“Wie goed keek, kon al maanden zien aankomen dat de crisis steeds groter werd. Bij de regering is het deels onwil en deels onmacht,” zegt hij. “Het negatieve klimaat ten opzichte van mensen die vluchten, leidt tot een strikter beleid. Beslissingen zijn vooruit geschoven. Deels is het onmacht, want zaken zijn niet zomaar geregeld. Je weet als overheid niet hoeveel mensen er komen en dat is lastig. Maar daar staat tegenover dat IND en COA ruim dertig jaar ervaring hebben.”

“Zo’n 32 jaar geleden begon ik te werken bij Vluchtelingenwerk Nederland. Keer op keer stelden opeenvolgende regeringen: wij hebben een strenger beleid en dus komen er minder asielzoekers. Maar zo maakbaar is dat niet, het laat zich niet regelen. Er zijn pieken en dalen, dat patroon zie je voortdurend. Kijk naar Joegoslavië in de jaren negentig. Er zijn veel situaties  geweest dat er een tekort aan opvang was. Voor een deel heb je dat als land over jezelf afgeroepen. Er is sprake van een jojobeleid: opschalen en dan weer centra sluiten. Maar tegelijk is het een situatie van onmacht omdat gemeenten het beu zijn en zeggen: stik er maar in.”

Met de roep om kleinschalige opvang is de afgelopen tien tot vijftien jaar niets gebeurd, zo beoordeelt Nazarski. “Het is nooit tot stand gekomen. Ik vind dat uiterst laakbaar. Toen ik eerder de noodzaak van een buffercapaciteit besprak met een bewindspersoon zei deze: ‘Maar je denkt toch niet dat ik zeg dat er meer asielzoekers komen!’.  Daar schrik ik van. Want een menselijk beleid, dat zijn we aan onze eigen stand verplicht, niet zozeer aan de EU, maar aan ons zelf. Als je dat beter had uitgedragen, dan had je een ander verhaal gehad, met veel meer maatschappelijk draagvlak. Er zijn zo’n 75.000 Oekraïners in Nederland. En toch loopt het ons in Nederland niet over de schoenen. Het kan dus wel. Er kan zoveel meer dan we denken.”

Massamedia berichten vaak over crises en politieke controverse, ziet hij. “Maar hoezo geen draagvlak? Ik zie juist heel veel draagvlak. Mensen doen vaak werk voor vluchtelingen in stilte, achter de coulissen. Maar dat zie je niet zo vaak op televisie. Je ziet wel de incidenten en de overlast. De grote onderstroom van ruimhartigheid zou zichtbaar moeten worden. Politici zouden dat ook veel meer kunnen laten zien en de nadruk leggen op de positieve verhalen en die boodschap ondersteunen. Er wordt te weinig gekeken naar oplossingen. Mensen komen naar Nederland omdat ze zelf een probleem hebben, niet omdat ze problemen willen maken. Dat verhaal kan veel krachtiger worden uitgedragen.”

IMG_9478 – kopie
Eduard Nazarski

Nazarski vindt dat de discussie over een tijdelijke asielstop geen enkele oplossing biedt voor vluchtelingen zelf en daardoor is het een non-issue. “Veel politici, inclusief bestuurders, zeggen vervolgens dat er geen asielstop kan komen omdat dit niet mag van EU. Daarmee vergroot je bewust of onbewust het anti-Europese sentiment. En bovendien suggereer je dat je vluchtelingen alleen helpt omdat het moet. Zo zak je steeds verder weg in een moeras, terwijl je leiderschap zou moeten tonen door te staan voor je principes.”

Hoe de EU zelf met vluchtelingen omgaat, is toch ook omstreden? 

“De EU heeft het vluchtelingenbeleid en de regels goed vastgelegd. Sommige landen doen niet mee zoals Hongarije. Daardoor is de zaak verlamd. Tegelijk investeert de EU veel in Frontex, de grenspolitie die betrokken is bij de uiterst omstreden pushbacks waardoor mensen de zee in teruggejaagd worden. Er wordt samengewerkt met de Libische kustwacht waarvan bekend is dat ze mensen mishandelen en zelfs verhandelen. De EU bouwt ook actief mee aan muren en hekken. Dat gaat ten koste van mensenlevens.

