“We hebben in het kader van de campagne mensen gevraagd of zij wilden delen op welke manier zij En/En zijn. Niet alleen met ons, maar met hun eigen netwerk, letterlijk in beeld gebracht door een collageachtige foto, waarin we wilden laten zien dat al die verschillende onderdelen van je identiteit nog steeds één en dezelfde persoon representeren. Het concept is eenvoudig mooi uitgewerkt door reclamebureau Kessels Kramer. Zij hebben ook de bijbehorende filmpjes gemaakt. Er zijn ook veel mensen geweest die spontaan mailden of zij ook zo’n collage van zichzelf konden krijgen. Het was ontzettend leuk om in alle tijdslijnen op sociale media het campagnebeeld terug te zien komen en de reacties daarop te lezen. Ook de straatinterviews van Roos Notermans in Utrecht waren mooi en aanvullend.
Het thema blijkt voor iedereen herkenbaar, of je nu werkt op het gebied van diversiteit en inclusie of totaal iets anders doet. Ook de verdiepende interviews met experts zijn erg de moeite waard geweest. We hebben willen laten zien dat vanuit verschillende sectoren en invalshoeken heel hard gewerkt wordt aan diversiteit en inclusie. Experts kunnen van elkaar leren en ook mensen die net starten op dit terrein inspireren. Ik denk dat we in die opzet zijn geslaagd.”
In de campagne ‘Ik ben Én/En. En jij?’ deelden mensen op sociale media hoe zij En/En zijn. Ook zijn filmpjes en een reeks interviews gepubliceerd met experts over het thema van discriminatie in hun eigen werkveld van onder andere onderwijs, bedrijfsleven of overheid. De campagne is onderdeel van het Nieuw Wij Lab, een project rond de vraag: “hoe activeer je de brede middengroep als het gaat om het thema discriminatie”.

Twee jaar geleden schreef je voor Nieuw Wij een pleidooi voor een Nederlands change lab. Vertel nog eens waar dit over ging?
“In dat artikel stond deze vraag centraal: wat is ervoor nodig om beweging te creëren, om te komen tot een nieuwe sociale realiteit waarin iederéén gehoord en gezien wordt? De crux zit hem in de balans tussen Power en Love, als twee gelijke benen waarop je soepel kunt bewegen en ook daadwerkelijk vooruit komt. Die begrippen kun je heel goed toepassen op allerlei maatschappelijke kwesties, dus ook die van discriminatie.
De uitdaging is om met elkaar te onderzoeken hoe het systeem in elkaar zit (Power). Te voelen waar de pijn, het belang en het verlangen van alle betrokkenen zit (Love). Om vervolgens voor jezelf te formuleren wat jij kunt bijdragen aan een oplossing (Power) waarmee iedereen tevreden kan zijn (Love). Om daarna al die oplossingen te bundelen en te verwerken tot een concrete actieplan en dat weer opvolgen (Power). Dat is een flinke klus, maar ik ben er nog altijd van overtuigd dat wanneer het de leiders zijn die samen in een veilige setting experimenteren met sociale verandering, dit zijn effect zal hebben op de groepen die zij vertegenwoordigen en daarmee op het hele maatschappelijke systeem.”
In hoeverre is het Nieuw Wij Lab het gewenste Change Lab geworden?
“Samen met Enis Odaci en Roos Notermans ben ik gaan zoeken naar een manier om tot een Nederland Change Lab te komen. Met steun van VSBfonds hebben we het project Nieuw Wij Lab opgebouwd rondom drie pijlers: onderzoek naar vernieuwers die het lukt om een brede middengroep te activeren op het thema discriminatie, een communicatiecampagne gericht op die middengroep waarin de vernieuwers podium krijgen én een daadwerkelijk Lab waarin vertegenwoordigers van alle belanghebbenden met elkaar tot nieuwe oplossingen kunnen komen. Vorig jaar is het onderzoek afgerond en vandaag sluiten we de En/En campagne. We hebben met beide onderdelen een belangrijke basis gelegd om tot een daadwerkelijk lab te komen. Op dit moment wordt onderzocht met welke partners we tot een vervolg kunnen komen.”

