U bent zes jaar lang geestelijk verzorger geweest in de gevangenis. U gaf meditatietrainingen aan gedetineerden. Met Mind Only begeleid u nu een ander publiek. Zit daar veel verschil tussen?
“Als je heel diep kijkt, is er geen verschil. In de gevangenis heb je zichtbare gedetineerden en daarbuiten heb je onzichtbare gedetineerden. Er zijn mensen die gevangen zitten en dat van zichzelf weten. Maar er zijn ook mensen die niet beseffen dat ze gevangen zitten in hun manier van denken, in hun gewoonten, in hun werk, in hun omgeving, en in de maatschappij. Ze zijn minder vrij dan ze denken. Maar er is een weg om vrij te zijn. Ik help ze als geestelijk begeleider, als leraar, om tot dat inzicht te komen.”
Wanneer je deel uitmaakt van een bepaalde cultuur, bijvoorbeeld een ongezonde bedrijfscultuur, dan lijkt het me niet makkelijk om je daarvan te onttrekken, als de omgeving niet mee verandert…
“In een cultuur ben je nooit een passieve deelnemer. Je draagt daar altijd actief aan bij. Je moet je echter wel bewust zijn van wat je cultiveert. Maar in principe kun je altijd met een nieuwe cultuur beginnen op basis van jezelf. De enige cultuur die echt gecultiveerd wordt en echt invloed op je heeft, is die van je eigen gewoontes.
Om een voorbeeld te geven, ik heb zoals je ziet een koffiekopje in mijn hand. Die is leeg. Als ik deze bijvul met koffie en ik vraag jou of die nog leeg is, dan antwoord jij naar alle waarschijnlijkheid van dat het niet zo is. Toch is dat kopje leeg. Als je heel goed kijkt naar een volle kop, zie je een lege. Als het kopje zich er niet bewust van is, kan koffie haar zeggen dat ze zwart is, melk haar zeggen dat ze wit is en thee haar zeggen dat ze geel is. Wij zijn dus dat kopje. De cultuur die ons kan beïnvloeden, is dus die koffie, die melk, die thee. Daar hebben we dus last van. Maar eigenlijk zijn wij leeg. Die vrijheid is altijd in ons aanwezig. Dat is een bijzondere cultuur.”
Wat bedoel je met leegte? Bedoel je daarmee te zeggen dat we in wezen vrij zijn van conditioneringen?
“Leegte betekent dat je jezelf kunt zijn. Dat is heel belangrijk. Je kunt nooit de leegte uit dat kopje halen. Dat is namelijk de kern van wie jij bent.”
Ik kan me voorstellen dat het best lastig kan zijn om te weten wie je bent, door de conditioneringen die welk soort cultuur dan ook aan je oplegt…
“Daar ben ik het niet mee eens. Het hangt van je wilskracht af en ook van je geloof. De vijf zuilen begint met het geloof in de enige God. En ik vraag hierbij, als leraar, geloof ook in je eigen kracht, geloof in je eigen wijsheid, in je eigen compassie. Ik heb gedetineerden zien transformeren. Ik heb gezien hoe deze mannen die vastzaten in hun boosheid en frustratie, zichzelf konden worden, door hen te leren hoe ze los moeten laten. Dat loslaten brengt hen tot zichzelf in een nieuwe cultuur van vrijheid. Je kunt zeggen als de cultuur van koffie je niet bevalt dat je deze vervangt door die van melk of die van thee. Maar het is niet gegarandeerd dat het je goed zal doen. Het kan je in negatieve zin beïnvloeden als je geen geloof hebt. Maar als je zegt te geloven in God en bij Hem je toevlucht zoekt, dan moet dat zich in je dagelijks leven kunnen vertalen.”
1. De geloofsbelijdenis (shahada)
In je boek De Boeddha in de Bajes vertel je over je gesprek met een gedetineerde ex-predikant die aangaf niet in God te geloven. Ook vertel je te maken hebben gehad met collega geestelijk verzorgende die er hetzelfde over dachten. U gelooft dat dat een misverstand is, want niet geloven in God, komt volgens u overeen met niet geloven in jezelf en daarmee niet geloven in de mensen die je gezien je functie bij zou moeten staan. Je kan ze niet helpen als je niet gelooft. Wie of wat is God voor u?
