Met kordate tred komt ze binnenlopen. “Met jou heb ik volgens mij een afspraak,” zegt ze vriendelijk. Ze stelt voor om een rustiger plek te zoeken, wat verder van het snerpende geluid van het cappuccino-apparaat. “Hier kun je makkelijker praten,” zegt ze even later, zittend op een bank in een huiskamerachtig hoekje.

Anne Dijk is gewend om de regie te nemen. Als moslima heeft ze een missie met haar Fahm Instituut, dat eerder dit jaar zijn eerste lustrum vierde. In vijf jaar tijd heeft het instituut een enorme vlucht genomen op de golven van een groeiend zelfbewustzijn onder islamitische Nederlanders. Tegen de 1400 cursisten zijn met uiteenlopende cursussen bediend, van een reeks over de beroemde Perzische dichter Rumi tot een cursus islamitische filosofie en islamitisch feminisme. “Het Fahm Instituut is organisch ontstaan, vanuit een behoefte bij mensen.”

Waarom ben je begonnen met het Fahm-instituut?

“Ik werd als islamoloog steeds vaker gevraagd om cursussen en lezingen te geven. Bij een aantal projecten vroeg ik of godsdienstfilosoof Kamel Essabane en theoloog Arnold Yasin Mol ook wilden bijdragen. Ik kende hen al van het online platform Nieuwemoskee.nl waar zij kritische en genuanceerde artikelen schreven. Toen er steeds meer activiteiten kwamen, moest daar een vorm voor gevonden worden. Zo is het Fahm Instituut ontstaan.”

Wat is de missie van het Fahm-instituut? Welke thema’s willen jullie agenderen?

“Fahm betekent in het Arabisch ‘begrip’, zowel in de zin van ‘begrijpen’ als je inleven in anderen. De stichting wil academische en traditionele kennis van en over de islam op een holistische manier toegankelijk maken voor een breder publiek met een aanbod aan cursussen, workshops en lezingen. Kennis leidt tot meer begrip. Dat daar behoefte aan is, blijkt uit de groei van het aantal cursisten en het feit dat veel verschillende partijen ons weten te vinden en samenwerkingsverbanden willen aangaan.”

Fahm 33
Anne Dijk Beeld door: Saskia Aukema

“We zijn financieel onafhankelijk en willen dat ook blijven. Daarmee garanderen we ook inhoudelijke onafhankelijkheid. Ook werken we allemaal als vrijwilligers. De prijs die deelnemers betalen is kostendekkend. In het begin was er ook wel weerstand. We kregen de vraag welke geloofsrichting of wetsschool wij als Fahm Instituut volgen. Maar we werken niet voorschrijvend, maar informatief. Wij presenteren verschillende benaderingen en visies, leggen de historische achtergrond uit, zonder meteen een oordeel te geven. We hebben ervaren dat aan deze benadering veel behoefte is.”

“Als studente islamologie irriteerde ik me al zwaar aan de dunne boekjes die in moslimwinkeltjes lagen. Boekjes waarin eenzijdig en kort wordt verteld hoe het allemaal zou zitten. Er is zoveel meer te vertellen! En daarvoor werden we ook steeds vaker gevraagd. Met het Fahm Instituut werken we met mensen die een academische graad hebben. En we spreken alleen als docent over het terrein waar we voor gestudeerd hebben. Het gaat ons dus vooral om het vermeerderen van kennis wat vaak ook leidt tot meer begrip.”

Je bent regelmatig in Istanbul voor je promotieonderzoek. Kun je daar wat over vertellen?

“Omdat ik jarenlang werkzaam was als adviseur en docent, kwam ik minder toe aan mijn eigen verdieping en studie, waar ik juist wel behoefte aan heb. Daarom ben ik onlangs begonnen aan een promotieonderzoek aan de Ibn Haldun Universiteit in Istanbul over vrouwelijke religieuze autoriteit binnen de islam. We willen het Fahm Instituut verder uitbouwen tot een studie- en retraitecentrum en ik wil me daarom verder gronden in de traditie.”

De islam wordt via veel media neergezet als iets naars en als een bedreiging. Dat heeft effect op hoe grote groepen mensen denken.”

“Ibn Haldun kent een intellectueel onafhankelijk klimaat en is zeer internationaal georiënteerd. Er studeren mensen uit onder meer Mali, Syrië, Brazilië, Groot-Brittannië, India, Bosnië, Egypte, Afghanistan, België en Nederland. We voeren fundamentele gesprekken, wisselen persoonlijke ervaringen uit en maken analyses over wat er speelt in de wereld en in de diverse moslimgemeenschappen. Dat ervaar ik als enorm waardevol.”

Hoe vind je dat de mainstream media zich verhouden tot de Islam?

