Uw boek Lotus in de Lage Landen laat een kleurrijk overzicht zien van hoe het boeddhisme vanaf de negentiende eeuw voet aan wal krijgt in Nederland. Kunt u kort vertellen hoe het beeld van Boeddha door de jaren heen is veranderd?
“Wat opmerkelijk is, is dat in het midden van de negentiende eeuw vooral de vrijzinnige protestanten en intellectuele aanhangers van Spinoza het boeddhisme omarmden als alternatief voor de christelijke kerk. Het boeddhisme werd gezien als een abstracte, ascetische religie, die niet de rituelen en de mystiek van de kerken volgde. Het was dus een passend alternatief voor de verlichte, nieuwe burgerlijke cultuur. Aan het eind van de negentiende eeuw volgt er een hele hausse van interesse voor het boeddhisme. Dan komt er meer aandacht voor de rituelen. Mensen hoopten nieuwe spirituele inspiratie te vinden. Dat konden de avant-gardisten zijn, die in Boeddha een nieuwe spirituele bron vonden voor hun kunst, of anarchisten, die zochten naar nieuw politiek engagement. Het mystieke stond ineens in de belangstelling; niet meer het abstract-filosofische.
In de volgende fase, tussen de twee wereldoorlogen in, zie je dat enerzijds in christelijke missie en zending het boeddhisme wordt afgewezen als een soort heidense, ketterse religie. Anderzijds zie je ook mensen in katholieke kringen, wier interesse is gewekt. Zij zien het boeddhisme niet als een alternatief voor het christendom, maar als een hulpmiddel om verdieping te vinden. De lijn die boeddhisme als inspiratiebron ziet, zet zich vooral na de Tweede Wereldoorlog sterk door. De wetenschapper Vestdijk zei bijvoorbeeld dat het boeddhisme de enige religie is die past in een seculiere samenleving. In de jaren zestig zie je ook dat jongeren naar India vertrekken om daar bij goeroes wijsheid te vinden. The Beatles zijn er ook heen gegaan. En in de laatste ontwikkelingen zie je dat het boeddhisme steeds meer als een lifestyle wordt gebruikt; als een soort therapie.”
In Nederland wordt vaak gesproken van islamisering, maar je hoort nooit iemand over ‘boeddhaïsering’. Hoe komt dat, denkt u?
“Kijk maar naar het aantal boeddhisten dat Nederland telt. Het zijn er tussen de honderd- en tweehonderdduizend. Het boeddhisme is in Nederland geen georganiseerde godsdienst met een eigen infrastructuur. Maatschappelijk gezien is het boeddhisme een spirituele beweging voor kleinere groepen geïnteresseerden. Als je over moslims praat, dan heb je het over een grote minderheidsgroep in Nederland, die ook een eigen religieuze infrastructuur heeft. Van oudsher is er in Europa een grote angst voor de islam; dat geldt niet voor het boeddhisme. Het boeddhisme wordt als een spirituele beweging beschouwd en de islam als een harde politiek-religieuze beweging.”
Denkt u dat we in de toekomst kunnen spreken over een joods-christelijk-boeddhistische samenleving?
“Dat refereert natuurlijk aan de uitspraak van Ella Vogelaar, dat we in de toekomst zouden kunnen spreken van een joods-christelijk-islamitische samenleving. Van déze samenleving zal zeker sprake zijn, puur vanwege het feit dat er joden, christen en moslims in Nederland leven. Dit zijn drie religies, die van oudsher met elkaar verwant zijn. Gelovigen zullen in toenemende mate een inhoudelijk gesprek met elkaar gaan voeren. Dat ze ook alle drie invloed uitoefenen op de Nederlandse cultuur en het religieuze landschap, is ontegenzeggelijk waar en ik vind dat een positieve ontwikkeling. Dus in dat opzicht keer ik me tegen de ideeën van Wilders en mensen uit het CDA die zeggen dat de joods-christelijke cultuur boven de islam of het boeddhisme zou staan. Indien het boeddhisme zich verder uitbreidt, zal ook het boeddhisme een eigen traditie vormen, die samen met de drie wereldgodsdiensten een grote invloed op de toekomstige cultuur in Europa zal hebben.
De Europese cultuur heeft altijd al verschillende religieuze bronnen gehad. Niet alleen de joodse invloed is sterk aanwezig geweest, maar ook de islamitische. Spanje kent 800 jaar islamitische geschiedenis – daar kun je niet omheen. Die invloeden zijn ook hier zichtbaar. Nu kunnen we dat ook van het boeddhisme en hindoeïsme zeggen. Die invloeden leveren een nieuw gist op, één van de drijvende krachten voor de nieuwbouw van de Europese cultuur, die in de toekomst spannende en creatieve samenwerking kan opleveren.”
Wat haalt u zelf uit het boeddhisme?
“De filosofische overtuiging dat elke kennis relatief is, maar dat die relativering niet betekent dat menselijke compassie en engagement er niet toe doen. Dat spreekt mij heel erg aan. In Europa bestaat er een filosofie, die elke kennis en elk moreel engagement relativeert. Uitgaande van die gedachte kun je de werkelijkheid niet veranderen. Dat zorgt voor apathie; het heeft geen zin om je ergens voor in te zetten. In het boeddhisme staat die relativering niet gelijk aan het geen compassie hebben voor het leven en de wereld om je heen. Maar uiteindelijk blijft de overtuiging dat de waarheid veelkleurig is.”
