Halverwege het interview in het in 2024 betrokken onderwijspand aan het Windroosplein in Amsterdam-Centrum pakt EC-O-directeur Forozesh twee kleurrijke boekjes. Ze bevatten mini-interviews met studenten en foto’s van haar cursisten, gemaakt bij de start van hun traject èn na een jaar. Het verschil is enorm. “Als studenten hier binnenkomen zijn ze vaak neerslachtig. Ze kijken je niet aan. Op de foto’s zie je wat het effect is van wat wij hier doen. Het zijn hele andere mensen. Ze zijn zelfbewust. Hun leven heeft weer zin gekregen. Ze voelen zich gelukkig, hebben vrienden gemaakt.”

Nooshi runt EC-O samen met een klein maar betrokken team. “Onze studenten komen uit Groot-Amsterdam en Diemen. Iedereen is welkom. De enige voorwaarde is dat je ouder bent dan 27 jaar. Het gaat bij ons niet uitsluitend om die MBO-opleiding. We hebben gekozen voor een integrale aanpak waarmee we mensen zelfredzaam maken. Veel van onze studenten – zo’n 130 per cursusjaar – leven in een isolement. We helpen niet alleen de cursisten maar ook hun gezinnen. Een trotse moeder of vader voedt anders op dan iemand die eenzaam en depressief thuiszit.”

“Wij geven een positieve draai aan het leven van onze studenten, bieden hen weer perspectief. Als je op eigen benen staat, je eigen geld verdient, collega’s hebt en een netwerk kunt opbouwen, dan sta je positiever in het leven en stem je ook niet zo gauw op een partij als de PVV. Ik geloof in solidariteit, in een maatschappij waarin compassie voorop staat, je niet alleen leeft vanuit je eigen ego en waarin iedereen gelijkwaardig is. In deze wereld waar de Trumps en Wildersen de baas zijn, moet je dat andere geluid laten horen en faciliteren.”

Nooshi 3
Nooshi Forozesh: “Niets gaat vanzelf” Beeld door: Hans Invernizzi

Forozesh kreeg na haar geboorte in Teheran in 1974 als voornaam Farnosh. Nooshi is daar een afkorting van. In haar prille jeugd was de sjah nog aan het bewind. In 1979 brak de revolutie uit en kwamen de ayatollahs aan de macht. Een jaar later begon de oorlog met Irak. “Ik ben geboren in een liberale familie. Direct en indirect heb ik liberale normen en waarden meegekregen. Mijn vader was directeur en toezichthouder bij een soort Rabobank, die veel investeerde in kleine dorpen.”

“De sjah deed het eigenlijk alleen goed in de grote steden. Die waren liberaal; de kleine steden en dorpen niet. De verschillen waren enorm. De mensen buiten de grote steden werden dom gehouden. Iran kende veel analfabetisme. De mensen zonder opleiding en kennis konden makkelijk worden gemanipuleerd. Er werd misbruik gemaakt van hun religie. De sjah had allure. Hij zei: we zijn het Europa van het Midden-Oosten. In een land dat al 1400 jaar islamitisch was, zette dat veel kwaad bloed bij gelovige mensen.”

“In mijn subcultuur in Teheran waren mannen en vrouwen gelijkwaardig. Dat was bij ons thuis een vanzelfsprekende zaak. Het is me met de paplepel ingegoten. Als ik bij wijze van spreken astronaut had willen worden, dan had dat gemogen. Ik leerde thuis dat je kunt bereiken wat je wilt, maar dat je het niet gratis krijgt: je moet er hard voor werken. Tegen mij werd gezegd: je bent heel slim, maar dat is niet genoeg. Je moet volhouden en geduld hebben. Niets gaat vanzelf, zelfs niet als je heel slim bent.”

Na de machtsovername door de ayatollahs veranderde er veel in Nooshi’s leven. “Ik was niet gelovig opgevoed. Toch moest ik op mijn zesde een sluier om. Je moest op school bidden in het Arabisch, een taal die ik niet kende. Wij spraken thuis Perzisch. Je kon als meisje op straat zo worden opgepakt door de zedenpolitie. Dat was verschrikkelijk. We waren bang. Het was vanaf het begin een enge maatschappij. Vrolijke kleuren waren verboden. Je mocht alleen zwart, grijs, bruin of donkerblauw dragen. Op school mocht je niet klappen, niet zingen, niet lachen. Je mocht als meisje niet op straat spelen.”

