Naast de vaak onderbelichte geschiedenis in het Nederlands collectieve geheugen, lopen de drie vrouwen continu tegen misconcepties aan, onder andere door moslim-zijn, gemixt te zijn of colourism. Ieder van hen heeft een unieke band met hun erfgoed, en een sterke toewijding om meer bewustwording en een dieper begrip te creëren over deze gedeelde Caribische geschiedenis en de kracht van erfgoed in het vormen van onze identiteiten en gemeenschappen.
Om de Nederlandse samenleving te begrijpen, moeten we eerst onze koloniale geschiedenis, en de diversiteit aan etniciteit en culturen die dit heeft gebracht, kennen. Pas zo kunnen we de doorwerking van ons koloniaal verleden, dat zich uit in institutioneel racisme en discriminatie, aanpakken, betogen de drie.
Fausia S. Abdul
Fausia S. Abdul (36) is promovendus, schrijver, beleidsadviseur en voormalig VN-consultant. “Ik ben van jongs af aan gefascineerd geweest door andere culturen en wilde ook zo snel mogelijk de wereld intrekken,” zegt ze. “In mijn schoolboeken leerde ik over conflicten in India, maar pas vele jaren later kon ik dit enigszins koppelen aan mijn eigen persoonlijke ervaringen met deze spanningen. Ik ben geboren en opgegroeid in een dorpje in Nederland binnen een omgeving waar dit niet ter sprake kwam met familie uit de Cariben: van Miami tot de eilanden tot het verborgen juweel van Zuid-Amerika: de Guyanas en Suriname. Onze voorouders komen uit onder meer India en uit gebieden in Zuid-West Azië, het hedendaagse Syrië, Libanon en de Palestijnse gebieden.”
“Naarmate ik ouder werd liep ik tegen situaties aan waar mijn Hindostaanse en Caribische kant binnen en buiten de gemeenschap ontkend en tegengesproken werd: Ik had te lichte ogen, was te lang en zat met mijn neus in boeken over Koning Arthur. Ook moslim-zijn paste niet in het plaatje. Ik houd ervan dingen uit te zoeken en sprak dan ook enthousiast over de Arabische gemeenschap in de Cariben (grotendeels christelijk, red.) en de diversiteit onder Hindostanen wat niet altijd geapprecieerd werd. Wist je bijvoorbeeld dat ook delen van Afghanistan tot Brits-Indië behoorde waar sommige, weliswaar een heel klein deel, Hindostanen van afstammen?”
Fausia koppelde het niet aan grotere conflicten, maar aan onwetendheid binnen de Caribische gemeenschap of soms gewoon ‘vervelende’ mensen. “Maar deze onwetendheid kan in een internationale veiligheidsgevoelige omgeving snel leiden tot pijnlijke misverstanden die ook mij persoonlijke geraakt hebben.”
Het bracht bij haar de drang naar boven om haar internationale ervaringen te vertalen in het belang van collectiviteit door de waarde en pracht van Caribisch-zijn te benadrukken, onder andere door het schrijven van een Caribisch kook- en cultuurgeschiedenisboek (in print in de loop van 2024, red.). Fausia: “Eten verbroedert, en door recepten, die ook kunnen veranderen, leer je enorm veel over cultuur, koloniale geschiedenis en sociale omstandigheden. Eten verbindt en overstijgt alle culturele en politieke implicaties, vooral in de politieke omgevingen waar ik in gewerkt heb, is het soms moeilijk om bepaalde onderwerpen aan te kaarten. Eten en de verhalen die achter bepaald voedsel zitten, maakte dat dit soms wel kon.”
“Wanneer mensen tegen me zeggen: ‘Ik ben zo in de war van waar jij vandaan komt’ of ‘jouw afkomst is te ingewikkeld’ dan is mijn doel bereikt,” lacht Fausia. “Dit is namelijk het hele punt: mensen zijn niet in hokjes te plaatsen, en de Nederlandse geschiedenis is door kolonisatie verbonden met zoveel gebieden in de wereld, wat niet eenvoudig te categoriseren is. Wanneer je in hokjes denkt, of mensen als ‘de Ander’ plaatst, loop je het gevaar dat onbegrip leidt tot verkeerde conclusies en gevaarlijke situaties, kijk maar naar etnisch profileren. Uiteindelijk ben ik ook weer heel erg Nederlands.”
Haar familiegeschiedenis illustreert de complexe weefsels van identiteit binnen de Hindostaanse en Caribische gemeenschap. “Dat geeft mij de noodzaak om diversiteit binnen de Caribische gemeenschap, maar ook Hindostanen, te erkennen en te vieren op weg naar een inclusievere en rechtvaardige samenleving. Het is vaak al lastig om de verschillende subculturen uit het gebied die nu in Nederland zijn bij elkaar te krijgen of erkend te krijgen door verschillende community leiders, laat staan de diversiteit binnen deze groepen zelf op de kaart te krijgen.”
