Anderhalf jaar geleden richtte Anne Fahm Instituut op, een kennisinstituut voor meer begrip van de islam. Fahm is Arabisch voor ‘begrip’ of ‘begrijpen’ en werd vergezeld met de slogan: ‘Omdat kennis tot begrip leidt’.
Het daadwerkelijk begrijpen van de wereld om ons heen en onszelf is volgens Anne een wezenlijk onderdeel van de islam. “Volgens mij is de essentie van de islam tazkiyyah al nafs, dus de reiniging van de ziel”, licht ze toe. “Zonder begrip van jezelf, zonder begrip van Allah, zonder begrip van ook maar iets dat bestaat, zal je die dingen nooit op een goede manier eigen maken. Kennis zie ik als een tool waarmee je begrip kunt bewerkstelligen. Ik denk dat het je een beter mens maakt, als je dingen probeert te begrijpen. Dan wel in de breedste zin van het woord, dus ook een ander proberen te begrijpen. Dat vergt veel werk, je moet iets van jezelf aan de kant zetten, je moet jezelf openstellen voor de ander, je moet luisteren. Daar zit weer die tazkiyyah in, dus je ego temmen. Als je dan uiteindelijk begrijpt hoe moeilijk en grijs het allemaal is, dan maakt dat je denk ik ook een nederiger mens en meer in staat om bijvoorbeeld naastenliefde uit te oefenen en een beter mens of moslim te worden.”
Islam, imaan, ihsaan
De relatie tussen kennis en begrip – en met name wanneer kennis precies tot begrip leidt – lijkt in eerste instantie wat ongrijpbaar en niet eens zo vanzelfsprekend. Anne maakt ter verduidelijking graag gebruik van een metafoor uit de islam.
“De Koran maakt onderscheid in drie niveaus”, vertelt ze. “Het eerste niveau is islam. Onder het concept islam vallen de vijf zuilen en de muslim is iemand die dit uitvoert. Dit staat synoniem voor droge, feitelijke kennis, oftewel het weten. Het tweede niveau is imaan, dat zijn onder meer de zes geloofspilaren. De mumin gaat een stukje dieper en doet bijvoorbeeld zijn gebed niet omdat het voorgeschreven wordt, maar omdat het vanuit de eigen intentie komt. Dit niveau staat voor het bewust met kennis bezig zijn, erop reflecteren. Het laatste en meest hoge niveau is de ihsaan. Een muhsin heeft het hoogste niveau bereikt en heeft het begrip verinnerlijkt. Als deze persoon het gebed niet doet, wordt hij of zij onrustig. Deze heeft de kennis en het begrip zo eigen gemaakt dat het deel uitmaakt van het diepste wezen van deze persoon. Dit laatste niveau kan je vergelijken met het verinnerlijken van kennis, van waaruit diep begrip ontstaat.”
Lege hulzen
Hoewel we bij kennis al gauw denken aan feiten, omvat religieuze kennis volgens Anne meer dan alleen feitelijkheden of ‘droge kennis’. Ze legt uit dat het niet alleen belangrijk is dat iemand vijf keer per dag bidt, maar ook hoe die persoon wordt geïnspireerd voor dat gebed, hoe diep zijn of haar begrip van het gebed gaat en dat het met de juiste intentie gebeurt. “Dit is iets wat we veel horen in de islam, dat het hebben van de juiste intentie zo belangrijk is, maar ik mis eerlijk gezegd de diepere reflectie op die intentie: wat betekent dat dan, iets met de juiste intentie doen? Ik denk dat de juiste intentie is als het een dieper effect gaat hebben van binnen, zodat je jezelf een beter mens maakt en je handelen erdoor verandert. Dit is ook waar we bij stilstaan in de workshop Mindful Moslim. Jammer genoeg zie ik dat bij veel moslims wereldwijd de begrippen steeds meer op lege hulzen beginnen te lijken. Ze worden eerder geuit om een broeder of zuster de mond te snoeren dan om een diep transformerend proces op gang te brengen.”