“Er is een Bijbelse passage waarin Jezus iets heel mooi zegt. Men vroeg aan hem: “Kunt U ons God laten zien?” Toen zei Jezus: ”Maar mijn leerling, je bent al zolang bij mij en je hebt mij nog niet gezien? Als je mij ziet, dan zie je God.” God staat niet los van de mens. Als je me vraagt wie is God voor mij, dan zeg ik: ‘God is Maria Bouanani’.”
Bedoel je daarmee te zeggen dat God in ons allemaal zit? We zijn allemaal één?
“Dat heb ik niet gezegd. Dat is een concept, een idee. Ik zeg als leraar alleen dingen die je kan toepassen in het leven om vrij te kunnen zijn. Ik deel geen concepten. Ik zeg niet wij zijn één want, dat is voor mij niet een waarheid waar we persé op dit moment aan moeten vasthouden. Ik zeg dit alleen maar naar aanleiding van uw vraag is, wat is God. Ik kan God niet uit u halen Maria.”
Dus God zit in mij?
“Dat zeg ik ook niet. Als ik zeg God zit in jou, dan is er een verschil tussen God en u. Volgens uw geloof (islam) is het om te zien dat God in ieder cel van uw lichaam aanwezig is. Vijf keer per dag herinnert u zich in het gebed aan dat God aanwezig is in uw leven. Corrigeer mij als u denkt dat ik dit verkeerd heb.”
Ik ben een beetje in de war. Ik heb nu het gevoel dat ik u met mijn vraag ‘dwing’ om een bepaalde positie in te nemen. Het gaat mij meer om uw perspectief als boeddhistisch psycholoog. Ik ben niet thuis in het boeddhisme, maar ik probeer te relateren aan wat wel voor mij bekend is. In uw boek ben ik een paar dingen tegengekomen waarvan ik denk dat dit universeel is…
“De raakvlakken tussen religies, die je herkent, snap ik. Maar daar is het mij niet om te doen. Ik vertel u geen dingen die u persé hoeft te herkennen. Het is mijn taak als leraar iets wat ten diepste in u zit, een instinctieve wijsheid, aan te raken. Dat gaat verder dan we met ons denken kunnen vatten. Als we iets als een universele waarheid aannemen, dan zitten we vast aan een bepaald concept. We denken vervolgens dat het de enige waarheid is, dat kan gevaarlijk zijn. Oorlogen worden er soms om gevoerd. Ik zeg juist dingen die mensen kunnen helpen om ‘waarheden’ los te laten waardoor ze in aanraking kunnen komen met iets wat veel dieper in hen zit, waar ze met hun denken niet bij kunnen. Ik noem dat de ultieme dimensie. Die kun je niet beschrijven met een concept.”
Dat verklaart wellicht het ontbreken van zendingsdrang bij u. Om een concreet voorbeeld te noemen, de eerdergenoemde ex-predikant is na het volgen van uw meditatietrainingen weer tot geloof gekomen. Hij is het christendom weer gaan waarderen. Hoe heeft u dat voor elkaar gekregen?
“Ik vind het belangrijk als leraar en geestelijk verzorgende om een begeleidende rol in te nemen. Ik vind namelijk dat mensen alleen gelukkig kunnen zijn met hun eigen wortels. Als jouw geloof de islam is, dan kun je niet gelukkig zijn als boeddhist. Mijn taak is om u te helpen uw eigen diepe wortels te kunnen ontdekken, ongeacht uw religieuze achtergrond. En als u heel diep in uw wortel kijkt, en deze kan aanraken, dan ziet u ook mijn wortel. In die ultieme dimensie is er namelijk geen dualisme.”
Dat klinkt als next level. Dus uiteindelijk komen mijn wortels en die van u samen?