Op welke manier hebben de onderzoeks- en campagnefase van het Nieuw Wij Lab bijgedragen aan het activeren van de middengroep?
“Er zijn heel veel mensen die niet zo uitgesproken zijn als het gaat om het thema discriminatie. Dat kan overigens om heel verschillende redenen zijn. Sommige mensen zijn stil omdat ze niet goed weten hoe ze zich moeten uitspreken. Anderen hebben dat eerder wel gedaan maar werden niet gehoord of gezien in hun eigen ervaringen. Voor nog weer anderen is het een ver-van-hun-bed-show, omdat zij niet beseffen dat ongelijke behandeling veel meer is dan alleen uitsluiting op basis van huidskleur of geloof en daarmee iedereen kan overkomen. We hebben 72 vernieuwers in het antidiscriminatie werkveld in kaart gebracht. Zij die daadwerkelijk de verbinding weten te maken met die middengroep.
Dat gebeurt op heel veel verschillende manieren en invalshoeken. Dat hebben we ook in alle interviews duidelijk willen maken. Er zijn meerdere wegen die naar Rome leiden. Die vernieuwers zijn de mensen die een deel van de oplossing kunnen brengen. Ze kunnen het echter nooit alleen. Er zal een bundeling moeten komen met de oplossingen van mensen die daadwerkelijk aan de knoppen van de macht zitten én met oplossingen van mensen die vanuit andere perspectieven persoonlijke verhalen te delen hebben op dit thema. Ook als die verhalen botsen en schuren en de boel doen kraken en opschudden. Misschien juíst dan wel.“

Waarom is het zo belangrijk om al die perspectieven te horen?
“Een van de uitspraken die me bij is gebleven uit de interviews die we in het kader van de EN/EN campagne hebben gedaan is die van Cyriel Triesscheijn, de oud-directeur van RADAR. Hij zegt: “Het is noodzakelijk om met íedereen in gesprek te blijven. Anders ben je niet geloofwaardig.” Ik denk dat dit waar is. En dat het zo weinig gebeurt, ook in ons werkveld. We zijn eerder geneigd om het moeilijke gesprek uit de weg te gaan of om vanuit Power ons morele gelijk te verkondigen. Daarbij niet schuwend om de ander weg te zetten als onverdraagzaam, iemand waar het ‘licht nog aan moet gaan’ of zelfs als racist. Natuurlijk is het belangrijk om onrecht aan te kaarten, er letterlijk de barricaden voor op te gaan. Maar we moeten ook uitkijken dat niet te doen vanuit arrogantie of met een bepaald vijandsbeeld voor ogen. Te ageren tégen de ander, in plaats vanuit de kracht van je eigen boodschap. Want dan maak je volgens mij net zo hard schuldig aan polarisatie en soms zelfs ook dehumanisering.”
Welk effect heeft dat volgens jou?
“Ik zie mensen om me heen die echt afhaken op het thema discriminatie. Mensen van allerlei achtergronden die deugen, die het goede voorhebben voor anderen, wat hun verhaal ook mag zijn. En dat heeft te maken met het ‘geroeptoeter’ aan beide kanten. Dus ook die van de antidiscriminatie beweging. Nu kun je zeggen dat wanneer mensen kiezen om te zwijgen, ze instemmen. Dat het dus niet deugt dat ze afhaken, dat ze die luxe blijkbaar hebben. Om daar vervolgens van alles van te vinden. Maar daarmee doe je al die mensen echt tekort. Ook zij verdienen een plek aan de tafel om hun verhaal te delen, van perspectief te wisselen en vandaaruit oplossingen aan te dragen.”
Geldt dat ook voor mensen die hun heil zoeken bij de rechts radicale partijen?