De les lezen
Het concept kennis is vanuit religieus opzicht dus meerduidig en verwijst niet alleen naar feiten, maar bijvoorbeeld ook naar het waarom achter zogenaamde feiten. Ook kennis van de verschillen binnen de gemeenschap is volgens Anne van essentieel belang voor een sterke oemma. Ze betreurt het echter dat Nederlandse moslims elkaar zo vaak de les willen lezen. Volgens haar bejegenen moslims elkaar zo hard omdat er juist veel gebrek is aan begrip. Ze meent dat deze ingesleten patronen tegengesteld zijn aan de eerste eeuwen van de islam en haar vroegste bronnen. “In de klassieke fiqh”, vertelt ze, “begint vrijwel elk vraagstuk met ‘Er is ikhtilaaf’, er is meningsverschil. Wat ik vooral heb opgestoken van mijn studie usul al-fiqh is dat het je nederig maakt. Als er altijd meningsverschil is, dan besef je dat de veel gebezigde uitspraak Allahul ‘Alem (Allah is de Alwetende) echt heel diep gaat. Als je daarvan overtuigd bent, dan betekent dat per definitie dat de mens niet alwetend is.”
Uitwisseling
In de periode van de klassieke islam was er volgens Anne ook veel meer respect tussen geleerden. “Je had plaatsen als Basra, Kufa en Damascus, daar vond een geweldige bloeiperiode plaats waarin vraagstukken met elkaar werden bediscussieerd. Mensen studeerden zelfs bij andere mensen met wie zij het eigenlijk niet eens waren. Er was veel meer uitwisseling, neem het voorbeeld van imam Hanbal die onder imam Shafi’i studeerde, terwijl het uiteindelijk twee wetsscholen werden. Of imam abu Hanifa die zijn zoon naar imam Malik stuurde om van een andere visie les te krijgen. ”
Volgens Anne is het respect tussen geleerden op basis van inhoud verdwenen. “Ik denk dat wij vandaag de dag geen autoriteitsstructuur meer hebben, niet alleen de mondiale oemma maar ook de mensengemeenschap. Daarom heb ik wel respect voor de traditionele instituten, omdat daar nog wel een hele duidelijke autoriteitsstructuur is op basis van kennis, gedegen onderzoek en ervaringen van het verleden. Zeker in het Westen hebben moslims te maken met een groot autoriteitsprobleem. Ik heb het altijd fantastisch gevonden dat er geen centraal gezag is zoals de paus, zolang het je nederig houdt. Maar doordat er geen centraal gezag is, heb je nu een gap of authority, waardoor ego’s hun kans grijpen.”
Diploma
Hoe gemakkelijk het is om een mening te verkondigen en iemand te beoordelen of zelfs te veroordelen, zo moeilijk is het om gedegen kennis te vergaren, je horizon te verbreden en tot meer begrip te komen. Anne is naar eigen zeggen dan ook niet snel onder de indruk van iemands kennisniveau. Bijzonder fel keert ze zich tegen zelfverklaarde experts. “Ik vind dat je bevoegd moet zijn voor hetgeen waar je les in geeft, zo simpel is het”, licht ze toe. “In de moslimgemeenschap zie ik veel mensen die lezingen geven – met de beste bedoelingen, want over intenties wil ik niet oordelen – maar geen gedegen opleiding hebben gehad. Ze hebben niet alleen geen diploma binnen het officiële onderwijssysteem, maar ze beschikken ook niet over een ijaaza, een diploma vanuit het traditionele systeem.”
Het kwalijke hieraan vindt Anne dat deze personen kennis hebben opgedaan vanuit hun ego. “Je kan heel veel lezingen hebben gevolgd, je kan heel veel Youtube-filmpjes hebben gekeken en je kan heel veel boeken hebben gelezen, maar jij hebt de keuze gemaakt welk filmpje je kijkt, welk boek je leest en welke lezing je bezoekt. Dat vind ik een heel andere manier van kennis opdoen dan bij een traditioneel instituut of een universiteit. Ook in een traditioneel instituut moet je namelijk een bepaald curriculum afleggen en daar zit een hikma achter, een wijsheid. Zonder een brede en stabiele basis lezingen geven kan goed gaan, maar we zien ook regelmatig dat het naar zwart-wit denken neigt. Sommigen zijn te veel bezig met waarheid, te hongerig naar waarheid, dat ze de weg naar waarheid overslaan.”