Goede analyse, snap niet dat er altijd zoveel gezeur is over islamisering of boeddhaisering (nieuw woord). Het is inderdaad gewoon een feit!
Begrijp niet dat een katholieke docent zo gemakkelijk met de joods-christelijke traditie omgaat. Natuurlijk zijn we met steeds meer niet-christelijke mensen in Nederland. Maar ik zie daar ook schaduwzijden aan zitten. Vind opmerkingen van Salemink erg eenzijdig en niet getuigen van een kritische houding. Dat wilde ik graag even gezegd hebben.
Kennelijk vinden kerktheologen afgodsbeelden, afgoderij en versmelting met afgoderij prima; ze verheffen het zelfs tot “cultuur” cq “cultuurgoed”.
Alleen… Christenen weten dat Gods Geboden houden (Op 14:12) en volbrengen mbv de Geest (Rom 8:4) de bedoeling is, dus afgodsbeelden, samendoen met afgoderij en goedpraten van afgoderij kan dan niet. Christenen bewandelen immers het smalle pad tot de smalle poort; niet de brede weg tot de brede poort der ondergang.
Kennelijk hebben de schriftgeleerden van vandaag niets geleerd van hun joodse farizeeer-voorgangers…
leuk artikel, inderdaad horen we al veel te veel over de Islamisering. Zouden we ons niet meer moeten verdiepen in de “Dharmische” religies (Hindoeisme en Boeddhisme), daar gaan tenminste geen opdringerigheid en fanatisme van uit…
Het praten over afgpodsbeelden doet geen recht aan de geschiedenis: ook de ark kende twee cherubsen. De synagoge van Dura Europos was bedekt met bijbelse voorstellingen, vloeren van synagoges tonen zelfs de dierenriem.
Of iets een afgodsbeeld is dan wel een bron van devotie hangt niet af van het beeld, maar van de houding van de gelovige. Als hij zichzelf verliest , vervreemdt en zijn verantwoordleijkheid opgeeft is dat afgoderij. Dat kan zelfs heel goed met de heilige Schrift, denk maar aan fundamentalisme, ook afgoderij!
Een boeddhist kan dus heel goed een boeddhabeeld eer bewijzen zonder dat zoiets tot afgoderij leidt. Ons boek Lotus in de Lage Landen bevat vele bladzijden van dit soort protestantse veroordeling van het boeddhisme, ongeveer vanaf 1900 tot heden. Onmachtig , menen wij, daar er telkens van uit gegaan wordt dat het christendom sterker staat als het de andere religies veroordeelt. Een betreurenswwaardig misverstand.
Of het gejongleer met Boeddhabeelden uit een tuincentrum werkelijk inhoud heeft of veeleer spirituele armoede verraadt is een heel andere vraag. Maar spirituele armoede komt overal voor, zelfs in het christendom!
Marcel Poorthuis,
een van de auteurs vcan Lotus in de Lage Landen.
Ik ben zelfs de overtuiging toegedaan dat meer em meer gelovigen zullen aansluiten bij meer dan een religie (double belonging) zoals ik het beschrijf in mijn tekst “Evolutie in de Geloofsgemeenschappen” op mijn website http://www.interfaithdialoguebasics.be
Het begrip ‘boeddhaisering’ inspireerde tot het volgende forum:
http://www.boeddhaiseringvannederland.nl
Boeddha, Mohammed, Christus of Mozes, ze vertellen allemaal alleen maar sprookjes. We staan allemaal met twee benen op dezelfde wereld. Waarom is dat voor al die gelovigen toch nooit genoeg?
@ David,
We staan inderdaad allemaal met twee benen op de grond. Maar dat is niet het eindpunt; als je dat zegt ben je er nog niet. Hier begint de vraag: Wat zullen we doen?
Voor het werken met deze laatste vraag vind ik veel inspiratie in de religieuze tradities, die als je goed kijkt veel meer te bieden hebben dan sprookjesachtige mythen.
Iedereen groeit op en leeft in verhalen over de werkelijkheid, meer dan in de werkelijkheid zelf. Zoals Cassirer zei, we zijn een ‘animal symbolicum’, een symbolisch wezen. Dit geldt zowel voor gelovigen als voor jou zelf. Je kan dus niet zoals jij doet spreken van een dichotomie tussen jijzelf die een ‘kale’ wereld erkent, en gelovigen die er iets bijbedenken.
Wel kan je vanuit jouw kennelijk seculiere standpunt inhoudelijke of praktisch gerichte kritiek leveren op de religieuze tradities. Door discussie en ontmoeting worden we allemaal slimmer. Op zo’n weinig begripvolle manier spreken over ‘die gelovigen’ lijkt me daarvoor echter niet de meest behulpzame insteek.
Ik sta heel positief tegenover de Dharma van de Boeddha in praktijk brengen. Ook de ethische kant spreekt mij sterk aan. Als het maar geen religieuze aanbidding van Boeddha wordt alsof hij een god is.
Beelden en visualisaties zijn bedoeld als ondersteuning en om een bepaalde levenshouding je makkelijker eigen te kunnen maken. Het is algemeen bekend dat beelden en voorstellingen een leerproces versterken en ondersteunen. Ik zou niet weten wat daar mis mee was, tenzij je het object als zodanig gaat vereren en vergeet waar het symbool voor staat.