“In de afgelopen jaren ben ik wel eens met Hindostanen in aanraking gekomen die hele sterke meningen hadden wie wel en niet Hindostaans zouden zijn,” zegt Fausia. In combinatie met alle studies en werkervaring zorgde dat er volgens haar voor dat ze de conflicten uit de schoolboeken wat beter kon plaatsen, en zag ze hoe de geschiedenis van haar voorouders miskend werd. “In plaats van erkennen dat alle Hindostanen, zowel hindoes als moslims, op dezelfde schepen zijn verscheept en dezelfde pijnlijke geschiedenis delen, wordt koloniaal conflict in de vorm van verdeel en heers-tactieken gereproduceerd door islamofobie. Maar ook dat Hindostanen zich niet alleen tot Suriname verhouden, maar ook in bijvoorbeeld Guyana dezelfde pijnlijke geschiedenis met zich meedragen, wordt niet altijd gewaardeerd – de boot is alleen ergens anders gestopt. Dit haalt de waarde van gemeenschap en collectiviteit weg, die juist zo belangrijk is.”
“In een tijd waar humaniteit ter discussie gesteld wordt op basis van waar je geboren bent, je kleurtje en je religie, ben ik me nog bewuster van wie ik ben. Begrip, erkenning, maar ook keiharde feiten en acceptatie in een wereld met groeiende islamofobie, en weinig nuance, is nu harder nodig dan ooit. Daarnaast ben ik me er enorm bewust van dat vrouwen in onze geschiedenis vaak enkel in voetnoten of zijlijnen worden genoemd. Hier wil ik verandering in brengen.”
Anita Nanhoe
Anita Nanhoe (51) is schrijver, projectleider, onderzoeker bij de Gemeente Rotterdam en Ayurvedisch therapeut. “Mijn wortels liggen in zowel de Hindostaanse als Creoolse gemeenschappen van Suriname,” vertelt ze. “Mijn drijfveer in het leven is het strijden voor gelijkheid, rechtvaardigheid en zelfbeschikking, geïnspireerd door de verhalen en levens van mijn voormoeders. Hun ervaringen met discriminatie, veerkracht en de strijd voor autonomie vormen de kern van mijn werk.”
“Mijn overgrootmoeder aan moeders kant was een Hindostaanse vrouw wiens leven kenmerkend was voor de stille strijd die veel Hindostaanse vrouwen hebben doorgemaakt. In een patriarchale Hindostaanse gemeenschap waar genderongelijkheid vaak nog steeds wordt genormaliseerd, stond zij symbool voor zelfbeschikking en veerkracht voor zover dat kon in die tijd. Ondanks druk en verwachtingen, besloot zij haar eigen weg te volgen. Ze besloot zich in te zetten voor de opvoeding van haar jongste (buiten)kind, dat een creoolse vader had. In die tijd was dat een daad van opmerkelijke moed en liefde. Maar haar ervaringen met de sociale weerstand en uitsluiting weerspiegelden een diepgewortelde pijn – onuitgesproken verdriet en pijn die ik in de ogen van veel vrouwen zie, zelfs generaties daarna.”
Het leven van Anita’s overgrootmoeder was verder gecompliceerd door de relaties die ze had met verschillende mannen. “Deze relaties, die tegenwoordig vaak verkeerd worden begrepen, waren niet zozeer een keuze uit liefde, maar eerder een overlevingsstrategie in een maatschappij die vrouwen weinig andere mogelijkheden bood. De Hindostaanse vrouwen van haar generatie begrepen deze overlevingsstrategie, omdat zij in soortgelijke situaties leefden. Mannen boden haar een vorm van veiligheid en ondersteuning in een tijd waarin de rechten van vrouwen uiterst beperkt waren. Het was een stille overeenkomst, geboren uit noodzaak, die haar een zekere mate van veiligheid bood en in staat stelde voor zichzelf en haar kinderen te zorgen.”
Aan haar vaders kant vertelt het verhaal van Anita’s Creoolse voormoeder een ander soort strijd. “In een post-slavernij samenleving waar raciale discriminatie normaal was, stond haar donkere huidskleur centraal in haar leven en de uitdagingen waarmee ze werd geconfronteerd. Zij kreeg samen met mijn Hindostaanse overgrootvader meerdere kinderen, die zij samen opvoedden. Dit was voor zowel mijn overgrootmoeder als mijn overgrootvader een krachtig voorbeeld van hun moed en toewijding aan hun gezin. Mijn overgrootmoeder was na het overlijden van mijn overgrootvader, de matriarch in het gezin, zelf in de laatste fase van haar leven toen zij bedlegerig was. Voor mij staat haar kracht symbool voor de kracht die zij in het leven nodig had om overeind te blijven staan. Enerzijds doet het mij verdriet dat deze kracht in haar levensloop nodig was, anderzijds geeft haar kracht mij inspiratie voor mijn leven en werk.”