Sjeik Google
Voor veel moslims is de eerste uitvalsbasis in hun zoektocht naar kennis wat Anne sjeik Google noemt. “Dit is het grootste kwaad van deze tijd. Het is de makkelijke weg en een deel van de mensen blijft daar hangen. Een ander deel wil wel verder, deze mensen willen bijvoorbeeld niet elke week een boek lezen, dus gaan zij naar lezingen. Uiteindelijk heb je een kleine groep die wel echt cursussen wil volgen, de verdieping opzoekt.”
Volgens Anne komt dit inderdaad voor een deel neer op preken voor eigen parochie, “maar”, zegt ze, “ik denk niet dat we moeten onderschatten dat je in iedereen die je tegenkomt een zaadje kan planten. Ook al preek je voor eigen kerk, er hoeft maar net iemand te zijn die twijfelde en waar je dan een zaadje in hebt geplant. Of iemand die door die cursus wél genoeg kennis heeft opgedaan om de discussie met anderen aan te gaan, wat hij eerst niet durfde.”
De behoefte aan kennisvergaring leeft sterk onder de Nederlandse moslimgemeenschap, constateert Anne. “Mensen zijn zoekende”, vertelt ze, “en dat heeft ook te maken met de context waarin we leven. Jongeren gaan toch een stapje verder dan hun ouders, ze hebben meer mogelijkheden en kansen hiertoe. Bovendien kunnen veel ouders hun vragen niet beantwoorden. Zij zeggen: ik ben moslim, ben zo geboren en ik ben er blij mee. Dan is de Nederlandse context wel uitdagend, want elke moslim wordt ongeveer geacht islamoloog te zijn. Ik denk dat moslims die verantwoordelijkheid ook echt voelen: nu moet ik antwoord gaan geven maar ik weet het eigenlijk helemaal niet. Het lijken makkelijke vragen, maar het zijn hele existentiële vragen.”
Vrouwen en kennisvergaring
Zelf bestudeerde Anne zes jaar lang op universitair niveau niet alleen de usul al-fiqh, maar ook Koran- en hadithgeschiedenis en de thema’s gender en autoriteit binnen de islam. Haar afstudeeronderzoek schreef ze over de discussie omtrent de positie van vrouwelijke imams.
Met veel enthousiasme vertelt Anne over een van de vrouwen die haar inspireren: Umm Salama. “De migratie van Mekka naar Medina had ook een shift in het denken van de moslims tot gevolg. De vrouwen van Medina waren iets vrijer en actiever in het politieke en sociaal-maatschappelijke leven. De vroege moslims vonden dit vanuit hun Mekkaanse context vreemd en kwamen bij de profeet (vzmh) in opstand. Maar de Profeet (vzmh) liet dit gaan. In Medina trouwde hij met Umm Salama, die over veel kennis beschikte. De vrouwelijke ansar (lett. ‘helpers’, waarmee de mensen uit Medina worden aangeduid) vroegen haar vaak waarom de Koran op mannen is gericht. Een verklaring daarvoor is dat het Arabisch in het meervoud mannelijk is, omdat je geen onzijdig meervoud hebt. Maar Umm Salama bevroeg alles, ging naar Mohammed (vzmh) en vroeg hem waarom de Boodschap alleen naar mannen gericht was. De profeet (vzmh) kreeg hier drie dagen later een openbaring over: “Oh jullie gelovige mannen en vrouwen, oh jullie eerlijke mannen en vrouwen, oh jullie nederige mannen en vrouwen….”(Koran 33:35). Dit is dus een voorbeeld dat de profeet (vzmh) en Allah de vraag van een vrouw serieus namen en daar ook op reageren. Het mooie is dat Umm Salama dingen altijd bevroeg, ze nam niks klakkeloos aan.”
Vooral Aisha geldt onder moslims als een vrouw die veel kennis bezat, met name van het doen en laten van de profeet (vzmh). Anne: “Zij was eigenlijk de eerste moeftiyyah, de eerste persoon die fatwa’s gaf. Zij heeft ook ongeveer één derde van de ahadith overgeleverd. In de vroege eeuwen van de islam zie je kortom dat vrouwen als bezitters en overdragers van kennis absoluut aanwezig waren en absoluut serieus werden genomen.”
