Hij stopte met zijn promotieonderzoek, zodat hij al zijn tijd kan besteden aan het opbouwen van een ander economisch systeem. Een dat wel past binnen de draagkracht van de aarde. Met mínder materiële rijkdom en méér geluk. Econoom Paul Schenderling (1988) schreef Hoe handel ik eerlijk en Er is leven na de groei en is een van de oprichters van de stichting Genoeg om te leven. Die heeft als missie: samen een einde maken aan de uitputting van mens en aarde en het leven ontketenen. Via een beeldbelverbinding vertelt hij vanuit zijn werkkamer hoe hij daar concreet invulling aan geeft.
Waar ben je op dit moment mee bezig?
‘Ik schrijf een nieuw boek, over Europa, ook vanuit het gedachtengoed van postgroei. Dus over het verleggen van de focus van groei van consumptie en bruto binnenlands product naar groei van kwaliteit van leven [het bbp meet de hoeveelheid productie- en kapitaalgoederen die een land voortbrengt – MB]. Het boek is onderbouwd met wetenschappelijk onderzoek en verschijnt dit najaar.
‘Voor de stichting werken we aan drie programma’s. Het programma Postgroei valt onder het werken aan systeemverandering. Met het programma Leven van Genoeg organiseren we gespreksgroepen over de doelen in je leven. Het programma Just Enough is wat praktischer: hoe geef je handen aan voeten aan leven met minder spullen? Wij moedigen mensen natuurlijk aan om minder te kopen, maar áls ze kopen, dan het liefst zo duurzaam mogelijk.
‘Daarvoor hebben we met onze Britse partner Ethical Consumer een productwijzer ontwikkeld. Welke batterij, shampoo of videobelsoftware is het minst belastend? Alle producten zijn onderzocht op 365 indicatoren, waaronder ecologische impact, een leefbaar loon voor arbeiders, dierenwelzijn en politieke invloed. De eindscore biedt een helder overzicht op al deze gebieden, uitgedrukt in punten van nul tot tien. De scores zijn nu nog gebaseerd op producten die zowel op de Engelse als de Nederlandse markt te koop zijn. We zoeken donateurs om onderzoek naar producten van eigen bodem te financieren.’
Van verf tot aardappelen: vaak zijn de meest ethische producten duurder. Zijn ze wel weggelegd voor mensen met een kleine beurs?
‘Per saldo is het goedkoper om duurzame spullen te kopen. In aanschaf zijn ze duurder, maar ze gaan langer mee waardoor je op de lange termijn goedkoper uit bent. Het is de laarzentheorie van ongelijkheid: het is duur om arm te zijn. Als je weinig geld hebt, koop je goedkope nieuwe schoenen. Die gaan sneller stuk, waardoor je vaker nieuwe moet kopen en per saldo duurder uit bent.
‘Duurzaam voedsel is trouwens per saldo wel duurder. Maar mensen met een klein inkomen hebben een kwart lagere ecologische voetafdruk dan gemiddeld. Dus dan zou je kunnen zeggen: ik lever mijn aandeel al.
‘Het is voor een groene economie cruciaal om welvaart eerlijker te verdelen. De ecologische voetafdruk van de tien procent rijksten is vele malen groter dan gemiddeld. Deze rijken zijn verantwoordelijk voor een groot deel van de wereldwijde vervuiling. Met belastingen op hoge inkomens, vermogen en flitskapitaal kun je de verschillen kleiner maken. Met de opbrengsten kun je lage inkomens toeslagen geven waarmee ze ethische producten kunnen kopen.’
De gemiddelde Nederlander heeft een ecologische voetafdruk van meer dan drie aardbollen, jij hebt er één. Was het moeilijk om daar te komen?
‘Mijn vrouw en ik hebben er met ons gezin met twee jonge kinderen zeven jaar over gedaan om van tweeënhalve aardbol naar één te komen. Je moet geduld hebben, de tijd nemen. We hadden al geen auto, dat scheelt. Spullen hebben we één voor één vervangen, dus alleen als iets stuk ging. Kaas vind ik het moeilijkst om te laten liggen: dat is zo’n enorme smaakmaker. Ik eet het nu nog eens per week.
