Kun je aangeven wat de gnostiek jou – terugkijkend op al die jaren dat je er mee bezig bent geweest – heeft gebracht?
“Daar kan ik heel kort over zijn: de spirituele traditie van de gnostiek heeft me een taal en beelden verschaft om te spreken waarover niet te spreken valt. De filosoof Wittgenstein zei: ‘Waarover men niet spreken kan, daarover moet men zwijgen.’ Daar kon hij wel eens gelijk in hebben. Maar je zou het toch kunnen proberen?
Ik heb nogal wat rondgezworven in allerlei spirituele en religieuze stromingen en gewoonlijk nam ik daar bij nader inzien afstand van. Maar bij de gnostiek ben ik me thuis gaan voelen. Ik ben daar neergestreken, niet omdat de gnostiek mij een waarheid of een geloof verschaft, maar om de rijkdom van de verbeelding in de mythische vertellingen. Die mythes beknellen mij niet, maar ze verschaffen me een talige ruimte waarin ik aanwezig kan zijn met wat er voor mij toe doet, zonder mijzelf te hoeven verloochenen of zonder op te lossen in zoiets mistigs als ego-loosheid. Guido Gezelle zei: ‘Mij spreekt de blomme een tale’. En zo ging het ongeveer met mij en de gnostiek.”
Kun je daar iets meer over vertellen?
“De teksten die gewoonlijk worden geduid als gnostisch en die in 1945 werden teruggevonden staan bol van allerlei mythische vertellingen. Om tot de betekenis daarvan te kunnen doordringen, moet je bereid zijn alle bestaande christelijke noties over God, Jezus en de Christus los te laten, of althans tijdelijk tussen haakjes te zetten. En zelfs als je daartoe bereid bent, dien je er nog alert op te zijn dat de kans groot is dat je bij het lezen van gnostische teksten, zonder dat je dat beseft, aan de woorden die je daar aantreft een traditioneel christelijke betekenis toekent. Tegenover die gnostische teksten past echter een heel andere houding als lezer.”
Leg uit…
“Is de schilderkunst waar? Dat is een ongepaste vraag. Daar is geen ja of nee op te geven als antwoord. Maar veel schilders in de traditie van de schilderkunst zijn erin geslaagd met hun schilderijen een vermoeden op te roepen van iets dat die letterlijkheid van een schildering overstijgt. Is klassieke muziek waar? Dat is een ongepaste vraag. Maar sommige componisten zijn erin geslaagd om met hun composities een ervaring op te roepen die je in het diepst van je ziel raakt. En zo is het ook met de gnostiek. De mythische vertellingen van de gnostiek moeten vooral niet letterlijk genomen worden. Ze zijn niet ‘waar’. Het zijn mythen en als mythen spreken ze de taal van de ziel, die net als Beethoven, net als Rembrandt, het spreken in alle openheid toch mogelijk maakt over wat buiten alle waarheden valt.”
Zijn er bepaalde aspecten van de gnostiek waar je moeite mee hebt?
“Nou, nee.”
Echt niet? Ik moet nu denken aan logion 114 van het gnostische Evangelie van Thomas: “Simon Petrus zei tot hem: Stuur Maria van ons weg, want vrouwen zijn het leven niet waard.” Niet echt fraai, wel?
“De meeste logions uit het Thomas-evangelie hebben de structuur van een vraag en een antwoord. Een leerling stelt een vraag en Jezus antwoordt. Zo ook hier. De betekenis van het logion zit niet in de vraag, maar in het antwoord. Petrus komt vaker voor in gnostische teksten en hij vertegenwoordigt dan het standpunt van het roomse, kerkelijke christendom, met name de opvatting van de kerk over vrouwen. Zo ook hier. In zijn antwoord (op wat Petrus zegt) maakt Jezus duidelijk dat voor hem vrouwen gelijkwaardig zijn aan mannen. En dat is kenmerkend voor de gnostiek.