Vrouw op de preekstoel
Volgens Anne duurde dit met ups en downs grofweg tot de 15de eeuw. In de 13de eeuw was het Fatima bint ‘Abbaas (Umm Zaynab) van Damascus die furore maakte als Hanbali-geleerde. In Damascus gaf ze mannen en vrouwen les vanaf de preekstoel in de moskee. Het bijzondere aan dit verhaal is de rol van Ibn Taymiyyah, een zeer gewaardeerd geleerde, ook vandaag de dag. “Ibn Taymiyyah was een tijdgenoot van haar en men zou hem orthodox kunnen noemen”, vertelt Anne. “Hij vond het maar niks dat zij vanaf de preekstoel onderwees en wilde haar dit verbieden. Volgens het verhaal kreeg hij een droom waarin hij de profeet (vzmh) zag, die zei: ‘Deze vrouw verricht goede werken.’ Een andere versie was: ‘Deze vrouw is heel vroom.’ Dus de profeet (vzmh) gaf middels die droom toestemming en Taymiyyah heeft het dus ook niet verboden.” (Dit is een welbekende Athar, o.a. in al-Dhabahi, al-Juz al-mafqud min siyar a’laam al-nubalaa’, p. 416)
Begrip en inspiratie
Met Fahm Instituut hoopt Anne een bijdrage te leveren aan meer kennisvergaring onder moslims. Bovendien wil ze, met haar team van academisch geschoolden, een alternatief bieden voor de massalere stichtingen die vaak in grote groepen les geven en een specifieke madhab volgen. “Hier moest een andere, gezondere leeromgeving voor komen, een die ook uitdagender is”, legt ze uit. “Op een gegeven moment heb je je basisdingen gehad en dan stopt het, je kan de universiteit gaan doen en islamoloog worden, maar niet iedereen wil of kan dat, velen willen gewoon een korte cursus volgen.” Bij Fahm wordt genuanceerd en onderbouwd te werk gegaan en is er altijd ruimte voor vragen. Zo passeren de ontwikkelingen en ontstaansgeschiedenissen van verschillende wetsscholen en zienswijzen de revue, met als doel meer begrip van de islam te kweken. Hierdoor zijn de cursussen ook uitermate geschikt voor niet-moslims die een goed beeld willen krijgen.
Zelf komt Anne niet vaak bij lezingen omdat ze de toon regelmatig te voorschrijvend vindt. “Ik krijg er de kriebels van als mensen het idee van interpretatie niet kennen of ontkennen dat ze het zelf doen; iedereen die leest is al bezig met interpreteren. Regelmatig hoor ik sprekers, maar bijvoorbeeld ook islamitische instituten, die stellen volgens dé Koran en dé Soenna te spreken, dat vind ik nogal wat.” Ze pleit dan ook voor een drastische shift richting inspiratie. “Inspiratie is dat je een kritische reflectie in de ander aanwakkert zodat iemand de kracht in zichzelf ontketent om een blijvend effect tot stand te brengen. Belerend is vooral iets wat je van buiten oplegt en dus ook niet eigen maakt.”
Anne pleit bovendien voor meer vrouwelijke stemmen in het huidige religieuze discours. Daar levert ze zelf een bijdrage aan door steeds vaker lezingen te geven. Soms ontvangt ze negatieve reacties, bijvoorbeeld dat het beter is als ze alleen vrouwen onderwijst, of dat ze zich niet zo zichtbaar mag profileren. Raken doet het haar niet, want ze kan naar eigen zeggen “de boeken erbij pakken”. Anne: “Als iemand vanuit onwetendheid redeneert, raakt dat me niet.”
Het kritische en het altijd blijven bevragen van de zaken zit Anne Dijk in de genen. Met een filosoof en theoloog als vader, een bijzonder nieuwsgierige aard en een sterke religieuze drive kan ze niet anders dan zich volledig richten op het vergaren van meer kennis. “Ik voel me verplicht om deze kennis door te geven, en te delen door het geven van workshops en lezingen aan overheidsinstanties en ngo’s en door het doceren binnen de activiteiten van Fahm Instituut. Alles met als doel meer begrip van de islam.”
Ik ben licht islamofoob, maar als ik dit lees heb ik er weer alle vertrouwen in! Keep up the good work!
Hoe ziet mevrouw Dijk het verschil tussen kennis en wijsheid precies? Wat is belangrijker voor haar?