Toen Merkel in 2015 zei ‘Wir schaffen das’, kreeg ze veel kritiek. Toch is het voor een groot deel gelukt en klaargespeeld om de Syrische vluchtelingen op te nemen. Maar veel beelden op televisie laten wat anders zien. Europa zou worden overspoeld door vluchtelingen. Die emotie is heel dominant. Het geluid dat mensen bescherming nodig hebben is naar de achtergrond gedrongen. Er zijn te weinig regeringsleiders die hun nek uitsteken.”

Nederland kampt nog met een opvangcrisis. Waar ziet u het begin van een oplossing?

“Het lijkt voorlopig onoplosbaar. Ik stel mijn hoop op initiatieven van onderop. De stad Utrecht, waar ik zelf woon, heeft goed asiel- en integratiebeleid. Het gaat daarbij om opvang gericht op integratie en op contacten tussen mensen die nieuw zijn en hier al langer, of altijd al woonden. In meer gemeenten zie je dat: kleinschaligheid met een menselijke maat van de opvang. De buurt en de contacten staan dan centraal. Kijk naar mensen in kerken en buurthuizen, waar mensen elkaar ontmoeten en koffiedrinken.”

Nazarski noemt dat veel beter dan een opvangcentrum met bijvoorbeeld zevenhonderd plekken in of vlak bij een kleine woonkern. “Ik snap de mensen die daar wonen wel. Waarom die grootschalige opvang in een dorp of gehucht? Ook steden hebben een zorgplicht. Solidariteit groeit naarmate je iemand beter kent, als er persoonlijke betrokkenheid is.”

Een kleine groep mensen is echt uitgesproken tegen de opvang van vluchtelingen, weet Nazarski. “Maar de meeste mensen vinden het prima, als het maar goed en slim gebeurt. Het gaat om het stille en goedwillende midden. ‘We kunnen toch niet iedereen opvangen?’ klinkt het ook bij hen. ‘Nee, dat kunnen we ook niet, maar we kunnen wel ons steentje bijdragen!’ is dan het antwoord. En dat wordt beaamd en zo kun je samen verder.

Gemeenten kunnen een deel oplossen, maar het opvangprobleem is binnen een half jaar niet verdwenen. Straks zijn er verkiezingen voor de Provinciale Staten en dat gaat deels ook over opvang en vluchtelingen. Laten we er rustiger en normaler met elkaar over praten en kijken wat je concreet kunt regelen.”

Bij het werken met vluchtelingen staan volgens Nazarski de drie R’s centraal: rust, respect en ruimte. “Die drie R’s zou je ook binnen het debat óver vluchtelingen moeten introduceren. Misschien helpt daarbij het concept van Eva Rovers van een burgerberaad. Dus gesprekken beginnen en vragen opwerpen. Waar zit je kritiek? Waar zit je angst? De dialoog kan ons verder brengen.

Een deel van de onvrede komt doordat mensen niet gehoord worden. Ze komen naar een informatieavond en vrijwel tegelijk staat de bus met vluchtelingen in het dorp. Dus ik snap de bezwaren wel. We moeten de opvang niet alleen beter organiseren, maar ook beter bespreekbaar maken, zodat je samen een goed beleid realiseert.”

Wat betekent vrede voor u, ook in relatie tot de opvangcrisis?

“Vrede is het tegendeel van oorlog, en oorlog leidt tot mensen op de vlucht. Er is dus een duidelijke link tussen vrede en vluchtelingen. In Oekraïne is nu een buitenlandse agressor en daardoor is er oorlog. In Syrië was een burgeroorlog. Wat je nodig hebt, is dat iedereen tot zijn recht kan komen, dat er menselijke waardigheid is. Er zijn veel verscheurde samenlevingen en dictatoriale regimes. In Nederland wordt onvrede aangewakkerd door mensen die bewust alternatieve feiten en fakenews verspreiden. Ook onze democratie staat daardoor onder druk.