Dat in de gnostiek vrouwen gelijkwaardig zijn aan mannen weten we ook van de bestrijders van de gnostiek. Zo zegt bisschop Tertullianus verontwaardigd aan het eind van de tweede eeuw over de bijeenkomsten van de gnostici: ‘De ketterse vrouwen zijn zelfs brutaal genoeg – met onbedekt hoofd! – om anderen te onderwijzen, om deel te nemen aan discussies, ook om te dopen.’ Ook bij de katharen, de laatste gnostici in de westerse cultuur uit de twaalfde en dertiende eeuw, golden vrouwen als gelijkwaardig aan mannen. Als in het conflict tussen de kerk en de katharen een delegatie van de paus een gesprek aangaat met een delegatie van de katharen, blijkt er bij de katharen een vrouw deel van het gezelschap te zijn. De vertegenwoordiger van de paus roept ontsteld en verontwaardigd uit: ‘Vrouw, keer terug naar uw spinnewiel!’”
Met name in de jaren 80 en 90 is de belangstelling voor de gnostiek/gnosis enorm toegenomen, ook in kerken. Kun je aangeven hoe belangrijk die ontwikkeling is geweest voor huidige kerkgemeenschappen en ‘nieuwe spirituelen’?
“Het christendom is traditioneel gebaseerd op de verzoeningsleer. Jezus zou met zijn lijden plaatsvervangend hebben geboet voor de zonden van de mens. Het geloof in het ‘verzoenend bloed van Christus’ is bepaald niet meer wat het geweest is. Voor veel kerkelijken is dat geen betekenisvolle boodschap meer.
Maar wat dan? Wat blijft er dan over van het christendom? Een vaag soort religieus humanisme? Het gnostische concept dat God in de harten van de mensen aanwezig is in de vorm van liefde, als de godsvonk, biedt voor veel kerkelijken een religieus alternatief voor de verzoeningsleer: liefde als Gods aanwezigheid in het hier en nu, in de mens zelf. En dat sluit zelfs perfect aan bij bijvoorbeeld de zaligsprekingen van Jezus in het Nieuwe Testament waarin hij de mens oproept je naaste lief te hebben als jezelf.
Dit vond ik een van de mooiste zinsneden die ik tegenkwam: ‘De eenheid met God kan alleen verkregen worden door daden van barmhartigheid’. Daar valt alle sola fides (alleen het geloof) bij weg. Zelfs het woord ‘God’ mag je daarbij wat mij betreft weglaten, want ook dan blijft voor mij over dat daden van barmhartigheid gedragen kunnen worden door iets wat je eigen persoonlijke bestaan overstijgt.”
Gnosis zal nooit echt geaccepteerd worden in de kerken. Mee eens?
“In de afgelopen jaren heb ik heel wat lezingen gegeven in vooral protestantse kerken over de gnostiek. Ik heb naar aanleiding van de gesprekken die daaruit volgden een term bedacht: sociale christenen. Veel christenen hebben de verzoeningsleer allang achter zich gelaten, maar blijven lid van hun kerkgemeenschap om sociale redenen en tot mijn verbazing niet zozeer om het delen van een geloof. Ik merkte daarbij dat de gnostiek vaak als een vreugdevolle nieuwe inspiratiebron werd gezien. Letterlijk zei iemand: ‘Zo is het weer leuk om christen te zijn’.”
Eind dit jaar verschijnt je boek Mystieke ervaringen. Overgave aan de werkelijkheid. Wat is jouw definitie van mystiek?
“Mystiek gaat over ervaringen, niet over ideeën. Je kunt mystiek alleen fenomenologisch benaderen, dus vanuit vertellingen van mensen over een heel speciaal soort ervaringen. Hoe vaag dat ook lijkt, toch vind ik dat je van zo’n verslag onmiddellijk kunt herkennen dat het een mystieke ervaring betreft. Waarom dat zo is, is moeilijk te zeggen. Het is me ook duidelijk wanneer het alleen maar een opgeklopte fantasie is. Dat aanvoelen lijkt me verwant aan het herkennen van de grootsheid van een schilderij of van een muzikale compositie. Waarom raken de zelfportretten van Rembrandt mij? Waarom beweegt Schubert me soms tot tranen toe?