“Ik denk dat voor iedereen geldt dat wanneer je bereid bent om in de schoenen van een ander te gaan staan, en in gezamenlijkheid oplossingen wil vinden voor dit maatschappelijke probleem je welkom bent in het Lab of in ieder andere dialoogsetting. Dus ook wanneer jouw visie op discriminatie een totaal andere is dan die van je gespreksgenoten. Binnen de kaders van de spelregels en vanuit een veilige setting is het juist goed om de uitersten te horen en boven water te krijgen wat er nu daadwerkelijk speelt. Het is vaak bij dit soort projecten dat er een agenda is en dat de organisatie en begeleiding verre van neutraal is. Ik denk echt dat het hele idee van een Lab pas werkt als je vanuit neutraliteit en compassie kunt werken. Neutraliteit betekent niet dat je geen mening hebt, maar dat je die kunt parkeren om daadwerkelijk open te staan voor het perspectief van de ander. Compassie gaat over het herkennen van iets van de ander in jezelf. Wanneer je naar de polariteiten kijkt, zou dat niet eens zo moeilijk moeten zijn. Want die volharding en de Power zie je aan beide kanten terug. Wanneer je erkent dat wat bij de ander leeft, ook in jouw eigen leven zichtbaar is, dan schuift het perspectief waardoor er ruimte ontstaat voor verbinding en nieuwe inzichten. In eerste instantie over jezelf. In tweede instantie over het probleem dat op tafel ligt.”
Op welke manier heeft de En/En campagne hieraan bijgedragen?
“Met de En/En campagne hebben we mensen willen uitnodigen om verhalen te delen. Verhalen over hoe zij En/En zijn en dus niet zomaar in een hokje te duwen zijn. We behoren allemaal tot verschillende groepen en er zijn maar weinig mensen die nooit negatieve ervaringen hebben gehad over het feit dat ze zijn zoals ze zijn. Het leven gaat voor niemand voor 100 procent over rozen. Het is zo belangrijk om daarover in gesprek te gaan. Te luisteren naar de ander, zien en vooral ook ervaren waar de pijn zit.

Van een wijze oudere Joodse vriendin met wie ik meerdere keren met jonge scholieren Auschwitz heb bezocht, heb ik geleerd dat pijn en verdriet voor iedereen persoonlijk is en dat daar geen rangorde in is. Je kunt alleen voelen wat je zelf hebt meegemaakt, komen tot het punt waar jij persoonlijk bent. Dat het dus niet erg is dat je moet denken aan je dode konijn terwijl je bij de gaskamers staat waarin miljoenen mensen zijn vermoord. Natúúrlijk wil je daar in perspectief brengen, maar start altijd bij waar de ander is. Hoor wat er te vertellen is en doe dat niet tekort.”
Hoe gaat het nu verder met het Lab?
“We hebben in het project goede aanzetten gemaakt om tot een echt Lab te komen. Eentje waar mensen fysiek bij elkaar worden gebracht om kennis en vooral ervaringen, perspectieven en ideeën uit te wisselen. Waarbij er daadwerkelijk een afspiegeling is van de samenleving, met mensen vanuit alle sectoren en politieke voorkeuren. We zijn er alleen nog niet. We leven in een diep gepolariseerd land. Dat hebben de Tweede Kamerverkiezingen duidelijk laten zien. Er moet nog heel wat water naar de zee worden gedragen om zo’n setting te kunnen creëren. Voor nu staat het project op pauze. We hopen van harte dat we in de nabije toekomst verder kunnen met het realiseren van het Lab zelf.
Ik heb goede hoop dat dit lukt, al is het op kleine schaal. Hoop omdat er zoveel mensen zijn die het lukt om verbinding te maken met de grote middengroep, juist als het om dit thema gaat. Hoop omdat er zoveel mensen zijn die heel krachtig hun ervaringen kunnen delen. Hoop omdat er ook al hele grote stappen gemaakt zijn in de afgelopen jaren als het gaat om dit thema. De meeste mensen deugen en willen ten diepste in vrede met elkaar leven. Verbinding is niet iets dat je moet opzoeken. Verbinding ís er. Het maakt dat we iedere dag weer ons bed uitkomen. Omdat we deel uitmaken van een groter geheel. Wie wij zijn en wat ons verhaal is, doet ertoe. Juist in relatie tot de ander.”
Dit interview is oorspronkelijk geplaatst op 2 april 2021 en is opnieuw gepubliceerd in het kader van de Nieuw Wij Zomerherhalingen.