“Dat kan nogal verschillen, maar de berichtgeving is meestal niet heel erg feitelijk en ook nogal tendentieus. Kijk naar de berichtgeving over islamitisch onderwijs en de particuliere ‘Koranscholen’. Er worden in Nederland al tientallen jaren lessen gegeven vanuit moskeeën. Vijftien jaar geleden is daar ook al uitgebreid onderzoek naar gedaan. Als we echt kijken naar de eerste generatie, was er veel op te merken ten aanzien van het pedagogisch leefklimaat. Maar er is zo veel veranderd. Ik zie dat voortdurend. Bijvoorbeeld vrijwilligers in een moskee die de PABO volgen of volgden, n zo’n les heel didactisch aanpakken. De negatieve uitzonderingen die het nieuws halen, en waar we ook best bij stil mogen staan, maken de positieve ontwikkeling van een brede onderstroom onzichtbaar.”

Hoe kijk je aan tegen gevaren van radicalisering in sommige moslimkringen?

“In Nederland wordt voortdurend gemeten met twee maten. En de islam wordt via veel media neergezet als iets naars en als een bedreiging. Dat heeft effect op hoe grote groepen mensen denken. Maar ook hoe moslims in Nederland zich gaan voelen en opstellen. Door het wij-zij denken zie ik een terugtrekkende beweging van moslims. Een soort herzuiling. En ik zie effect op de identiteitsontwikkeling van jonge mensen. Ze gaan geloven in slachtofferschap of staan open voor heldere, duidelijke antwoorden. Het kan een voedingsbodem zijn voor vijanddenken en extremisme.”

utrecht2
Anne Dijk

“Politici denken vaak sterker aan hun eigen kiezers en wat die graag zouden willen horen, dan aan dienstbaarheid aan de samenleving. Je ziet dat ook aan de woordkeuze van premier Rutte die na de aanslag in Utrecht op een verdedigende manier sprak over ‘wij’ en ‘onze manier van leven’. Daarmee lijkt hij niet vanuit kracht tot álle mensen, de hele samenleving, te spreken. Impliciet polariseert hij daarmee meer dan dat hij verbindt. In deze uitspraken zit namelijk een suggestie die niet gericht is op verbinding, want het roept allerlei vragen op: Wij tegen zij? Wie zijn dat dan? Zo creëer je als politicus juist tegenstellingen. Je voedt het vijanddenken in plaats van dat denken te neutraliseren. Semantiek is heel fijngevoelig en belangrijk.”

Hoe staat het Fahm Instituut hierin?

“Als Fahm Instituut kunnen en hoeven we niet alles. Indirect dragen we ons steentje bij aan verandering en vaak zijn we kritisch naar alle kanten toe. Dat maakt ons ook kwetsbaar. Dan zitten we tussen twee vuren. Enerzijds moet je je verdedigen dat je moslim bent. En naar de andere kant toe met je je verdedigen omdat je kritisch staat ten opzichte van bepaalde tradities of opvattingen binnen de islam. Als je die spanning voelt, zit je denk ik ook goed, omdat dit precies de middenweg is die we hopen te bewandelen. En dan is het goed dat er bij ons die veilige ruimte is. Dat mensen niet alleen nieuwe dingen leren, maar ook ervaringen uitwisselen en elkaar echt ontmoeten.”

Welke sociaal en spiritueel kapitaal heeft de islam Nederland te bieden?

“De islam is een levende factor in Nederland en een inspiratiebron voor ongeveer een miljoen Nederlandse mensen. Daarmee maakt ‘de Islam’ feitelijk al onderdeel uit van onze superdiverse samenleving en democratische rechtsstaat. Moslims doen al volop mee, zowel organisatorisch, politiek als qua scholing. Het is belangrijk dat moslims niet meer steeds hoeven te bewijzen wat zij ‘te bieden’ hebben, maar dat we vanuit dit feit doorgroeien naar gezamenlijkheid.”

Politici denken vaak sterker aan hun eigen kiezers en wat die graag willen horen, dan aan dienstbaarheid aan de samenleving. Je ziet dat ook aan de woordkeuze van premier Rutte.”

“Waar het in Nederland nu schuurt, denk ik, is dat we na de verzuiling, secularisering en het individualisme massaal op zoek zijn naar identiteit. Enerzijds zien we door de globalisering en de kennis van het verleden, steeds meer onze onverwerkte geopolitieke trauma’s, anderzijds verliezen we het heden uit het oog, omdat deze snel veranderlijk is waardoor daar een angst voor de toekomst uit voortvloeit. Want hoe anders zou die toekomst wel niet zijn?”

“Nederland ís het land waar we voor willen gaan. Het is belangrijk om in het heden te staan en vanuit realiteit en feitelijkheid gezamenlijk op zoek te gaan naar nieuwe waarden. Niet vanuit slachtofferschap én niet vanuit een dominant patriarchaat. Waarden zijn niet feitelijk, maar wel onze essentiële motor. Hoe wíllen wij aankijken tegen vrede, hoe willen wij vrienden zijn en hoe willen wij dat vrijheid eruit ziet? De islam als rijke traditie heeft hierin enorm veel overeenkomsten met het christendom en verassend genoeg ook seculier humanistische waarden.”