Laat ik een paar voorbeelden geven van een verslag van een ervaring die ik meen als mystiek te herkennen. Iemand vertelde mij: “Ik was failliet gegaan. De bank had zojuist mijn huis, met inboedel en al, geveild. Ik had alleen nog een paar gulden bij me. Dat was mijn hele bezit. Ik ging op een terras zitten aan de Maas in Rotterdam en bestelde een biertje. Dat kon ik nog net betalen, had ik bedacht. En plots was ik gelukkig, onuitsprekelijk gelukkig. Ook mijn biertje was gelukkig. De tafels en de stoelen op het terras waren gelukkig. Het water van de Maas was gelukkig. De langsvarende boten waren gelukkig. Alles was gelukkig.” Kenmerkend hiervoor is de ervaring van eenheid in een alomvattende goedheid. Die alomvattende goedheid komt ook voor in andere verslagen, zoals deze: “Het had geregend. Ik liep op straat en keek naar het glinsteren van het zonlicht op de nog natte kasseien. En ineens was er liefde, zomaar. Ik hield van die kasseien. En de kasseien hielden van mij. Wij bestonden samen in die liefde, alsof er tussen die kasseien en mij geen verschil was. En toen was het weer over. Ik liep verbaasd verder. Wat was dat?”
Is gnosis mystiek?
“Ja en nee. Als iemand mij vraagt wat gnosis is, vertel ik altijd het verhaal van ‘Meneer Pastoor en de innerlijke weigering’: Laten we ons in gedachten een pastoor voorstellen, een echte herder in de goede betekenis van het woord, met hart voor zijn parochianen. Op een dag ontvangt hij een bericht dat in een gezin uit zijn parochie een kind geboren werd, dat echter kort daarna ongedoopt gestorven is. De pastoor kent het gezin goed en gaat erheen. Hij weet hoe vol blijde verwachting de moeder en vader waren, en beseft dus de maat van hun verdriet.
Kerkvader Augustinus had ooit beweerd dat een kind al bij zijn geboorte één en al zondigheid is. Dat heet de erfzonde. Die zienswijze heeft binnen de katholieke kerk aanvankelijk geleid tot de overtuiging dat een pasgeboren kind, wanneer het sterft zonder gedoopt te zijn, wanneer het dus niet door de doop gereinigd is van de erfzonde, meteen naar de hel gaat. Want zo had Augustinus dat zelf gezegd. Zo’n kind kan in elk geval niet in gewijde aarde begraven worden. Want dan zou het met zijn zondige lichaampje de gewijde aarde ontheiligen.
Laten we nu eens aannemen dat de pastoor uit dit verhaal ook die overtuiging is toegedaan. Dat heeft hij zo geleerd, en hij heeft dat nooit betwijfeld. We kunnen echter aanvoelen dat de pastoor op weg naar het huis van de bedroefde ouders steeds langzamer zal gaan lopen. Hij moet hun immers mee gaan delen dat hun kind niet in gewijde aarde begraven mag worden. Maar er rijst in hem een protest op tegen wat hij zou moeten doen, een innerlijke weigering. We kunnen ons daarom indenken dat zich in hem een tweestrijd zal afspelen tussen de zekerheid van zijn geloof zoals hij dat heeft verstaan, en de innerlijke weigering. Wat zal hij straks doen? Wat zal hij volgen, zijn kerkelijke leer of de zich in hem aandienende ervaring van een heftig protest daartegen? Oog in oog met de verbijsterde ouders staat zijn mond hem niet toe de dingen te zeggen die hij zou moeten zeggen vanuit zijn augustijnse zondeleer. Er rest hem niets anders dan zijn innerlijke weigering te volgen. We kunnen in het midden laten wat zijn antwoord precies inhoudt. Maar het kind wordt in gewijde aarde begraven, tot troost van de ouders.