‘Maar je krijgt iets terug voor een kleinere ecologische voetafdruk: nieuwe levensvreugde. Doordat we spullen lenen of laten repareren hebben we meer contacten met anderen. Dat zorgt dus voor meer verbinding met mensen. Doordat we meer seizoens- en streekproducten kopen, ervaren we ook meer verbinding met de aarde: we weten beter waar dat voedsel vandaan komt, onder welke omstandigheden het is gemaakt en wat dat betekent voor de toekomstige leefbaarheid van de aarde. En we hebben minder inkomen nodig, dus we zijn minder gaan werken en hebben meer vrije tijd. Ook voor vrijwilligerswerk dat we belangrijk vinden.’
Gaan we met ander consumentengedrag de wereld redden? Maar een handjevol mensen koopt ethische producten.
‘De zonnepanelenindustrie, tegenwoordig een miljardenbusiness, is er gekomen door een groepje Duitse burgers. Die wisten bedrijven te interesseren om iets te doen met fotovoltaïsche cellen, en de overheid stapte in met subsidie. Dus een klein groepje consumenten kan samen met bedrijven en de overheid grote ontwikkelingen in gang zetten.’
Tegelijkertijd schrijf je in je boeken dat duurzame energie niet zaligmakend is en dat we ook grenzen moeten stellen aan de groei van de economie.
‘Je hebt helemaal gelijk. Zonne-energie is klimaatvriendelijk, maar je vervangt de ene mijnbouw door andere. In plaats van fossiele brandstoffen delf je grondstoffen voor de zonnepanelenproductie, zoals silicium en koper, met bijhorende vervuiling en uitbuiting. Je moet dus ook iets doen tegen de groei van energie en materiaalverbruik – en dus aan de groei van de economie.
‘Economische groei maakt 55 procent van de milieuwinst die gemaakt wordt door duurzamere technieken, weer ongedaan. Groene economische groei is een fabeltje: er is nog nooit iemand geweest die heeft kunnen laten zien dat dat werkt. In mijn boeken laat ik zien aan welke knoppen we kunnen draaien om uit te komen bij een postgroei-economie, binnen planetaire grenzen.’
Waar komt die gedrevenheid vandaan om je zo in te zetten voor een betere wereld?
‘Mijn grote drijfveer is sociale rechtvaardigheid. Ik vind het onbestaanbaar dat we in het Westen veel te veel spullen hebben en voor die luxe mensen uitbuiten. Daar kan ik niet bij. Voor onze consumptie in Nederland werken elders tien miljoen mensen. Meer dan de helft van hen verdient geen leefbaar loon, blijkt uit onderzoek van Just Enough. Daar maakt bijna niemand zich hier druk om. Ik heb een grote vastberadenheid om daar wel iets aan te doen.’
Het lijkt nog niet op te schieten met die meer groene en rechtvaardige wereld.
‘Er zullen altijd mensen zijn die streven naar vrijheid, vrede, rechtvaardigheid en naastenliefde, naar diepe menselijke waarden. Die kun je tijdelijk onderdrukken, maar op een gegeven moment komen mensen in opstand. Massaconsumptie zorgt voor innerlijke leegte. Economen en marketeers willen ons doen geloven dat we spullen nodig hebben. Maar materialisme geeft geen echte vervulling. Verkeerde leiders zoals Trump en Wilders beloven dat ze die leegheid kunnen vullen met illusies als nationalisme en witte trots. Ik ben geen zoetsappige optimist, maar mensen zullen die illusies weer van zich afwerpen. Dan moeten er mensen klaarstaan die die leegte vullen met waarden en een realistisch alternatief, gebaseerd op empathie.’
Is jullie programma Leven van Genoeg daar ook voor bedoeld?
‘Ja, dat zijn gespreksgroepen met een levensbeschouwelijke insteek, vanuit protestantisme, katholicisme en humanisme. Wat zijn de doelen van het leven? Waar doen we het eigenlijk voor? Kennis, macht en geld zijn middelen. Als je daar te veel mee bezig bent, vergeet je waar het leven werkelijk over gaat. Mensen die in die groepen meedraaien, zeggen soms hun baan op of gaan minder werken en richten zich op wat er echt toe doet, op wat wij noemen ‘het leven ontketenen’. De plekken waar mensen met levensvragen bezig zijn, schieten als paddenstoelen uit de grond. Rechtvaardigheid en empathie zijn supermenselijk.’
