kan. Echt zorgen maak ik me niet, dat zit niet in me. Maar ik kan wel emotioneel worden als ik zie wat er allemaal misgaat en wat er gebeurt wat niet zou moeten. Want er kan echt zoveel gedaan worden dat een positieve impact heeft, zelfs nu het te laat is.”
Wat is volgens jou de grootste uitdaging?
“Daar is geen eenduidig antwoord op. Alles heeft met alles te maken. Hoe krijgen we genoeg voedsel, genoeg schoon drinkwater en genoeg energie voor iedereen, maar op een manier die zo min mogelijk impact heeft op de aarde? Dat is niet één uitdaging, maar een gigantisch vraagstuk. Maar we weten één ding zeker: het is eindig, tenzij we circulair gaan denken.”
Is er eigenlijk een berekening voor? Als we zo doorgaan, wanneer is het dan op?
“Als je met ‘het’ grondstoffen bedoelt, dan gaan de kinderen die nu geboren worden het moment meemaken dat belangrijke grondstoffen opraken. Zo dichtbij zijn we. En klimaatverandering zorgt onder meer voor problemen met drinkwater. We hebben nu al extreme droogtes en extreem natte periodes. Beide zijn desastreus.”
Nu over jouw oplossingen. Wat houdt jou bezig?
“Ik houd me vooral bezig met de vraag hoe je een afvalstroom niet als afval kunt zien, maar als restmateriaal. En hoe je daaruit weer nieuwe grondstoffen kunt winnen, nieuw materiaal kunt maken, of nieuwe energie kunt opwekken. Ik heb bijvoorbeeld onderzocht hoe zwavelgas, een belangrijk restproduct van chemiebedrijven, opnieuw te gebruiken is. Zwavelgas moet sowieso gezuiverd worden, want het mag niet zomaar de lucht in. Dat is wettelijk vastgelegd. Er blijkt een bacterie te zijn die de elektronen uit zwavelgas kan opslaan. Dat mechanisme kan gebruikt worden in een bio-elektrochemische cel, een soort batterij.”
Van afval energie maken. Afval is geen afval.
“Precies. Het interessante is nog niet eens zozeer dit specifieke voorbeeld. Maar als er een bacterie is die zwaveldeeltjes kan opslaan, zijn er dan andere bacteriën die andere stoffen kunnen opslaan? Of zijn er bacteriën die je zo kunt aanpassen dat ze bepaalde taken kunnen uitvoeren? Dat is fundamenteel onderzoek. Hoe kunnen we levende organismen – zoals bacteriën – inzetten?”
Fundamenteel onderzoek is nog geen praktische oplossing, waar jij je zo graag mee bezighoudt, toch?
“Ik heb een bij een start up gewerkt die van afval van appels leer maakte. Natuurlijk geen echt leer, maar het materiaal wat van die appelresten gemaakt werd, werd gebruikt als vervanging van leer. Er kunnen schoenen van gemaakt worden, maar ook bekleding voor autostoelen. Mijn taak was om te zoeken naar de optimale manier om de cellulose van de appel biologisch te verwerken tot leer. Dus ik werkte aan de biochemische kant van de het product. Het is natuurlijk mooi dat dan wederom afval verandert in nieuw basismateriaal. En in dit geval was het voor mij leuk om zo praktisch bezig te zijn. Ik was niet alleen bezig met zoeken naar de beste manier om afval om te zetten in bruikbaar materiaal, maar ook om een afvalproduct om te zetten naar een eindproduct.”
Heel duurzaam, maar heeft het impact? Ook voor jou als iemand die echt fundamenteel verschil wil maken?
“Als dit op grote schaal geproduceerd kan worden en echt plastic en leer kan vervangen, heeft het heel veel impact. Maar zover is het nog niet. Over impact gesproken: de afgelopen tijd heb ik me beziggehouden met toepassingen van mycelium, het ondergrondse netwerk van schimmeldraden van paddenstoelen. Mijn taak was om te onderzoeken hoe je het beste mycelium kunt laten groeien in een bepaalde kleur en in een bepaalde vorm, en hoe het sterker kan worden en sneller kan groeien. In dit geval was het eindproduct een grafkist. Het bedrijf waar ik werkte was een producent van grafkisten.”
Een duurzaam leven en een duurzaam einde…
“Klimaatimpact houdt niet op zodra je je ogen sluit. Het is mooi om erover na te denken hoe het daarna gaat. Dat je begraven of gecremeerd kan worden zonder veel impact, of in ieder geval zo klimaatneutraal mogelijk. Dat ik daarover na kan denken en er zelfs een actieve bijdrage aan kan leveren is prachtig, omdat het voor mij persoonlijk belangrijk is. Maar iedereen gaat dood, niet alleen ik, dus als het lukt om mensen na hun dood nog een duurzame keuze te laten maken, zelfs als ze er tijdens hun leven niks van moeten hebben, is de impact van dit werk compleet!”
Dit artikel is afkomstig uit Mondig, tijdschrift van de Doopsgezinden.