Wat doe je precies?
“Het ontwerpen van rituele spelvormen waarmee je op betekenisniveau met elkaar kunt communiceren. Rituele spelvormen gaan niet via de ratio, juist door de beelden krijgt het een symboolfunctie. Het representeert iets, het staat ergens voor en er zijn handelingen bij. Maar ik kan begrijpen dat niet iedereen dit per se als rituelen ziet.
Mijn werk speelt in op moeilijke emoties en geeft vorm aan moeilijke thema’s. Ik maak kunstwerken die open van karakter zijn, niet af zijn; de deelnemers maken door te participeren het kunstwerk af. Het krijgt betekenis doordat de mensen er betekenis aan geven. Op bruiloften zie je mij niet zo gauw. Ik probeer mijn steentje bij te dragen aan dingen waar mensen over aarzelen en die ze moeilijk vinden. Verhalen en herinneringen via de associatie oproepen, vormen daarbij belangrijke aspecten. Daar een vorm voor bedenken, zodat ze ontsloten kunnen worden en ze dan verbeelden, dat is het mooiste.
Ik ben bezig met een nieuw project met ouderen die door middel van kunstbeoefening hun testament opmaken. Het heet Testament Ongekend. Een testament dat gaat over geestelijke levenservaringen. Eerst worden de levensverhalen losgeweekt en daarna verbeeld in bijvoorbeeld een kunstwerk. Mijn rituelen monden er in uit dat je middels het beeld een mooi gesprek kunt voeren. Elk leven is een wijsheid en het gaat er om een stukje van die wijsheid met elkaar te delen.”
Wat wil je de mensen hiermee geven?
“Ouderen hebben geen volwaardige positie in de samenleving, vind ik. Die komen veel te veel aan de zijlijn te staan. Zodra ze stoppen met werken, worden ze geacht leuke dingen te doen. Maar ze hebben een rol, ze kunnen voor de jongere generaties van betekenis zijn, zij zijn de oude wijzen. Maar de moeilijkheid is dat zodra mensen de rol toebedeeld krijgen van dat ze eigenlijk niet meer meedoen, ze er ook naar gaan handelen en passief worden. Ik wil dat deze mensen een podium krijgen. Een podium dat hun wereld representeert, een moment dat van hun is en dat de jongeren de toehoorders zijn.”
Hoe kwam je op deze vorm van ritualiseren?
“Het begon ruim vijftien jaar geleden met afscheidsrituelen rondom de sloop van een paar huizen. Zomaar afbreken door de slopers wat in een dag gebeurt, vond ik erg. Dus besloot ik om de afbraak van deze huizen vorm te gaan geven. Ik wist op dat moment helemaal niet dat ik een ritueel aan het doen was, maar dit ging eigenlijk om aandacht voor het rouwproces. Want als je je huis uit moet, komt daar rouw bij kijken. Je organiseert het delen van de pijn met elkaar en het zijn momenten, net zoals wanneer iemand sterft, om de verhalen en herinneringen die naar boven komen, te vangen, vorm te geven en te delen.
Later heb ik Allerzielen Alom ontwikkeld. In het begin heb ik kunstenaars gekoppeld aan nabestaanden die bij het graf samen iets gingen doen. Er bleek behoefte te zijn aan deze nieuwe vorm van herdenken. Wat voor mij belangrijk hierin is dat de doden centraal staan, hen te eren en de nabestaanden een taak te geven om het gedachtegoed van de overledene levend te houden. Dan heb je het over een vorm van sociale duurzaamheid: de wijsheden, de humor en de inspiratie. De koppeling nabestaanden en kunstenaars vond ik uiteindelijk te exclusief. Toen heb ik collectieve rituelen geïntroduceerd en dat was het begin van Allerzielen Alom. De rituele kunstvormen zijn inmiddels overgenomen door gemeenschappen en uitvaartorganisaties. Een voorbeeld van een ritueel dat ik samen met iemand ontwikkeld heb, is Ritueel Tafelen: een prachtig gedekte lange tafel met kaarsjes, kristal glaswerk en mooi serviesgoed als symbool van een tafel waar de doden ‘s avonds aan dineren, waarbij jouw overledene ook kan aanschuiven. Op de onbeschreven borden kan er iets opgeschreven worden over de overledene, iets wat iemand altijd zei of deed. Dus de rituelen die aan tafel gebeurden zie je dan omschreven op een bord, dat representeert een overledene.”
Waarom rituele kunst?
“Rituele kunst heeft verbeeldingskracht en poëzie. Het geeft toegang tot onbewuste lagen en vergeten herinneringen, daar werk ik veel mee. Via het gevoel en de symbolentaal kunnen we betekenis en zin ontdekken en op diepere lagen terechtkomen. Het laat mensen op een nieuwe manier voelen, je maakt het modern en eigentijds. Het heeft vormkracht en daarom denk ik dat een goed ritueel zonder steentjes, rozen, ballonnen en hartjes kan. Het gaat om het doorbreken van de clichés. Als ritueelbegeleider moet je niet te gemakkelijk naar hartjes en steentjes grijpen, maar iets sterkers bedenken. De steentjes en hartjes doen de mensen zelf wel. Als het te bekend is, dan komt het diepere gevoel te weinig naar boven.