Tot zover het verhaal. De innerlijke weigering komt voort uit een weten van de liefde. Dat weten overstijgt elke leer en staat daar zelfs volledig buiten. Dat weten van de liefde heet gnosis in de traditie van de gnostiek. De mystieke ervaring komt uit dezelfde dimensie van het bestaan. Het is anders dan gnosis, maar de bron is dezelfde. Bij gnosis is het een ingrijpen in het persoonlijk handelen, bij mystiek is het de alomvattende ervaring van de bron waaruit ook gnosis voortkomt.”
Ik heb bij mystieke ervaringen altijd het idee dat ze heel bijzonder zijn, niet iets alledaags en niet voor iedereen…
“Dat er zoiets als een mystieke ervaring bestaat is al een heel oud concept in de westerse cultuur. In de voorchristelijke verering van Dionysus heette het ‘enthusiasme’. Het woorddeel ‘thus’ komt van ‘theos’, god. Enthousiasme betekent dus van oorsprong ‘in god zijn’.
Dionysius de Areopagiet maakt er in de vijfde eeuw een godservaring van, en dan wel te verstaan als een ervaring van de God van het christendom. Hij koppelde dat aan ascese, het verachten van alles wat lichamelijk is, zoals bijvoorbeeld seks. Mystiek werd daarmee afgezonderd van het alledaagse menselijke bestaan, en alleen voorbehouden aan heiligen.
Ik wil de mystieke ervaring weer terugbrengen naar waar die volgens mij hoort, namelijk bij het gewone leven, losgekoppeld van enige claim van welke spirituele of religieuze traditie dan ook.”
De afgelopen decennia zijn er vele personen geweest die hebben gezegd dat mystiek steeds belangrijker zal worden voor de toekomst van het christendom. Hoe denk jij hierover?
“De mystieke ervaring is universeel menselijk. Maar wel zijn er grote verschillen in de toepassing daarvan achteraf op het dagelijkse leven in allerlei spirituele tradities. Het christendom is onder invloed van Plato wereldverzakend geworden, in allerlei opzichten. Het celibaat van de rooms-katholieke priesters is erop gericht. Luther zei in een van zijn stellingen die hij spijkerde op de kerkdeur van Wittenberg: ‘Het besef van eigen zondigheid is van geen betekenis als het niet samengaat met de dood van het vlees.’ Dat heeft met Jezus niets te maken, maar alles met Plato. Mij lijkt het dat de paus van Rome niet de opvolger is van Petrus maar van Plato.
De Jezus van het Nieuwe Testament past daar voor mij helemaal niet in. De liefde die hij predikt, en waartoe hij de mensen oproept, is niet gericht op een vlucht uit de wereld, maar op liefdevol handelen in de wereld zelf, in het hier en nu. Dat wereldlijke aspect van zijn boodschap is verduisterd geraakt, niet alleen door de platoonse wereldverzaking, maar ook door de christelijke leer van de zondeval.
De terugkeer naar de oorspronkelijke boodschap van Jezus, over de alomvattende liefde waartoe we allen in staat zijn, en zelfs over liefde als de oerstof van de menselijke ervaring, is volgens mij de enige overlevingskans van het kerkelijke christendom. En of je nou het weten van de liefde gnosis of mystiek noemt, dat maakt niet uit. Ook dat zijn maar woorden. Maar liefde bestaat. Die kun je ontkennen in allerlei sombere kerkelijke mens- en wereldbeelden, maar je kunt je er ook aan toevertrouwen. Als de kerken zich weer aan die oorspronkelijke oproep van Jezus zouden wijden, en de mens namens Jezus zouden oproepen om liefde een plaats in hun leven te geven, dan is er nog niets verloren, maar wel veel te winnen.”
Op Facebook lees ik in ‘mystiek-groepen’ vaak over allerlei complottheorieën, geheime onthullingen en andere spannende verhalen. Wat vind je hiervan?