“Daarnaast heeft het veel eigens te bieden. Denk aan het sociaaleconomische systeem, waarin ethiek en verbod op buitensporigheid leidend zijn. Dit heeft effect op de economie – zonder rente – en voeding: eerlijk en groen. Maar ook het concept van een dagelijkse bezinning, het gebed, en de jaarlijkse grote reflectie als een maand als Ramadan, dragen bij aan vertraging en je ethische keuzes op scherp zetten. Dit proces van ingebouwde vertraging wens ik onze maatschappij toe.”

Wie zijn belangrijke voorbeelden of inspiratiebronnen voor jou?

“Voor mij is Umm Salamah een grote inspiratiebron, vrouw van de profeet Mohammed. Na de dood van haar man, gaf de kalief Omar de vrijdagpreek. In een daarvan wilde hij, vanwege empathie met de slechte financiële omstandigheden van toen, een limiet aan de bruidsschat stellen zodat mensen makkelijker konden trouwen. Ze onderbrak die preek door het reciteren van een Koranvers waarin staat dat je van de vrouwen niets terug mag nemen wat juist aan hen gegeven is – refererend naar de bruidsschat die met de komst van de Islam eigendom van de vrouw zelf werd. Tot in de jaren vijftig van de vorige eeuw was het zelfs in Nederland ongekend dat een vrouw zelfstandig bezit had, dus dit was, zeker in de zevende eeuw, heel revolutionair ten aanzien van vrouwenrechten. Het onderbreken van de preek was bijzonder, want tijdens de preek moet het muisstil zijn. Maar ze voelde zich genoodzaakt deze aanstaande wet tegen te spreken. Dit werd direct geaccepteerd en Omar stelde de limiet dan ook niet in.”

Volgens Anne toont dit voorbeeld aan dat binnen de islam vrouwen een belangrijke rol spelen. “Blijkbaar zaten mannen en vrouwen tijdens het bewuste vrijdaggebed in dezelfde ruimte en werd Umm Salamah in de moskee niet de mond gesnoerd, omdat ze sprak met gezag dat ook door de kalief, de hoogste gezagvoerder, geaccepteerd werd.”

fahm5-1170×680
Eerste lustrum Fahm Instituut, juli 2019.

Ten tweede noemt Anne Dijk haar vader als belangrijk en inspirerend voorbeeld. Hij is predikant binnen de Protestantse Kerk. “Ik heb altijd gezegd dat ik een andere weg zou inslaan dan mijn vader,” zegt ze. “En in een aantal opzichten ben ik inderdaad ook een andere weg ingeslagen. Maar…”. Anne wordt stil. “Ken je dat liedje van Stef Bos?” Opnieuw wordt het stil. De interviewer begrijpt dat het gaat om het bekende lied ‘Papa’.

Door bewust voor religiestudies te kiezen in plaats van voor theologie, dacht ik iets héél anders te doen dan mijn vader. Later bleek dat hij ook die route volgde.”

“Door bewust voor religiestudies te kiezen in plaats van voor theologie, dacht ik iets héél anders te doen dan hij. Later bleek dat hij ook die route volgde, en pas later christelijke theologie erbij deed en nog veel later predikant werd. Ook ik ben begonnen met religiestudies en vanaf mijn tweede jaar deed ik islamitische theologie erbij. Later studeerde en doceerde hij filosofie, en nu geef ik ook les in islamitische filosofie.”

“Ook al is hij met pensioen, hij preekt nog steeds, schrijft boeken en is enorm betrokken bij mensen, hij is dienstbaar en zet zich in voor mensen binnen en buiten zijn geloofsgemeenschap. Dit alles met een onvermoeibaar doorzettingsvermogen en zonder er ook maar iets voor terug te verwachten. En buiten alles om, is hij een fantastische vader. Hij is in alles een inspirerend voorbeeld voor me.”

“Hij is ook dol op zijn kleinzoon, mijn zoon Isa die nu ruim drie jaar is. Dat hij deze naam draagt is geen toeval. Isa betekent Jezus in het Arabisch. Daar ligt voor de mij de verbinding tussen de christelijke traditie, waarin ik opgroeide, en de traditie waarin ik doorgroeide, de islam.”

Dit interview verscheen oorspronkelijk op 18 december 2019 en is opnieuw gepubliceerd in het kader van de Nieuw Wij Zomerherhalingen 2020.

U kunt gratis verder lezen

Klik deze melding weg via het kruisje. Maar goede artikelen schrijven kost geld. Steun daarom onze schrijvers en word al vanaf € 5 per maand Vriend/in van Nieuw Wij.

Ik lees eerst het artikel verder.
OLYMPUS DIGITAL CAMERA

Theo Brand

Eindredacteur

Theo Brand is journalist en politicoloog en werkt bij Nieuw Wij als eindredacteur. Religie, levensbeschouwing en politiek zijn …
Profiel-pagina
Al 8 reacties — praat mee.