“Zelfs een klein stukje van je haar tonen was streng verboden. We waren als kind al zwaar gesluierd. Ik ben een keer betrapt met een cassettebandje van Michael Jackson in mijn tas. Dat heeft diepe sporen bij me nagelaten. Ik heb nog steeds nachtmerries waarin ik ongesluierd op straat loop en opgepakt word.” In 1988 vluchtte Nooshi met haar vader, moeder en jongere broertje via Turkije naar Zweden. Een oudere zus en broer waren hen al voorgegaan. Na een aantal omzwervingen belandde het gezin in Uppsala.

Vader Forozesh was niet meer in staat te werken. “Door alle stress had hij tweemaal een hersenbloeding gekregen.” Omdat ook moeder Forozesh, die chronisch ziek was, niet kon werken, leefde het gezin van een uitkering. De overgang naar Zweden was groot. “We kwamen in februari 1989 aan. Het was koud en donker en ik vond de mensen niet zo sociaal. We waren natuurlijk blij dat we gevlucht waren. In Zweden werden we redelijk gastvrij onthaald, maar ik voelde me er eerst niet echt thuis.”

Nooshi 4
Nooshi Forozesh: “Ik was pas dertien maar was verantwoordelijk voor het hele gezin” Beeld door: Hans Invernizzi

“De mensen hadden nog nooit iemand met een donkere huid gezien. Ik kwam uit een metropool en belandde in een dorp waar neonazí’s rondliepen. Overal zag je groepen Skinheads. Ze uitten veel haat naar ons toe. Toch voelden we ons vrij want je kon zonder sluier over straat en gewoon naar school. Ik heb snel de taal geleerd. Desondanks was het vluchten traumatiserend en het bestaan in Zweden pittig. Ik was pas dertien maar was verantwoordelijk voor het hele gezin.”

“Ik heb dingen meegemaakt die je als kind niet zou moeten meemaken. In Teheran hadden we een chauffeur en koks. Mijn ouders zijn letterlijk alles verloren.” Forozesh heeft een haat-liefde relatie met Zweden, maar voelt zich nog wel verwant met het land. Ze bezoekt nog regelmatig haar familieleden daar en heeft een Zweeds paspoort. Dat vindt ze geen probleem. Ze mag hier alles doen wat iemand met een Nederlands paspoort ook mag doen, behalve stemmen. “Dat vind ik wel jammer.”

Nooshi ging in Uppsala economie en statistiek studeren en belandde in 2002 toevallig in Nederland als uitwisselingstudent bij de Vrije Universiteit in Amsterdam. “De beste keuze in mijn leven.” In Nederland leerde Nooshi haar partner kennen, Ramin (Firoez) Azarhoosh. Ook Firoez is geboren in Iran. Hij woont al ruim veertig jaar in ons land. Forozesh heeft twee volwassen bonuskinderen en woont met haar man in Amsterdam.

Forozesh werkte na haar studie korte tijd bij een Amerikaans bedrijf, maar dat werk vond ze te commercieel. Nadat partner Firoez gestopt was met zijn baan als een hoge ambtenaar in Den Haag en zijn eigen bureau was gestart, besloot Nooshi bij hem te gaan werken. “Ik kende de Nederlandse maatschappij nog niet, was nog niet politiek bewust. Ik begon hier een heel nieuw leven en dat beviel me goed. Ik kon iets doen waarmee ik andere mensen hielp.” De samenwerking met Firoez resulteerde in 2010 in de start van een groot project in Stadsdeel-Oost.

“Er kwam daar een groot, opgeknapt buurthuis vrij. We wilden het met de bewoners gaan runnen. Zo ontstond community centrum de Meevaart. Ik ben daar in totaal negen jaar werkzaam geweest, waarvan de laatste vijf jaar als directeur. Firoez en ik geloofden heilig in de kracht van de mensen. De vrijwilligers gingen zelf programmeren; wij faciliteerden hen en regelden het beheer en de administratie. Met maar heel weinig betaalde krachten waren we negentig uur per week open. Er werd veel georganiseerd, zoals kookworkshops. We kookten ook maaltijden voor de buurt. In onze theaterzaal was het hele jaar door bijna iedere avond iets te beleven.”

“De Meevaart had en heeft met 2500 bezoekers per week een belangrijke wijkfunctie. We hadden wel subsidie van de gemeente, maar niet veel. Negentig procent van de gebruikers kon het gebouw gratis benutten. Met weinig inkomsten draaiden we veel projecten.” Nooshi is er trots op dat Firoez en zij met de Meevaart “een zaadje hebben geplant. Wie goed doet, goed ontmoet. Dat idee leeft nog steeds bij ons. Als je slecht bent tegen je medemens, dan krijg je het terug. In mijn eentje kan ik niet tegen Trump en Wilders op maar samen met een hele wijk lukt het misschien wel.”