“Als u heel diep kijkt naar uw wortels, dan ziet u mijn wortels. Als u heel diep kijkt naar uzelf dan ziet u mij. Het kan niet anders. Laat ik een ander voorbeeld noemen. Stel er staat een appelboom voor u. Ik zou op een eenvoudige manier kunnen zeggen dat u de appelboom niet uit uzelf kunt halen. Of u nu wilt of niet, u staat in verbinding met de appelboom voor de rest van u leven. U kunt zeggen dan hak ik de appelboom om. Maar die appelboom blijft zichtbaar, want u bent namelijk de appelboom. Die verbinding blijft bestaan.”
De basis van het boeddhisme bestaat uit de vier edele waarheden. De eerste waarheid is de constatering dat er lijden is. De waarheden die daar op volgen geven kortgezegd aan dat er oorzaken zijn van het lijden, namelijk begeerten, en dat deze kunnen worden weggenomen door het volgen van het achtvoudige pad. U geeft daar in uw boek een andere visie op en pleit voor een positieve benadering en dus een hervorming van die vier waarheden. Zo vindt u dat lijden niet per definitie slecht hoeft te zijn en gaat u liever uit van de aanwezigheid van geluk als eerste waarheid. Kunt u daar iets meer over zeggen?
“Zoals ik eerder zei kan de waarheid gevaarlijk zijn wanneer we het beschouwen als een concept. Als we het concept van de waarheid kunnen loslaten, komen we bij een andere type waarheid aan. Een waarheid die niet in concepten te vangen is en die we kunnen aanraken. Dat is die ultieme dimensie.
Mensen zijn gewend om lijden als een waarheid te beschouwen naar het onderricht van De Boeddha. Alleen schieten ze daarin door, door lijden als een concept vast te houden en het als een soort duivel te beschouwen. Maar zo bedoelde De Boeddha het niet. De Boeddha zei juist dat je lijden met respect moet behandelen, dat je het lijden met compassie in de ogen moet kijken. Als je het concept over lijden loslaat, kom je tot de kern. Als waarheid is lijden minder eng dan we denken. Ik vind dat je als leraar altijd moeten proberen, waar een weg is, mensen te helpen om blij te kunnen zijn. Door uit te gaan van de aanwezigheid van geluk als eerste waarheid in plaats van lijden, hebben mensen een nieuwe kans om De Boeddha te begrijpen. Ik denk dat mensen, en daarmee de leer van De Boeddha daar meer mee gebaat zijn.”
Uw organisatie Mind Only organiseert 29 oktober a.s. een internationale conferentie die de titel draagt ‘De collectieve dimensie van geluk’. De aankondiging leest als een pleidooi voor gezamenlijk geluk. Gelooft u niet in individualistisch geluk?
“Als het echt individualistisch geluk is dan is het ook gezamenlijk geluk. Geluk is namelijk altijd deelbaar. Dat straal je af naar je omgeving. Dat voelt ze meteen. Als ik echt gelukkig ben, dan zijn mijn kinderen dat ook. Maar als ik zeg gelukkig te zijn, en mijn kinderen zijn dat niet, dan moet ik bij mezelf te rade gaan of ik geen schijngeluk aan het najagen ben. Het volgen van je begeerten is een schijngeluk. Dat willen mensen nog wel eens verwarren met echt geluk.”
Dus je kinderen zijn een goede graadmeter van je eigen geluk?
“Ja, maar ook de maatschappij en anderen mensen.”
2. Het gebed (salat)
U geeft onder meer meditatietrainingen om mensen te helpen om in alle stilte in contact te komen met hun diepe kern. Is er een wezenlijk verschil tussen mediteren en bidden?
“In het boeddhisme kennen we heel veel vormen van meditatie. Het gebed is daar een van. Maar ook zitten is meditatie, lopen is meditatie, eten is meditatie, ademen is meditatie. Hoewel de handelingen en de instructies bij een gebed anders zijn dan bij verschillende soorten meditaties, brengen ze je wel allemaal dichter bij je ware essentie. Tenminste als je het op de juiste manier doet. Als je je voor de volle honderd procent inzet, dan kom je dezelfde ervaring tegen als wanneer je bid. Want daar waar je tot je ware essentie komt, voel je de aanwezigheid van God.”
Komen alleen mensen met affiniteit voor het boeddhisme op uw meditatietrainingen af of heeft u een breder publiek?
