Je woont en werkt in New Orleans. Een grote stad in het zuiden van de Verenigde Staten en een van de belangrijkste centra van de vroegere Amerikaanse slavenhandel. Hoe kijk je terug op het congres hier in Nederland?
Erg positief! Ik heb veel collega-wetenschappers gehoord en gesproken over hun onderzoek naar slavernij. De diversiteit van al die onderzoeken verraste me. De onderwerpen varieerden van slavernij in Madagaskar, China tot Noord Amerika, en van de Oudheid tot nu. Interessant vond ik de verbanden met mijn eigen onderzoek: de manier waarop de slavernij was georganiseerd, de wijze waarop er verzet was. Sommige facetten van slavernij zijn blijkbaar universeel.
Kun je een voorbeeld geven?
Ik bestudeer de conditionele slavernij in de 17e eeuw in Nieuw Nederland. Een Nederlandse kolonie aan de oostkust van de Verenigde Staten. Slaven kregen er hun vrijheid onder bepaalde condities. Ze werden boer en kregen een eigen stukje land. In ruil daarvoor gaven ze jaarlijks voedsel aan de compagnie. Bovendien moesten ze de compagnie helpen als dat nodig was. Ze bleven voor de wet slaaf, net als hun kinderen. Deze situatie is iets wat vaak wordt gezien als typerend voor Nieuw Amsterdam. Maar, zo ontdekte ik nu, deze constructie kwam in andere koloniën ook voor.
Vind je dat de aandacht voor het slavernijverleden groeit?
Bij de opening van het congres werd gezegd dat slavernij in Nederland nu een hot topic is. In de Verenigde Staten is dat niet zo. Daar is het al veel langer een onderwerp waarover veel geschreven en gesproken wordt. Het viel me op dat ook veel mensen die niet in de wetenschap werkzaam zijn in Leiden aanwezig waren. Ik maakte bijvoorbeeld kennis met Maria Reinders-Karg. Een dame die met haar stichting Stil Verleden op scholen lessen over het Nederlandse slavernijverleden verzorgt.
Want dat is belangrijk?
Ik denk het wel. De reden dat ik mij destijds met het onderwerp ben gaan bezighouden is omdat er zo weinig aandacht in Nederland was voor de geschiedenis van de slavernij. Nu nog steeds merk ik dat maar weinig Nederlandse historici over de slavernij in Nieuw Nederland schrijven. Het onderwerp lijkt wel minder interessant dan de rest van de koloniale geschiedenis.
Maar er zijn veranderingen gaande. Op het congres sprak ik ook mensen die heel enthousiast zijn over het feit dat er steeds meer aandacht is voor slavernij tijdens de Verenigde Oost-Indische Companie. Daar was voorheen bijna geen interesse voor. Een ander verhaal is de slavernij tijdens de West-Indische Compagnie. Mensen willen er misschien niet te veel over praten, maar ze kunnen het ook niet ontkennen.
De slavernij tijdens de Verenigde Oost-Indische Companie werd meestal ontkend of afgedaan met de opmerking dat er wellicht een paar huisslaven waren. Waarschijnlijk omdat de VOC nog heel erg de Nederlandse trots representeert, zo van dat we dat allemaal maar hebben gedaan in die Gouden Eeuw. Het is moeilijk voor mensen om te erkennen dat de VOC ook heel actief was in de slavenhandel. Matthias van Rossum, een van de deelnemers aan het congres, heeft over deze slavernij in Azië onlangs het boekje Kleurrijke tragiek uitgebracht.
Gaan we anders met ons slavernijverleden om dan de VS?
In de VS heb je ook mensen die zich er tegen verzetten en het er niet over willen hebben. En ook daar worden nog steeds dingen voor het eerst gedaan. Onlangs is er bijvoorbeeld een tentoonstelling in New Orleans geopend over de lokale slavenhandel en de rol die de stad daarbij speelde. Het is niet zo dat alles al gezegd is in Amerika maar ik denk dat de conversatie erover al veel langer bestaat. Het verschil met Nederland is dat je in de Verenigde Staten niet onder dat verleden uit kunt.
Waarom niet?
De slavernij is er nog overal om je heen. De plantages en de mensen die afstammen van slaven, zijn er nog. In sommige plaatsen wonen mensen nog in wat oorspronkelijk slavecabins, de verblijfplaatsen van de slaven, waren.
In Nederland was de slavernij vrijwel onzichtbaar totdat meer en meer Surinamers hier naartoe kwamen. Maar ondanks die migratie bleef het lange tijd heel makkelijk om het verleden te negeren. Daarom is het mapping slavery-project van de Vrije Universiteit ook zo belangrijk. Het brengt de historische plaatsen in kaart van het Nederlandse slavernijverleden. De geschiedenis van steden als Middelburg en Arnhem is direct verbonden met de geschiedenis van de Nederlandse koloniën. Op die manier zet je Nederland weer in het centrum van die geschiedenis, in plaats van aan de zijlijn. Want dat viel me ook op tijdens het congres: veel panels gingen over Noord-Amerika. Dat was vroeger toen ik nog in Nederland woonde ook al zo. Als je het over de slavernij had dan had je het over de Verenigde Staten.
Waarom is dat zo? Omdat we allemaal De hut van oom Tom hebben gelezen?
Ik weet het niet. Misschien wel en ook door de populariteit van Gone with the wind, de tv-series North and South en Roots. De Amerikaanse cultuur is hier altijd erg geliefd. Dat er ook slavernij in de Nederlandse koloniën plaatsvond, daar werd niet veel over geschreven, dat was veel minder bekend.
vraagje:
De WIC is toch voortgekomen uit de VOC? Dus de VOC heeft toch alles te maken met de slavenhandel? Of klopt dit niet?
Als je het over slavernij hebt, dan gaat het blijkbaar nog steeds over de Verenigde Staten, en eventueel hoe Nederland daarin meeliep. En het is vooral de handel die de aandacht krijgt. Daar waar wel veel slaven, lijfeigenen of horigen waren, maar niet veel handel, daar is weinig aandacht voor. Meestal waren slaaf en eigenaar dan van vrijwel hetzelfde ras, zoals in Oost Europa. Maar van de cultuur van eigenaar en eigendom is nog steeds, net als in de VS, veel terug te vinden. Veel dingen die ik bij mijn onderzoek in Roemenië aantrof kon ik moeilijk verklaren vanuit een 40 jarige overheersing door het communisme. Ik moest iets verder terug in de tijd en kwam uit bij de feodale periode die op papier pas in de tweede helft van de 19de eeuw afliep. Zie ook Michiel Krielaars conclusie in ‘het brilletje van Tsjechov’: “Sinds de 19de-eeuw is er niet veel veranderd.” http://www.nrc.nl/boeken/2015/05/31/sinds-de-19de-eeuw-is-er-niet-veel-veranderd-in-rusland/
Zelf schrijf ik er ook uitgebreid over in ‘Wie bezit, zal oogsten’. (http://www.pieter.vanabshoven.nl/publicaties/wie%20bezit%20zal%20oogsten%20RBN.pdf)
Om de communicatie met Oost Europa te verbeteren, is het absoluut noodzakelijk dat we hier ons meer verdiepen in het feodale verleden, en hoe toen, en ook nu mensen met elkaar omgingen.
“Als je het over de slavernij had dan had je het over de Verenigde Staten.”
Had dat niet veel meer te makken met de rassensegregatie die daar tot in de jaren ’60 nog gebruikelijk was (Jim Crow-wetten), dan met de andere genoemde zaken?
Dat was toch iets dat wij hier in Nederland niet hadden namelijk.