Met EC-O, dat van de grond kwam in de Meevaart, richten Firoez en Nooshi zich op meerdere groepen. De eerste groep zijn mensen die pas in Nederland wonen, die nog geen netwerk hebben en de weg niet kunnen vinden naar instanties. De tweede groep zijn mensen die door regelgeving niet verder komen. “Als je in Nederland boven de 27 bent en je hebt geen startkwalificaties op MBO2-niveau, dan ben je klaar. Je kunt geen studiefinanciering krijgen en als je een uitkering hebt, mag je maar één jaar met behoud van uitkering weg zijn van de arbeidsmarkt. Maar je kunt in dat ene jaar geen MBO2-opleiding afronden.”

De derde doelgroep van EC-O zijn mensen die aan de slag willen als buurtvertrouwenspersoon. In die rol kunnen zijn een schakel vormen tussen de overheid en mensen die geen vertrouwen meer hebben in instituties. De vertrouwenspersonen kunnen stadsbreed aan het werk in en met buurteams. De vierde doelgroep zijn mensen die worstelen met fysieke of mentale problemen. In alle erkende MBO1- en MBO2-opleidingen die EC-O in samenwerking met de gemeente, twee ROC’s en het bedrijfsleven aanbiedt, is veel ruimte voor zowel hard als soft skills.

De overgrote meerderheid van de studenten vindt daardoor snel werk in de sectoren zorg en welzijn, facilitaire dienstverlening, retail, logistiek, voeding en horeca, fietstechniek of bouw. Dat zoveel cursisten succes hebben, komt omdat ze zich volledig op hun studie kunnen concentreren. De studies zijn gratis. “Wij ontzorgen de studenten volledig. Ze hoeven zich geen zorgen te maken over studie- of reiskosten. Ze krijgen elke dag een gezonde warme maaltijd uit onze eigen keuken, bereid door onze stagiairs.”

Forozesh maakt zich niet druk over de toekomstige werkgelegenheid voor haar studenten. “Werkgevers zijn dol op hen. In 2030 zijn er, mede door de vergrijzing, naar verwachting 1.4 miljoen openstaande vacatures, voor een groot deel in de zorg. Onze mensen gaan grote gaten in de markt opvullen. Mogelijk voegen we nog enkele technische opleidingen op MBO2-niveau toe aan ons aanbod.” Nooshi beklemtoont dat EC-O volwaardige opleidingen aanbiedt en dat de studenten net zo hard moeten werken als reguliere MBO’ers.

Nooshi 5
Nooshi Forozesh Beeld door: Hans Invernizzi

Bij EC-O studeren rond de dertig verschillende nationaliteiten. “Het zijn mensen van allerlei origine; ook mensen die geboren en getogen zijn in Nederland. We zijn heel streng bij de voorselectie omdat onze studies voor veel mensen de tweede en soms de laatste kans zijn. We investeren veel tijd en energie in iemands studie. We verwachten dat de studenten dat ook doen. We willen teleurstellingen voorkomen. Daarom krijgt elke deelnemer een persoonlijke coach.” Nooshi hoopt dat het format van EC-O in andere steden wordt overgenomen. Daarom zoekt zij de publiciteit. Er is een blauwdruk in de maak waarin de know how van EC-O wordt beschreven. Het format is ook toepasbaar bij het aanpakken van maatschappelijke problemen.

“Voorwaarde voor succes is dat partijen lef tonen, elkaar vertrouwen en als gelijkwaardige partners behandelen. Er zijn geen simpele oplossingen voor complexe problemen, maar met onze grass roots-methodiek kun je een heel eind komen. Je moet bereid zijn regels om te buigen, dat hoort erbij. Zo krijg je weer nieuwe regels. Belangrijk is dat burgers in beweging komen. Een beweging begint altijd klein, maar kan zich als een olievlek verspreiden. In beweging komen is de enige remedie tegen neoliberalisme, consumentisme en de verrechtsing die we nu wereldwijd zien.”

hansinvernizzi

Hans Invernizzi

Journalist

Hans Invernizzi is journalist en werkte dertig jaar bij hogeschool Windesheim in Zwolle als docent en manager bij de opleiding …
Profiel-pagina
Al één reactie — praat mee.