“De mystieke ervaring vindt plaats in de afwezigheid van enige conceptuele kadering van de werkelijkheid. Dat is wat in de christelijke mystiek traditioneel ‘de leegte van het niet-weten’ wordt genoemd. Maar die leegte is ook afschrikwekkend. In een tijd waarin oude zekerheden hun vanzelfsprekende greep verliezen op het menselijk bestaan, zal de daardoor als bedreigend ervaren leegte opgevuld worden met nieuwe vermeende zekerheden. De huidige opbloei van samenzweringstheorieën en van verwachtingen van een spoedige, geweldadige eindtijd passen in een angstige tijd. Ik zie ze als pogingen tot bezwering van angst voor de leegte. Maar met mystiek hebben ze niets te maken.”
Mooi interview. Alleen: Moerland stelt het allemaal wel erg positief voor. Gnostiek is ook de God van het Oude Testament én de God van het Nieuwe Testament. Die scheiding heb ik nooit begrepen.
De Leegte is afschrikwekkend. Dat vind ik een mooie uitspraak. Willen we ons met mystiek bezighouden dan ligt daar een mooi begin denk ik.
De God van het Oude Testament is niet de God van het Nieuwe Testament. Voor mij is dat min of meer duidelijk geworden na het lezen van de Nag Hammedi boeken.
Het scheppingsverhaal is door de Joden (bewerkt) overgenomen ná hun Babylonische ballingschap. De Nieuw Apostolische Kerk gebruikt en leert niet meer uit het OT.
Het NT is het boek dat een nieuwe tijd inluidt en dan laat je al het oude weg.
Jammer echter dat Rome enkele boeken van het NT bewust heeft weggelaten want dat zouden mensen toch niet kunnen bevatten. Ook werd toegevoegd dat Petrus door Jezus werd aangesteld als het hoofd van de (RK) kerk (die nog helemaal niet bestond).
Gnostiek heeft volgen mij niets te maken met zowel de God uit het O.T. als het N.T. Tenminste zoals we dat voorgeschoteld hebben gekregen. Het heeft wel te maken met het geloof in een barmhartige God, die mogelijk ooit benoemd werd als El Elyon en in mythische zin fungeerde als de vader van JHWH. De Moedergodin Ashera speelde daar een uiterst belangrijke rol. Daarom hebben we nu de indruk dat vrouwen gelijkwaardig aan mannen werden gezien. Het heeft dan te maken met overblijfselen uit het geloof van de 1e Tempel, die iedereen kent als de Tempel van Koning Salomo. Een beetje kort door de bocht misschien, maar misschien is het toch een nog onbekende invalshoek voor velen.
Mooi verwoord, de toewijding, de passie, de oorsprong van innerlijke taal.
Niet alleen weggelegd voor heiligen. Voor alle mensen.
De mensheid wil bedrogen worden. Ik gun Moerland alle goeds, maar met de gnosis van Nag Hammadi heeft zijn verhaal weinig te maken. Afschuw voor sexualiteit en voortplanting is een kenmerk van de gnosis, samenhangend met afkeer van de schepping en de Schepper die een blinde bedrieger is (Sakla), terwijl de slang de ware wijsheid bezit. De Schepper is niet de Vader van Jezus Christus en daarmee staat Jezus ook niet in het jodendom. Diezelfde gnosis maakt van Jezus een onaardse schijngestalte die noch uit een vrouw geboren noch gestorven is. In de gnosis is ook al vooraf bepaald wie gered worden (pneumatici) en wie verdoemd (hylici), zuivere predestinatie dus, waartegen de kerkvaders zich krachtig hebben verzet door te pleiten voor de vrije wil en het belang van goede daden. De gnosis van Moerland is vooral een anti-institutioneel sentiment. Wie de strijd van de kerk tegen de gnosis werkelijk serieus neemt kan maar tot één conclusie komen: leve de kerk!.
Met de massamoord op de katharen in de 13de eeuw mogen dan de gnostici succesvol zijn uitgeroeid, oude verdachtmakingen leven in onze tijd nog steeds voort, zoals hierboven in het bericht van Marcel Poorthuis.