“Ik heb leerlingen van diverse achtergronden. Zo heb ik ademhalingslessen gegeven aan collega geestelijk verzorgden van andere religies, zoals imams en priesters. Zij zien er ook de gezondheidsvoordelen van in. Het is meditatie die niets afdoet aan het eigen geloof. Het versterkt deze juist.”
Het is dus verenigbaar met ieder geloof?
“Het is verenigbaar omdat het boeddhisme de capaciteit heeft zich aan te passen aan alle culturen en religies. In het boeddhisme zeggen we nooit dat we de waarheid in pacht hebben. Dat maakt de communicatie met andersgelovigen makkelijker.”
3. De armenbelasting (zakat)

In uw boek houdt u een pleidooi om het lijden van anderen te helpen verminderen en om het leed van gevangenen met meer compassie te bekijken. Ik denk dat de meeste mensen eerder sympathie zullen hebben met slachtoffers. Waarom vindt u dat ook daders dat zouden verdienen?
“Het is cultureel bepaald om een dader alleen als dader te zien. Maar als je goed naar een dader kijkt dan zie je ook een slachtoffer. Veel mensen beseffen niet dat gedetineerden óók slachtoffer zijn in heel veel aspecten in hun leven. Dat beseffen ze zelf vaak ook niet, om dat ze niet geleerd hebben om met compassie naar zichzelf te kijken. We kunnen alleen het slachtoffer in de dader ontdekken als we hem benaderen met liefde en hem helpen om de pijn in zichzelf te zien, en daarmee de pijn in zijn slachtoffer. Alleen met compassie kun je iemand die pijn heeft, iemand die lijdt en daardoor verkeerde dingen gedaan heeft de weg wijzen. De weg om weer in zichzelf te geloven. Het is gevaarlijk wanneer een gedetineerde niet meer in zichzelf gelooft. Dan heeft hij niets meer te verliezen. Dat zie je terug in recidive cijfers. Die zijn vrij hoog. In sommige landen keren tussen vijftig en de zeventig procent terug in de gevangenis. Dat moet anders. We moeten ons werk dus goed doen tijdens hun opsluiting. Dat betekent hen benaderen met liefde, zoals een goede moeder die altijd het mooie in haar kind blijft zien, ook al is hij stout geweest.”
Een heel mooie benadering. Maar ik kan me ook voorstellen dat het bij velen weerstand zou oproepen. Bijvoorbeeld bij slachtoffers en nabestaanden die nog heel erg boos zijn.
“Slachtoffers hebben ook hulp nodig om hun boosheid te kunnen begrijpen. Ik zei net eerder dat als je naar de dader kijkt, je een slachtoffer ziet. Het klinkt misschien bot, maar als je naar het slachtoffer kijk, zie je soms ook een dader. Soms doen mensen zichzelf pijn aan, door twintig of dertig jaar lang vast te houden aan de pijn van wat hen overkomen is. Dan ben je in zekere zin ook een dader naar jezelf toe. Als je de dader helpt om de pijn in zichzelf te zien, help je indirect ook het slachtoffer omdat de dader aan de pijn van het slachtoffer kan relateren. Hij ziet de pijn van het slachtoffer en kan daarmee de stap zetten om zijn excuses aan te bieden. Dat is ook vaak gebeurd.”
4. Het vasten in de maand Ramadan (sawm)
We hadden het net over verschillende vormen van meditatie. Nu gaat het bij eetmeditatie om bewuster om te gaan met eten. Onder meer door bewust te kauwen en in stilte te eten. Maar valt onthouding daarvan ook onder meditatie?
“Onthouding is inderdaad ook een vorm van meditatie. Bij zitmeditatie bijvoorbeeld onthoud je je een half uur van denken door in alle stilte de focus te leggen op je ademhaling en zo weer tot jezelf te komen. Niet omdat denken an sich slecht is, maar omdat het verleggen van je focus van het denken af een goede oefening is om je je gedurende de dag goed te voelen.”
Nu staat De Boeddha volgens mij bekend om het ascetisme, een extreme vorm van onthouding. Hij onthield zich toch ook van voedsel?
