Autoriteit heeft in het christendom verschillende gezichten. De rooms-katholieke kerk kent de paus als plaatsvervanger van Christus. In het protestantisme heeft de dominee enig gezag. Welke rol heeft de imam in deze context?

“In de islam bestaat er geen geautoriseerde groep die tussen God en de mens in staat. Tegelijkertijd zijn er mensen die – vanwege hun kennis van de koran en van wat goddelijk is – beschikken over een gezag dat wordt erkend. Het is dubbel: passages in de koran spreken van zo’n groep personen waarop anderen een beroep moeten doen, maar hun autoriteit is niet vergelijkbaar met bijvoorbeeld de status van de paus in de rooms-katholieke kerk.
In de loop der tijd verwierven deze geleerden, de imams, vanwege hun kennis een bepaalde mate van gezag. Hun autoriteit creëert een gezagsverhouding, waarin verwondering en gehoorzaamheid een rol spelen. Verwondering dat de uitspraken zeer vermoedelijk overeenkomen met dat wat God heeft bedoeld. Dat weten wij nooit zeker. Daarom blijft het altijd spannend.”

Hoe wordt dat dan getoetst?

“In de eerste plaats door andere geleerden. Die kunnen op grond van hun kennis van de koran uitspraken beoordelen. Ook wordt gekeken naar de methodologie die een geleerde toepast. Belangrijke vragen zijn: is de methode goed gebruikt en is de geleerde consistent in het gebruik van de gekozen methodologie? Leken hebben een ander toetsingsinstrument. Daarbij gaat het om de integriteit van de (schrift)geleerde en zijn spiritualiteit, dat wil zeggen: zijn uitstraling van authenticiteit. Is hij zuiver bezig met het geloof dat hij verkondigt? Is hij consequent in wat hij uitdraagt en wat hij in zijn leven doet? Het gezag wordt gaandeweg opgebouwd en erkend en is uiteindelijk gebaseerd op vertrouwen. Als het vertrouwen wegvalt, dan raakt de geleerde zijn gezag kwijt. In de ogen van de leken zijn een consequente levensstijl en integriteit doorslaggevend.”

In het christendom hebben de autoriteiten in de afgelopen veertig jaar aan gezag ingeboet. Is die tendens ook in de islam zichtbaar?

“Jazeker. Het proces is gaande, maar nog niet benoemd zoals bij protestanten. Leken toetsen nu zwaarder dan vroeger. Dat heeft te maken met het feit dat kennis toegankelijker is geworden. De bronnen waren niet voorhanden en velen waren analfabeet. Ook de komst van de televisie speelt een rol.
Autoriteit blijft een kwestie van vertrouwen. De kloof tussen leken en geleerden blijft bestaan, maar geleerden worden nu ook beter getoetst. Dus áls iemand daar doorheen komt, is het gezag heel groot.
Het grote verschil met vroeger is dat gezag voorheen werd verkregen op grond van positie, nu meer op grond van inhoud. Je moet inhoudelijk wat te melden hebben. Dat heeft een andere verhouding tot de gezagdrager tot gevolg: er vindt uitwisseling plaats. Dat betekent tevens dat de interreligieuze dialoog voor meer mensen toegankelijk wordt.”

Ziet u in het kader van de interreligieuze dialoog ook een rol weggelegd voor autoriteiten?

“De gezagdragers hebben eerder een begeleidende dan een bepalende rol. Het is essentieel dat hun bemoeienis vanuit inhoud plaatsvindt en niet vanuit gezag en positie. Tegelijkertijd zijn beide polen, gezag en inhoud, nodig om de achterban het gevoel te geven dat de situatie veilig is. Daarnaast moet autoriteit verspreid zijn in de samenleving. Concentratie van gezag op één plaats is geen goede zaak. Politieke leiders spelen hierin natuurlijk een belangrijke rol.”

Paul Scheffer wordt zoals in de inleiding gezegd vaak gezien als autoriteit op het gebied van integratie en religie. Wat vindt u van Scheffer?

“Als het gaat om de actuele situatie, wil ik benadrukken dat het al of niet zijn van een autoriteit niet doorslaggevend is. Het gaat erom dat we met elkaar een evenwichtige en opbouwende dialoog voeren waarin de een niet belangrijker is dan de ander. Dat neemt niet weg dat ik vind dat Paul Scheffer wel degelijk iets te melden heeft nu, en dat hij ook met Het multiculturele drama relevante zaken onder de aandacht heeft gebracht. Zo ben ik nooit voorstander geweest van integratie met behoud van identiteit. Die tijd is voorbij – mede dankzij Scheffer.”

Karin Kasdorp-de Jong schreef in 2008 het boek ‘Een levend lichaam. Kijken naar een kerk met toekomst‘. Bovenstaand artikel werd eerder geplaatst op Reliflex.nl.

Karin Kasdorp-de Jong

organisatieantropoloog, publicist Bureau Beeldspraak

Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.