Zo hield ook hoogleraar Luttikhuizen enige tijd geleden een lezing over de gnostiek. Een samenvatting daarvan las ik op de website van het Reformatorisch Dagblad. Hoewel zijn houding tegenover de gnostiek over het algemeen heel genuanceerd is, schrijft hij toch ook:
“De gnostiek gaat op een aantal punten erg ver, bijvoorbeeld bij de negatieve waardering voor de Schepper van de wereld en het afwijzen van de seksualiteit. Ik kan me voorstellen dat de christelijke kerk hier een grens trekt.”
Zoals ik al vaker heb betoogd is de afkeer van de materie en seksualiteit nadrukkelijk aanwezig binnen het kerkelijke christendom, al in de allereerste tijd. Die wordt gekenmerkt door een welhaast obsessieve angst voor ‘de zondigheid van het vlees’.
Met name het vroege kerkelijke christendom is geheel doordesemd van de verachtelijkheid van het lichaam en bovenal de verdorvenheid van seks.
Die afkeer van seks begint al bij Paulus. In zijn Brief aan de Romeinen maakt hij bijvoorbeeld duidelijk dat zonde bestaat uit het toegeven aan de lichamelijke begeerten. ‘Sterven in Jezus’ staat voor hem gelijk aan ‘de dood van het zondige vlees.’
Paus Gregorius de Grote beweerde dat hij die het woord van God wil behouden ‘dood moet zijn voor elke vleselijke gewaarwording’. Omdat in zijn ogen de aanwezigheid van vrouwen daarvoor een groot obstakel vormde bepaalde hij ook dat zich geen vrouwen mochten bevinden in het huis van een bisschop en ook niet in het Vaticaan.
Had St. Augustinus niet bepaald dat de lust de list is van de duivel? En had kerkvader St. Tertullianus niet duidelijk gemaakt dat vrouwen nog steeds het willige werktuig van de duivel vormen om mannen van hun lichamelijke en geestelijke kuisheid te beroven?
Later keren ook Calvijn en Luther zich tegen ‘het vlees’. In zijn beroemde stellingen die Luther aan de kerkdeur van Wittenberg spijkerde luidt de derde stelling:
“Het besef van eigen zondigheid heeft geen enkele betekenis indien het niet samengaat met de dood van het vlees.”
Door de vondst van de oude teksten bij Nag Hammadi zijn we heel wat meer te weten gekomen over de vroege gnostiek. En wat blijkt nu? Als we het totaalbeeld van het vroege christendom in z’n geheel overzien is de afkeer van seks daar alom tegenwoordig, met name dus in het kerkelijke christendom. Maar hoe zit dat met de gnostiek?
In een ondertussen toonaangevend boek over de misconcepties over de gnostiek, staat:
“Hoewel hedendaags onderzoek van de gnostiek vaak spreekt over de ‘gnostische haat’ of de ‘vijandigheid’ jegens het menselijk lichaam, is er nauwelijks een tekst uit de oudheid te vinden waarin verwezen wordt naar de gnostici als “haters van het lichaam”. (Michael Allen Williams, Rethinking Gnosticism. 1996, p.132.)
Het zit dus misschien toch wel anders dan Luttikhuizen beweert.
Het Thomas-evangelie is zelfs nadrukkelijk non-dualistisch in zijn algehele strekking. Maar ook in de Valentiniaanse gnostiek, die wijd verbreid was en veel aanhangers telde onder de vroege christenen wordt seks heel anders gewaardeerd. Zo schrijft de gnosticus Valentinus dat de seksuele eenwording, indien bedreven in liefde, een sacramentele daad is die de ziel met God verenigt, terwijl de seksuele eenwording indien bedreven uit pure lust zonder liefde voor de partner, de ziel afwendt van God. Dat heeft dus niets met afwijzing van seks te maken, maar alles met de wijze waarop seks bedreven wordt.
En deze opvatting van Valentinus dat seks de menselijke ziel kon verenigen met God, was voor de kerkelijke bestrijders van de gnostiek een van de redenen om de gnostici te beschuldigen van seksuele losbandigheid. Ze zouden orgiën organiseren, de vrije liefde prediken, hun vrouwen beschikbaar stellen voor andere mannen…
Terug naar Luttikhuizen. De gnostiek moet buiten de kerk blijven, aldus Luttikhuizen, want de gnostiek is tegen seks.