Mensen en regeringen die roepen dat je eerst naar je eigen rechten moet kijken, en pas later naar de rechten van anderen… dat is de dood in de pot. Er is in Nederland armoede, een toeslagenaffaire en institutioneel racisme… er zijn immense problemen. Maar je mag je ogen niet sluiten voor het lot van mensen op de vlucht.”

De UNHCR, de vluchtelingenorganisatie van de Verenigde Naties, heeft volgens Nazarski maar de helft van het budget dat het eigenlijk nodig heeft. “Ze hebben nu 5 miljard dollar per jaar te besteden, maar met 10 miljard euro zouden ze hun werk op basaal niveau kunnen doen. Als je dit vergelijkt met de enorme steunpakketten in coronatijd, is dat helemaal niet zoveel geld.”

En dat terwijl de situatie in vluchtelingenkampen vaak mensonterend en bizar is. “Opvang in de regio is voor de betreffende landen heel zwaar. Meer dan 90 procent van de vluchtelingen zit in een buurland. Vaak zijn de omstandigheden erbarmelijk, dus gaan mensen verder op de vlucht, in de hoop om een betere plek te vinden. Zulke vluchtelingen aan de poorten van Europa heb ik zelf gesproken. ‘Wist je van tevoren hoe gevaarlijk je vlucht kon zijn?,’ vroeg ik hen dan. En ja, dat wisten ze. Maar nog langer leven zonder perspectief, dat konden ze niet. Dan maar met gevaar voor eigen leven de sprong wagen.”

“Dat is ook de reden dat mannen vaak zonder gezin verder gaan. Ik zag en sprak ooit Afghaanse vluchtelingen in Pakistan die daar al twintig jaar in een kamp zaten. Dan wil je toch een keer weg! En dan wagen mensen het erop. Als je dat op je laat inwerken, dan begrijp je dat mensen verder op de vlucht gaan. En juist dát mis ik in alle betogen van politici in Nederland. Het klinkt zo mooi die ‘opvang in de regio’. Maar de praktijk is echt weerbarstig. Met meer middelen zou de UNHCR veel meer goede opvang kunnen realiseren. Je kunt dan ook inzetten op meer uitgenodigde vluchtelingen en die verdelen over landen die ze opvangen.”

Heeft het Westen niet zelf veel boter op zijn hoofd rond gewapende conflicten in de wereld?

“Als ik terugkijk naar de inval in Irak, dan was dat op basis van internationaal recht een aanfluiting. Los daarvan: je kunt de wereld niet met wapens naar je hand zetten. Democratie met geweld brengen is geen goed idee gebleken. En daar ligt ook een verantwoordelijkheid voor het Westen. Poetin is nu de ‘bad guy’ en dan doen we dus maar zaken met landen als Qatar en andere dubieuze regimes. Economische belangen zijn voor ons heel doorslaggevend. Maar op die manier ondergraaf je je eigen positie en kun je moeilijk op een geloofwaardige manier schendingen van mensenrechten aan de orde stellen. Je krijgt het als een boemerang terug, ook in je diplomatieke contacten. Diplomaten zoeken altijd naar voorbeelden dat je meet met twee maten.”

“Het thema ‘Generatie vrede staat op’ is een mooi uitgangspunt in deze Vredesweek. Ik zie veel jongeren die het anders willen. Ook vanuit de vredesbeweging kunnen jongeren meedenken over vrede. Er zijn stiltekringen, bijeenkomsten en debat. Vrede als thema is niet voorbehouden aan oudere mannen die de wijsheid in pacht hebben. Het gaat om verbindingen leggen en concreet werken aan een inclusieve samenleving. En het gaat ook om het bemoedigen van mensen dichtbij of ver weg. Laat zien dat het vlammetje brandt en blijf samen buffelen voor vrede.”

Bron: youtu.be

Dit interview is oorspronkelijk gepubliceerd op 23 september 2022 en opnieuw geplaatst in het kader van de Nieuw Wij Winterherhalingen.

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

Theo Brand

Eindredacteur

Theo Brand is journalist en politicoloog en werkt bij Nieuw Wij als eindredacteur. Religie, levensbeschouwing en politiek zijn …
Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.