In de media wordt het katholicisme soms afgeschilderd als een ouderwetse religie met achterlijke leefregels. Hoe denkt u daarover, en waar komt dat beeld vandaan?

“De seksuele moraal van het katholicisme wordt tegenwoordig vaak geassocieerd met geboden en verboden; met normen die niet overschreden mogen worden. Maar uiteindelijk gaat het om de achterliggende waarden die we dikwijls uit het oog verliezen. De uitdaging voor de Kerk is om daar duidelijk over te communiceren. Kijk naar de katholieke visie op echtscheiding. Het katholicisme pleit voor het huwelijk als een verbond voor het leven. Tegenwoordig vinden velen die norm te streng en sommigen zelfs onmenselijk. De waarde die er bij hoort is echter trouwe liefde: is dat geen nastrevenswaardig ideaal? De beleving van seksualiteit is voor christenen nauw gekoppeld aan de waarde van duurzame liefde. Een wisseling van partners voor puur seksueel genot, zonder dat daar liefde bij komt kijken, wijkt daar van af. Toen ik nog parochiepriester was in Utrecht, heb ik gemerkt dat veel jongeren – waaronder studenten – uiteindelijk een groot verlangen hadden naar een duurzame liefdesrelatie. Het gaat hier om een verlangen dat leeft in het hart van heel veel mensen. Vrijheid is een groot goed. De liberale norm hiervoor is, dat alles getolereerd moet worden mits het de naaste geen schade toebrengt. Pedofilie en verkrachting zijn daardoor terecht verboden. De christelijke visie gaat nog een stap verder: dienstbaarheid en verantwoordelijkheid zijn belangrijker voor de mens dan puur seksueel genot.”

Zowel jonge als oudere religieuzen heb ik uitvoerig gevraagd naar hun opvattingen over en beleving van het celibaat. De reacties zijn gemengd. Sommigen ervaren seksuele onthouding als een pijnlijk doch heilig offer, terwijl anderen het celibaat gelukkig beleven. Sommige religieuzen zien in naaktheid een kwade verleiding, terwijl anderen het met serene geest bewonderen. Hoe verklaart u die verschillen?

“Ik denk dat de verschillen samenhangen met een verandering van de seksualiteitsbeleving in onze cultuur. Vijftig jaar geleden hadden we andere seksuele normen dan tegenwoordig. Jongeren werden toen al vaak op twaalfjarige leeftijd naar een katholieke instelling gestuurd, om op hun 24ste tot priester gewijd te worden. Je kunt je afvragen of zij al seksueel volwassen waren, zeker omdat velen in een angstvallig milieu waren opgegroeid. Gekeken naar de vormen van misbruik, waren velen dat alleszins niet. Tegenwoordig zijn priesterkandidaten en kandidaten voor het religieuze leven, veel ouder. Ze hebben vaak al een (seksuele) relatie achter de rug, en wegen hun ervaringen mee in de keuze. Toch is de celibataire levensstijl tegenwoordig voor velen onbegrijpelijk; waarschijnlijk omdat in onze cultuur veel meer nadruk is komen te liggen op seksualiteit en lichamelijkheid. Dat zie je terug in de media, maar ook in de popmuziekwereld. Een celibataire levenswijze is vandaag minder vanzelfsprekend, en de sociale druk om het niet te doen redelijk groot. Het is voor priesterkandidaten en novicen (degenen die een proeftijd doormaken in een religieuze gemeenschap) daarom vaak een worsteling.”

Ik ben christen, wil een celibatair leven leiden en het priestertekort aanvullen. Waar kan ik tekenen?

“Een roeping tot het priesterschap en het celibatair leven moet getoetst worden. Er worden tijdens de priesteropleiding een aantal eisen aan je gesteld, die je helpen om de keuze goed af te wegen. Psychologe Anke Bisschops, een docente die ruim dertig jaar verbonden is aan de academische beroepsopleiding voor pastores, heeft een interessant onderzoek uitgevoerd naar de voorwaarden voor een gezond celibatair leven. Dat zijn er twee: je moet een diepe religieuze motivatie hebben, dus een intense band met Christus, en een goede relatie met familie en vrienden onderhouden. Iemand komt psychologisch in de problemen als hij een geloofscrisis doormaakt of vereenzaamt. Je moet intiem zijn met God en met mensen. Mensen kunnen zonder seks, maar niet zonder intimiteit: je moet je levensgeheimen, lief en leed met naasten kunnen delen. Ik ken genoeg priesters die geen seksuele relatie hebben gehad. En ik ken priesters die twijfels kregen over hun roeping: past het wel bij mij, of wil ik misschien op een andere manier invulling geven aan mijn geloof? Dat is menselijk.”

Laat mij dan nu advocaat van de duivel spelen. De Kerk betuigt dikwijls haar spijt tegenover de slachtoffers van seksueel misbruik. De misbruikende priesters worden gedoodverfd. Maar zijn die daders zelf geen slachtoffer van een rigoureuze seksuele cultuur uit het verleden?

