“Het centrale thema in mijn fotografie is al twintig jaar interculturele ontmoeting en verbinding- en daarmee ook vrede. Een gevoel voor internationale solidariteit kreeg ik van huis uit mee,” zo vertelt ze. “Ik kom uit een niet-religieus socialistisch, deels joods milieu. Als kind wist ik al wat antisemitisme en vernietigingskampen waren.”
In haar vorige boek Intercultureel pionieren – op weg naar een wij-samenleving signaleerde zij: “In de jaren tachtig en negentig en ook daarna, zag ik dat er – om verschillende redenen- sprake was van een bescheiden vorm van etnisch-culturele verzuiling.” Zij portretteerde daarin honderd pioniers, die wél voor verbinding zorgden. “Mijn voormalige beroep van actie-onderzoeker is voor mij een tweede natuur gebleven. Binnenkort publiceer ik een artikel over het gegeven dat er geen mensenrassen bestaan.”
Marjan Borsjes studeerde andragologie en werkte als sociaal wetenschappelijk onderzoekster aan de Vrije Universiteit en als beleidsmedewerkster in het jeugdwelzijnswerk. Later ontwikkelde ze zich tot sociaal en intercultureel fotograaf en werd zo fotojournalist. Ze won diverse internationale fotoprijzen en kreeg fotonominaties en eervolle vermeldingen. Deze zomer verscheen haar negende fotoboek, dat ze in eigen beheer uitgeeft. Ze is co-auteur van boeken over methodiek in het jongerenwerk en ze is als fotojournalist verbonden aan het Vredesmagazine.
Hoe ben je fotograaf geworden en wat wilde je vastleggen?
“Ik startte met straatfotografie in Amsterdam (stadsgezichten) en later volgden meer straatfotografie-projecten Toen ik veel succes had bij het project Fotomonument 2000 (een foto van mij werd uit zesduizend foto’s gekozen voor de voorkant van het boek Kijk ons, en ik fotoprijzen won (onder meer bij de Verenigde Naties, The Year of the Family, besloot ik van fotografie mijn beroep te maken. Ik volgde cursussen en een masterclass, werd fotojournalist (ik houd ervan om historische gebeurtenissen vast te leggen) en ging mij richten op het portretteren van mensen.
Als ‘intercultureel fotograaf’ sprong ik een gat in de lucht toen ik in 2007 op het Journaal hoorde, dat Amsterdam de meest multiculturele stad ter wereld was, gemeten naar het aantal nationaliteiten, namelijk 178. Ik nam toen het initiatief voor de eerste Amsterdamse nationaliteitendag, het festival ‘Wereldburgers van Amsterdam’ in 2010 en was daar de hoofdfotograaf voor de groepsfoto’s. In 2008 werd voor deze viering de Stichting Interculturele Stad in beeld, SIS, opgericht en de organisatie lag in handen van Fotografie Marjan Borsjes en de Stichting SIS.”
Je nieuwste fotoboek heet Wereldburgers onderweg. Kun je wat meer vertellen over de totstandkoming van dit boek?
“Tweeënhalf jaar lang fotografeerde ik opmerkelijke, kleurrijke mensen die ik ontmoette in Amsterdam, terwijl ik zelf ook onderweg was. Twee foto’s werden gemaakt bij foto-opdrachten. Het boek bevat Amsterdammers/Nederlanders op hun kleurrijkst, denk aan kleurrijke kleding, tatoeages, creatieve baarden, tulband, hoofddoeken en piercings. Sommige personen fotografeerde ik op hun werk. En het boek bevat een foto van Akwasi tijdens zijn Anton de Kom-lezing.”
In een interview met De Telegraaf zei je onlangs dat je de schoonheid van de multiculturele maatschappij wilt laten zien. Waarom eigenlijk? En waarom niet de schaduwkanten?
“In mijn fotografie gaan schoonheid en engagement hand in hand. Ik kies ervoor om ‘parels’ uit het straatbeeld te laten zien. Over de grauwe straatkleding, die we meestal zien, en waar ik me aan erger, maakte ik in 2015 het fotoboek New Camouflage.
Ik kan zorgen, dat iedereen flatteus op de foto staat. Andy Warhol schijnt eens gezegd te hebben: ‘Ieder mens is mooi’. Een geheim van mijn fotografie is, dat ik karakters vastleg. Hoewel het boek primair gaat om de foto’s, draait het niet alleen om uiterlijkheden. Bij een aantal personen laat ik het beeld voor zich spreken, met minimale informatie zoals land en naam. Maar sommigen vertellen uitgebreider over hun drijfveren en hebben een belangrijke boodschap voor de wereld. Akwasi en de Colombiaanse vertegenwoordigers van inheemse stammen in Colombia en Brazilië bijvoorbeeld, die vorig jaar bij de Verenigde Naties een prijs gewonnen hebben voor meest milieuvriendelijke inheemse groep ter wereld. Ook de afschaffing van de slavernij, Keti Koti, maakt deel uit van het boek. Ik kies dus niet voor een probleemgerichte aanpak om de schaduwkanten van de multiculturele samenleving te documenteren.
Bij de boekpresentatie overhandigde ik het eerste exemplaar aan topfotograaf Daniël Koning. Ik voel verwantschap met hem, omdat hij net als ik al in 2011 een boek uitbracht over de vele nationaliteiten in Amsterdam. Hij noemde de foto’s in mijn nieuwste boek Wereldburgers onderweg ‘actieportretten, waarbij de mensen een natuurlijke uitstraling hebben’. Ook heb ik toen de vijf eeuwen migratie gememoreerd, die we achter de rug hebben, wat ook de titel is van het boek van de gebroeders Lucassen.
Omdat de boekpresentatie in Buurtcentrum De Havelaar was, sprak ik over het kolonialisme waar de Max Havelaar een aanklacht tegen was. Overigens: in 2002 werd dit boek uitgeroepen tot beste Nederlandse literair werk ooit. Tot slot ging ik in op de enorme diversiteit die wij allen op individueel niveau hebben.
Wie genetisch onderzoek laat doen bij My Heritage – en dat hadden drie van de zeventig aanwezigen gedaan – merkt dat onze afkomst vrijwel altijd eindeloos veel gevarieerder is dan mono- of bi-cultureel. Je vindt dan je etniciteit, genetische groepen en DNA-overeenkomsten.
En ik haalde Mounir Samuel aan, die ons eerder voorhield, dat we allemaal een mix van identiteiten hebben. Dus je bent niet alleen wat je beroep is, zoals mensen zichzelf vroeger vaak definieerden, maar ik ben ook moeder, jazzdanseres, saxofonist, inwoner van Noord-Holland, PvdA-er. Hiermee nuanceer ik, dat bij de mensen in het boek slechts één of twee landen worden genoemd, en onderstreep dat we allen vele identiteiten hebben.”
Bekijk ook de website van Marjan Borsjes: www.borsjes.nl.