Michael Kowalski hield zich al voor de aanslagen van 11 september 2001 bezig met terrorismebestrijding bij verschillende veiligheidsdiensten van de overheid. ‘Al snel raakte ik onder de indruk van de dilemma’s die zich voordeden en waar je je als professional toe verhoudt. De vraag is alleen of je je dat bewust bent of niet.’
Hij kreeg binnen Justitie de unieke mogelijkheid om een onderzoek te doen naar moreel beraad op de werkvloer van staatsgeheimen. Bij zijn weten is dat internationaal nog niet eerder gedaan. Begin maart promoveerde hij op de rol van ethiek in terrorismebestrijding. Zijn conclusie: ethiek is onderdeel van de professionaliteit en een sterk ethisch kompas kan bijdragen aan beter beleid.
De aanslagen van 11 september gaven Kowalski een voorbeeld van een groot dilemma waar terrorismebestrijding mee te maken heeft. Als met een gekaapt vliegtuig een aanslag gepleegd dreigt te worden met honderden slachtoffers, mag je dan als overheid besluiten het vliegtuig neer te schieten, waarbij alle inzittenden om het leven komen? Voor veiligheidsdiensten is het belangrijk dat daar al in een vroeg stadium over nagedacht wordt; want als de situatie zich voordoet, moet er snel gehandeld worden. “Het is dus heel belangrijk er goed over na te denken op welke principes wij als land ons statelijk handelen willen laten rusten. Om daar goed over na te denken, is een soort ethische infrastructuur nodig.”
Kowalski ontdekte dat in de medische wereld zo’n infrastructuur bestaat. In de gezondheidszorg wordt moreel beraad als methode ingezet om over ethische vraagstukken te spreken. Een moreel beraad is een gestructureerd gesprek onder leiding van een geschoolde gespreksleider waar alle deelnemers gezamenlijk een moreel dilemma ontrafelen. Er wordt gekeken welke waarden in het geding zijn en welke handelingsopties er zijn. Gezamenlijk wordt een afweging gemaakt tot een beleidskeuze in het dilemma. Dit moreel beraad introduceerde Kowalski bij de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV)
Terug naar het gekaapte vliegtuig. “In Nederland bestaat de mogelijkheid te besluiten het vliegtuig neer te halen, dus dat je als staat preventief een aantal mensen doodt, om het leven van anderen te sparen. Ik vind het opmerkelijk dat in Duitsland een vergelijkbare wet door het Constitutionele Hof is verworpen, met een beroep op de waardigheid van de mens. Het verschil zit in het ethische concept dat je hanteert. Het ene concept hanteert een afweging van aantallen: minder mensen doden is meer waard dan als er meer doden zouden vallen. Het andere concept gaat uit van het principe dat een mens nooit een middel mag zijn om een ander doel te bereiken.”
Informatie-uitwisseling

Nu is dit een extreem voorbeeld, maar een dilemma dat zeer regelmatig speelt, is de vraag welke informatie uitgewisseld wordt met binnenlandse en buitenlandse partijen. Deel je bijvoorbeeld het 06-nummer van iemand die naar Syrië is vertrokken, dan zou iemand daarmee makkelijk te vinden zijn en gedood kunnen worden door een drone. “Door professionals te laten reflecteren op dit soort vraagstukken,” zegt Kowalski, “krijg je beter in beeld wat het probleem is, welke waarden in het geding zijn en wat je daaraan kunt doen.” Daarvan kunnen ook beleidsmakers en politici profiteren denkt hij. “Zodat ze geen symboolpolitiek verzinnen die het goed doet in bepaalde delen van de Tweede Kamer, maar die onder de streep niet bijdraagt aan de oplossing.”
Mensenrechten
“Een ander dilemma doet zich voor in de vraag met welk land we op welke manier samenwerken, vooral bij landen waarvan we weten dat de mensenrechten er niet goed worden nageleefd. Met het ene land worden meer gegevens uitgewisseld dan met het andere. Tegelijkertijd zul je als overheid in het belang van Nederlandse burgers, in gesprek willen blijven met landen waar het er slecht aan toe gaat met de mensenrechten. Je wilt niet in de positie zijn dat zo’n ander land over informatie beschikt dat er een aanslag in Nederland kan plaatsvinden en dat je vanwege je hoge morele principes de informatie niet krijgt omdat je niet met dat land spreekt.”
Eén van de meest genoemde tegenstellingen in de dilemma’s bij de veiligheidsdiensten is die tussen vrijheid en veiligheid. Kowalski ziet dat ook terug in de politiek: “Politieke partijen die op de één of andere manier vrijheid in hun titel dragen of uitdragen. Of wanneer gezegd wordt dat wij vrijheid moeten opofferen voor onze veiligheid.” Hier is een goede afweging van belang: “Ik zie wel dat er spanning is, maar ik denk dat het bij een rechtsstaat past om je uiterste best te doen om deze waarden met elkaar te verenigen en dus niet de ene belangrijker te maken dan de andere. Wellicht maak je soms bepaalde keuzes omwille van een hoger doel, maar dat zal je altijd goed moeten afwegen.”
Religieuze waarden
Bij terrorisme spelen op dit moment vaak religieuze motieven mee. We zien dit bijvoorbeeld terug bij aanslagen die in de naam van de politieke islam worden uitgevoerd of aanslagen tegen abortusklinieken waarbij daders zich op christelijke principes beroepen. Dit geldt ook voor aanslagen voor een ogenschijnlijk seculier doel die door sekte-achtige aanhangers worden uitgevoerd. In de morele beraden die Kowalski met de medewerkers heeft gehouden, kwamen religieuze waarden impliciet terug. ‘Er kwamen waarden naar voren die centraal staan in de abrahamitische religies en de basis vormen voor onze democratische rechtsstaat. De prangende vraag blijft hoe je in steeds veranderende situaties waarden die op gespannen voet met elkaar staan mag en moet afwegen.’
“Alles wat je doet heeft een ethische lading, het is meer de vraag of je je het bewust bent. Het is soms te makkelijk om te zeggen dat iets ethisch niet verantwoord is. Want voor alles wat je wilt doen, is wel een ethische stroming te vinden. Er is ook ethiek die de doodstraf kan rechtvaardigen. Dus je moet je nader verklaren.”
Vormen van ethische gespreksvoering zouden wat Kowalski betreft veel breder in andere organisaties toegepast mogen worden. Ze kunnen de praktische wijsheid van professionals die het werk doen naar boven halen en daarmee tot beter beleid leiden. ‘De oude Grieken hadden daar al een term voor, phronesis, wat praktische wijsheid betekent), het is een ondergewaardeerde vorm van kennis naast wetenschappelijke en technische kennis. Meer aandacht voor phronesis kan de kwaliteit van zowel beleid als uitvoering versterken. Door praktische wijsheid serieuzer te nemen zullen niet alleen belangrijke inzichten meer op waarde kunnen worden geschat. Ook professionals zelf zullen zich meer gehoord voelen wat wederom het draagvlak voor ingewikkeld beleid kan vergroten. Het is een aanname, maar ik zie daar kansen.’
Dit artikel verscheen recent in De Linker Wang.