Kunst moet sowieso voor mij in de samenleving staan en niet in een museum. Het moet betekenis hebben voor de mensen die er mee te maken hebben. Voor mij is doen en aanraken heel belangrijk. Dat heb ik gaandeweg ontdekt met wat ik doe. Daar word ik gelukkig van. Het heeft al zoveel mooie momenten en gesprekken opgeleverd.”
Met welke reden moet kunst in de samenleving staan?
“Van oudsher heeft het die rol. Kunstenaars kregen van koningshuizen en vanuit de religie vaak grote opdrachten, maar het was ook belangrijk dat de attributen voor rituelen door kunstenaars ontworpen werden. Het moest om mooie attributen gaan. Kerken moesten een bepaalde architectuur hebben, zodat het geestelijke versterkt werd. Kunst stond niet in dienst van de mensen zelf. Ik geloof niet zo in kunst die in dienst van zichzelf staat. Dat is niet de vorm waarin ik het wil laten zien. Ik heb een holistische kijk op het leven. Dat betekent dat kunst moet functioneren in de samenleving en daarom verbind ik het door middel van rituelen met wat er speelt in de samenleving. Zo wordt het eigendom van mensen, zij spelen er een rol in, het is voor hen bedacht.
Het ritueel ‘Namen en Nummers, een tijdelijk monument voor een oneindig verlies’ gebeurt midden in de gemeenschap. In mijn straat woonden 2483 joden, dat weet niemand en dat vond ik raar. Ik wilde ook deze joden herdenken. Op het Kastanjeplein in de Oosterparkbuurt in Amsterdam richt ik op 4 mei een ritueel landschap in met een spoor en rituele stations.
Het is een nieuwe vorm van herdenken, zowel collectief als individueel. Je verhoudt je tot een persoon en doordat je je over een naam ontfermt, krijgt het meer lading. Zes miljoen is een getal en je kan je niet tot zes miljoen mensen verhouden, maar wel tot een naam. Dan komt de verbeelding op gang, want je gaat je afvragen hoe diegene geleefd heeft. Mensen zijn verzonken in hun verhaal en lopen een paar uur met een persoon rond, noemen die naam en leggen dan die naam neer in een plattegrond met al die andere mensen die in die straat woonden. Daarmee bouw je collectief aan een straatmonument voor alle weggevoerde joden. Dit is een indringend en zacht ritueel om deze mensen op een andere manier te herdenken. De naam wordt symbolisch weer in de gemeenschap teruggebracht. Dat is ontroerend om mee te maken.”
Speelt religie een rol in jouw werk?
“Ja, in die zin dat ik merk aan mensen dat religie aan betekenis verloren heeft. Ze zijn nauwelijks nog praktiserend. Sommigen zijn er ook niet mee opgegroeid, dus die weten niet wat ze missen. Ze hebben er wel een oordeel over, maar weten eigenlijk niet waar het over gaat. Ik vind het terecht dat religie in het algemeen bevraagd wordt, dat er protesten zijn. Het heeft nogal wat autoritaire en intimiderende trekjes. Tegelijkertijd is het ook een sociale structuur van een gemeenschap waar voor elk probleem een vorm gevonden wordt om dat op te lossen. Ik denk dat bijvoorbeeld de biecht in zijn pure vorm bedoeld was om je telkens schoon te kunnen maken, je geweten schoon te maken. Religie heeft veel gaten achtergelaten rondom rouw en verlies, dat zijn we nu zelf allemaal aan het uitvinden. Je kunt met problemen naar iemand anders gaan om het op te lossen, maar vaak zijn mensen te druk of het klikt niet. En mensen zijn er niet altijd, een religieuze macht is er altijd. Juist als de nood aan de man is, zijn mensen vaak ver te zoeken. Dat je je dan tot een godheid kunt richten, is dan belangrijk en waardevol. Ik mediteer en dan merk ik ook iets van een kosmische kracht. Dat is een gevoel waar je kracht uit kunt putten, al levert het geen antwoorden op.
Religie heeft, net als kunst, een verbeeldingswaarde. Het is verbeelding, bijvoorbeeld van de hemel en de hel, wat ingevuld is door de religie. De kunst laat dat wat meer open. Met kunst kun je bepaalde aspecten van religie oppakken, dat probeer ik met mijn rituelen te doen. In religie gaat het over werelden die niet tastbaar zijn en kunst roept ook werelden op die niet tastbaar zijn. Ook al is het via de materie, het is de bedoeling dat het werelden oproept. Je hebt een beeld, maar ver-beelding betekent dat het verder gaat dan dat beeld, dat het verder gaat dan dat concrete woord.”
Wat is jouw missie?
“Rituele kunst als een nieuwe discipline introduceren. Binnen de kunst is dit nog geen vertrouwd begrip. Symbolen zijn beelden, vandaar dat beeldende kunst er een opdracht in zou kunnen zien om mooie symbolen te ontwerpen die bij deze tijd passen. Zonder kunst kunnen rituelen qua vorm nietszeggend worden. Daarom durf ik te stellen dat een goed ritueel niet zonder kunst kan. Ik denk dat we de vorm er bij moeten halen. Vanuit de vorm komt de inhoud voort.”