“Ik heb de vormen van misbruik bekeken en de verhalen van slachtoffers gehoord. Volgens mij waren de meeste daders niet volwassen op seksueel gebied. Ik heb al uitgelegd waarom. Het klopt dat seksualiteit vroeger in brede kring een taboe was: niet alleen voor de Kerk, maar voor de hele maatschappij, dus ook voor niet-christenen. Veel katholieken op hoge leeftijd hebben mij verteld dat seksualiteit ofwel werd verzwegen, ofwel werd afgekeurd. In het eerste geval hadden vrouwen soms geen enkel zicht hadden op de rol van seksualiteit binnen het huwelijksleven. Je kunt je de vreselijke gevolgen hiervan voorstellen: voor sommige vrouwen voelde het alsof ze verkracht werden. In het tweede geval heeft de Kerk eeuwenlang negatief over seks gesproken, bijvoorbeeld onder invloed van de theologie van kerkvader Augustinus. De kindermisbruikers zijn misschien gedeeltelijk het slachtoffer van die repressieve seksuele cultuur. Toch kunnen hun misdaden daarmee geenszins goedgepraat worden. We moeten niet, en zeker ik niet als bisschop, de pijn van de daadwerkelijke slachtoffers willen vergroten door de schuld aan ‘een cultuur’ te geven. Uiteindelijk zijn wij zelf verantwoordelijk voor onze daden. De Kerk erkent vandaag het positieve van seksualiteit, maar we zien het graag als een uiting van trouwe liefde.”

Wisselen leken wel eens met u van mening over (hun problemen met) de kerkleer wat seksualiteit en relaties betreft? En heeft u uw eigen visie op de kerkleer hierdoor willen bijstellen?

“Als parochiepriester in Utrecht besprak ik soms wel eens relatieproblemen, hoewel parochiepriesters, misschien anders dan religieuzen in kloosters, het vooral over ziekte, rouw en de dood hebben. Dat blijkt ook uit een onderzoek. Hoe dan ook, heb ik meerdere stellen met huwelijksproblemen gecoacht. Daar gebruikte ik de destijds gangbare methode ‘Marriage Encounter’ voor: je begeleidt gelovige partners heel intensief door uitvoerige gesprekken met ze te voeren over de obstakels en hun verwachtingen bij een relatie. Ook heb ik homoseksuelen op bezoek gehad die katholiek wilden blijven. De leer van de Kerk veronderstelt niet dat je eenzaam bent, maar wel dat homoseksuele daden als “ongeordend” worden beschouwd. Binnen de katholieke moraal moet je dus een weg zien te vinden. In het geval van homoseksuelen, is dat een intense vriendschapsrelatie zonder seksueel contact. Het is belangrijk dat je de waarde van het katholieke, christelijke denken begrijpt en waardeert.”

Toch keert Jezus zich in het Nieuwe Testament nergens uitdrukkelijk tegen homoseksualiteit; misschien omdat het niet gebruikelijk was zich openlijk als homoseksueel voor te doen. Is de katholieke doctrine wat dit betreft dan wel voldoende gegrond? Is het mogelijk dat Jezus liefdestrouw tussen hetero- en homoparen belangrijker vindt dan hun seksuele voorkeuren?

“Voor zover ik weet, vinden we in de Evangeliën inderdaad geen uitspraken van Jezus over homoseksualiteit. Er zijn natuurlijk wel Bijbelteksten waarin het wordt afgewezen; denk aan passages in het Oude Testament, en de brief van Paulus aan de Romeinen. Binnen vrijwel alle christelijke kerken zijn er momenteel discussies gaande over de vraag hoe normerend die Bijbelteksten nou eigenlijk moeten zijn. De Katholieke Kerk gaat uit van het natuurwet-denken. Het betekent dat seksualiteit van nature plaatsvindt tussen man en vrouw, en gericht is op het voortbrengen en doorgeven van leven.”

Vindt u het goed dat die discussies plaatsvinden?

“Ik ben niet tegen discussies. Je moet levenservaringen serieus kunnen nemen, maar hoeft de kerkleer daarbij niet te negeren. Het loslaten van doctrines is weliswaar de makkelijkste weg, maar niet per se de wijste. Als parochiepriester merkte ik in de contacten met parochianen regelmatig een spanning tussen “leer” en “ leven”. Als bisschop ben ik zowel leraar als pastor. Als pastor moet je concrete mensen op hun levensweg begeleiden. Maar een leraar treedt op in het openbaar en heeft een vertegenwoordigende functie: hij wil de kerkleer zo helder mogelijk beschrijven en uitleggen. Daarom spreek ik in dit interview vanuit mijn rol als de ‘bisschop als leraar’.”

Bij gelegenheid van het zilveren priesterfeest van mgr. De Korte, wordt het boek Hartelijk Katholiek uitgegeven: een bundel met eigen lezingen en artikelen. Vanaf 8 september verkrijgbaar bij uitgeverij Kok.

32928257_10216070780071682_2538458966246031360_n

Robert Reijns

Redacteur

Robert Reijns – journalist, cultureel antropoloog, docent maatschappijleer – is o.a. eindredacteur bij Kerk in Den Haag.
Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.