Tja, het kan verkeren.
Samen met Katharenspecialist Daniela Müller heb ik eens de mogelijke verbinding van Katharen en gnosis onderzocht. Die zou dan via d e Bogomielen moeten gaan. Onze conclusie is dat er geen doorlopende lijn is tussen beide, al zegt Moerland van wel: de Katharen kennen geen uitvoerige kosmologishe speculaties. Overigens waren ook de Kaharen sterk gekant tegen sexualiteit. Dat de Kerk afschuwelijke misdaden tegen de Katharen heeft begaan is duidelijk. Dat moet echter wel even los gezien worden van de situatie van de gnosis in de derde en vierde eeuw. Het anti-joodse en anti-lichamelijke van d egnosis valt nauwelijks te ontkennen. Grote vraag is of de schanddaden die over de gnosis verteld worden waar zouden kunnen zijn. Moeilijke vraag: de christenen werden z elf ook van kannibalisme en incest beschuldigd en zouden vervolgens die laster naar de gnosis hebben doorgeschoven. Toch zijn sommige beschuldigingen, zoals het sacramenteel nuttigen van geaborteerde vrucht, passend in de ideologie van afschuw van materie (vgl Fibionieten). Het zijn de joodse en ook de vroegchristelijke auteurs die het huwelijk als sacrament hebben geproclameerd en het hebben van kinderen als een goddelijk werk: weest vruchtbaar blijft dan niet louter geestelijk. Ik vrees dat Moerland hier niet over wil nadenken. Het anti-institutionele affect bepaalt zijn visie op het christendom. De grote geleerde Luttikhuizen willen tegenspreken kan alleen met grondige kennis van de teksten en wetenschappelijke literatuur.
Je kunt je natuurlijk ook eens inhoudelijk in de gnosis verdiepen Marcel Poorthuis. Langzaam begint het bedachte verhaal van de kerk als dogmatisch instituut af te brokkelen. Dat verhaal is ook niet meer vol te houden. Het afslachten van de Katharen komt voor rekening van de kerk even als het achterstellen van de vrouw. Hoezo leven de kerk. Ik zou eerder zeggen leven de liefde zoals in oudere documenten beschreven die van de paasbrief van Athanasius verbrand moesten worden omdat het de kerk niet uitkwam. Ik vind in de gnosis en de NHC geschriften meer liefde dan in het Nieuwe testament.
Ik zie dat gnostiek in verband wordt gebracht met een afschuw voor seksualiteit.
Niets is minder waar. Mystiek en gnostiek zijn verwant en kan alleen maar gaan over de innerlijke weg. Op die weg komt men ook seksualiteit tegen. Vwb seksualiteit kent de mens de dierlijke lust. Maar in seksualiteit is ook de goddelijke vereniging besloten.
Uitgerekend om seksualiteit kan men niet heen in de gnostiek. Gnostiek staat voor (innerlijke) kennis. Met het geschreven woord álleen komt men er niet. Het geschreven woord kunnen we beschouwen als het ANWB bord waar Maastricht op staat.
Maar dat bord is natuurlijk niet Maastricht zelf!
Over seksualiteit staat niet veel beschreven in het geschreven woord. Des te meer is seksualiteit aanwezig bij de innerlijke weg naar het hart. Zaken als onthouding of opgewekte afschuw zijn contraproductief en volstrekt tegennatuurlijk.
Nog even een mogelijk verband tussen Katharen en vroeg christendom (Gnostiek). Het is bekend dat de druïden in Schotland een rechtstreekse verbinding hadden met het gebied van de vroege christenen, maar zonder inmenging van Rome. Vanuit Schotland werd gepredikt op het vaste land van Europa. En dicht bij de Katharen stond een schots klooster. Zou dat toeval zijn?
Ik heb het intervieuw gelezen uit interesse , kan niets wezenlijks toevoegen door te weinig kennis van wat ik heb gelezen. Wel weet ik uit ervaring dat liefde veel kan overwinnen . Liefde voor wie of wat dan ook .