“De Boeddha heeft inderdaad extreem geoefend, zodanig dat het bijna zijn leven heeft gekost. Hij at op een gegeven moment slechts een paar korreltjes sesam per dag. Toen hij ontdekte dat dit niet de weg is om zijn lijden weg te nemen, begon hij weer te eten. Met extreme onthouding schiet je je doel voorbij, maar vasten is een heel ander verhaal. Ik heb zelf in het verleden ook geoefend door bijvoorbeeld acht dagen helemaal niets eten, en alleen te drinken. Maar dat is heel anders dan onthouding als de weg te zien. Dat kan tot hele extreme gevolgen leiden. De Boeddha heeft zelf ook ontdekt dat extreme onthouding niet de weg is. Dat is geen boeddhisme.”
Het lijden van de mens wordt volgens De Boeddha veroorzaakt door het najagen van begeerten: eten, slapen, seks, geld en faam. Dat zou leiden tot vals geluk. Wat maakt dat begeerten echt geluk in de weg staan?
“De zoetheid ervan kan je naar de afgrond leiden. Dat wil niet zeggen dat we ons tegen alle uitingen ervan moeten verzetten. Maar je moet je wel bewust zijn van het gevaar. We weten allemaal dat te veel friet of te veel cola gevaarlijk kan zijn voor je gezondheid. Maar af en toe een frietje of een cola nemen kan geen kwaad. Het gevaar zit hem in het niet-weten dat een overdaad gevaarlijk is. Het boeddhisme begint met het inzicht dat eten een zoetheid is. Weten dat eten gevaarlijk kan zijn, beschermt je al tegen het gevaar. “
5. De bedevaart naar Mekka
U beschrijft in uw boek dat veel gedetineerden hun tijd afwachten tot ze weer vrij mogen zijn. En als die toekomst dan uiteindelijk aangebroken is, dat die vrijheid dan vaak tegenvalt omdat het verleden hen nog steeds achtervolgt en de wereld om hen heen in de tussentijd veranderd is. Als geestelijk begeleider in de gevangenis maakte uw een reis met uw leerlingen naar een plek van tijdloosheid. Kunt u daar wat meer over vertellen?
“In het Nederlands hebben we de uitdrukking uitvaart. Ik gebruik zelf het woordje thuisvaart. Ergens een thuis hebben om naar toe te gaan. Een thuis waar wij vrij zijn van alles inclusief de tijd. Als we het hebben over tijd, denken we vaak dat het verleden achter ons ligt, dat de toekomst voor ons ligt, en dat we leven in het hier-en-nu. Maar als je goed kijkt, ligt het verleden niet achter ons. Het verleden ligt vóór ons. Het is niet iets wat geweest is, maar iets wat wij nog kunnen veranderen. Je kunt nog alles goed maken.
Veel mensen leven met een gevoel van onmacht, omdat ze denken dat ze er toch niets meer aan kunnen veranderen. Maar alles is nog daar in de dimensie van tijdloosheid. In de tijdsdimensie waar we normaal van uitgaan, nemen gedane zaken geen keer en kun je niets meer doen. Maar dat is niet waar. Je kunt het altijd goedmaken. Zelfs met mensen die al overleden zijn. In de dimensie van tijdloosheid staan we nog altijd met elkaar in verbinding. Dat bedoelde ik net met dat voorbeeld over de appelboom. In de tijdloosheid verdwijn je niet, en ben je altijd samen. Als ik er straks niet meer ben niet, en je komt een leerling van mij tegen, dan zul je heel duidelijk mijn aanwezigheid in die leerling zien, zoals de aanwezigheid van mijn leermeester in mij aanwezig is. Kortgezegd is een bedevaart voor mij teruggaan naar je essentie, naar je thuis, naar de plek waar liefde altijd aanwezig is en waar we altijd samen zijn.”
Zou je tot slot een fysieke gevangenis een bedevaartsoord kunnen noemen, wanneer het een plek van contemplatie wordt onder de juiste begeleiding?
“Dat is een ideaalbeeld. We moeten niet wachten tot mensen verdrinken om te helpen. We moeten mensen helpen leren zwemmen.”
Dit interview is oorspronkelijk gepubliceerd op 21 oktober 2022 en opnieuw geplaatst in het kader van de Nieuw Wij Winterherhalingen.