“Door de verhalen van mijn voormoeders te delen, hoop ik niet alleen eer te bewijzen aan hun strijd en veerkracht, maar ook licht te werpen op de vaak verborgen aspecten van onze geschiedenis. Hoewel we ver zijn gekomen, de strijd voor vrouwenrechten en een gelijkwaardige samenleving duurt voort. Het leven van al mijn voorouders en de keuzes die ze moesten maken in het gezicht van onvoorstelbare uitdagingen blijven een bron van inspiratie en kracht voor mij en toekomstige generaties.”
Rosanna Nazir
Rosanna Nazir (54) is carrière coach, cultuurmaker en directeur bij IT-bedrijf Kyndryl. “Ik ben geboren en getogen in Suriname met een sterke islamitische geloofsovertuiging, maar woon sinds kind in Nederland,” aldus Rosanna. “Al op jonge leeftijd werd ik mij bewust van de complexiteit van mijn identiteit. Toen ik zes jaar was gaf ik een presentatie over Suriname en mijn islamitische achtergrond, waarin ik uitlegde waarom ik geen varkensvlees at – een onderwerp dat veel vragen opriep bij mijn klasgenoten. Dit moment was bepalend voor mijn begrip van diversiteit en de noodzaak om stereotypen en vooroordelen te bestrijden.”
Haar overgrootmoeder Hamidan en haar oma hebben een onuitwisbare invloed op Rosanna gehad. “Hamidan, geboren in Suriname met Indiase roots, was een toonbeeld van veerkracht. Zij maakte de moeilijke overtocht van India naar Suriname en slaagde erin om, ondanks talloze uitdagingen, haar gezin te ondersteunen en haar islamitische waarden te behouden. Haar verhaal heeft mij geleerd over de kracht van doorzettingsvermogen en de waarde van onze culturele en religieuze identiteit.”
“Mijn oma van vaders kant, eveneens een enorm sterke vrouw, onderstreepte het belang van educatie en gemeenschapszin. Als dochter van een ondernemende moeder, leerde zij ons de waarde van hard werken en het belang van het behouden van onze islamitische principes in een steeds veranderende wereld.”
In Rosanna’s familie waren er door de generaties heen veel interetnische huwelijken en relaties, die over het algemeen in die tijd niet geaccepteerd werden. “Door de buitenwereld wordt mijn religieuze identiteit ook nu nog vaak in twijfel getrokken: ik kom niet overeen met het stereotype beeld van een moslim, waardoor ook ik obstakels ervoer in relatie tot mijn identiteit en geloof. Ook al werden de kinderen in mijn familie op katholieke scholen gezet, zodra wij thuiskwamen van school, werden onze Islamitische waarden nooit verwaarloosd. Allemaal door de religieuze toewijding van mijn voormoeders.”
“De verhalen van mijn voormoeders en hun strijd hebben mij echter gevormd tot wie ik ben: een vrouw die zich inzet voor sociale gerechtigheid en die bruggen bouwt tussen verschillende culturen. Hun nalatenschap inspireert mij elke dag om verder te gaan op het pad van inclusie en gelijkheid.”
Hoe kan je zelf onderzoek doen naar je voorouders?
“Ga in gesprek met je eigen familie en duik vervolgens nationale archieven in voor officiële documenten,” aldus Rosanna. “Dat alleen is niet genoeg om een volledig beeld te krijgen,” zo vult Anita aan. “Om de gevonden documentatie in een historische context te plaatsen, zou ik een specialistische onderzoeker om hulp vragen. Ik heb zelf bijvoorbeeld een postdoc in onder meer koloniale geschiedenis en Hindostaanse migratie.”
En Fausia besluit: “Weet je nog niet waar je moet beginnen? Het Nationaal Archief in Nederland heeft heel veel geïndexeerd en met eenvoudige zoekwoorden kan je al zoeken naar ‘plantages’ en ‘contractarbeiders’. Het CBG, Centrum voor Familiegeschiedenis, heeft ook heel veel zoekhulpen samengesteld om je wegwijs te maken. Tip: pin je niet vast op spellingen. Er is veel scheef gegroeid in de tijd en namen zijn vaak anders geschreven of compleet veranderd.”