Af en toe heb ik het gevoel dat Sherry Turkle ondertussen, terwijl ze mij te woord staat aan de vaste telefoon, ook haar smartphone aan het checken is. Want soms hoor ik een piepje en dan valt ze even stil, herhaalt ze een zin enigszins automatisch, om daarna weer door te gaan met het gesprek. Maar dat zal toch niet waar zijn hè. Want als er iemand is die waarschuwt tegen de gevaren van ‘multitasking’, van net doen of je aandacht geeft aan iemand terwijl je ondertussen sms’t en e-mailt, dan is het deze psychologe, hoogleraar aan het Massachussetts Institute of Technology in Boston, en auteur van het boek Alone Together. Ondertitel: ‘Waarom we meer van technologie verwachten en minder van elkaar’.
Volgens haar is dat zo. En als we niet oppassen, dreigt er verschraling van onze relaties, verarming van onze gevoelens en zelfs ontwaarding van onze woordenschat, door nieuwe technologie zoals internet en robotspeeltjes. Al vele jaren doet zij onderzoek naar de respons van mensen op technische vernieuwingen: Social Media, computerprogramma’s waarmee je over je problemen kunt praten, en robotachtige snufjes zoals de Tamagotchi, de Furbi, of het robothondje Aibo. Aanvankelijk zag ze alleen maar de enorme verrijking daarvan. Maar in haar laatste boek schetst ze ook de gevaren.
“We zijn verliefd op technologie,” zegt Turkle. “En net als verliefde mensen willen we alleen maar de positieve kant ervan zien. Maar dat is niet zonder gevaar.”
In haar boek heeft ze het over het over de robotindustrie, die ons levensechte robots belooft – om oude mensen te verzorgen, bijvoorbeeld. Er zijn al prototypes van zulke robots en Turkle onderzocht hoe kinderen en volwassenen daarop reageren. Wat blijkt? Net zoals bij de Tamagotchi en de Furbi hebben wij sterk de neiging ons aan dit soort machines te hechten. Maar als wij robots als levende wezens gaan zien, stelt Turkle, dan dreigen wij zelf dingen te worden.
In haar boek schrijft ze ook over ouders die Harry Potter voorlezen aan hun kinderen met hun Blackberry in hun hand, die niet opkijken van hun smartphone als hun kinderen binnenkomen, die zelfs aan tafel zitten te sms’en en te e-mailen. En ze heeft het over de gevaren van Social Media. Teenagers die vijf uur per dag op Facebook zitten en daarbuiten bijna geen contacten meer hebben met elkaar. Die tienduizend sms’jes per maand versturen en niet meer durven bellen: dat vinden ze te confronterend, want dan kun je niet meer zorgvuldig nadenken over hoe je iets zegt, dan moet je spontaan praten.
Wat is precies het gevaar van die fenomenen?
“Er zit een valse belofte in. De Social Media beloven ons fantastische nieuwe vrienden. Maar oeps! we krijgen alleen maar Facebook vrienden en dat is niet hetzelfde. De grote belofte is dat je niet meer alleen hoeft te zijn. Dat begrijp ik heel goed – mensen zijn kwetsbaar en niemand wil graag alleen zijn. Maar daar ligt precies het gevaar. De kern van mijn boodschap is: hierdoor verliezen we juist onze capaciteit om alleen te zijn. Zonder die capaciteit kun je geen relaties met andere mensen hebben, want dan is alle relatie alleen maar het vervullen van een behoefte. Dan gebruik je mensen als een soort reserve onderdelen. Hetzelfde geldt voor relaties met robots. De belofte is: je krijgt aandacht en liefde van de robot. Maar het is geen echte aandacht, geen echte liefde: het is alleen maar show.”
Waarom hechten we ons eigenlijk zo makkelijk aan Tamagotchi’s, Furbi’s en andere robotachtige machines?
“Onze menselijkheid maakt dat wij gaan houden van iets dat naar ons kijkt, dat naar ons uitreikt, en waarvoor we zorgen. Zo zitten onze hersens nou eenmaal in elkaar: we koesteren wat we liefhebben, en we hebben lief wat we koesteren. Maar als wij houden van dingen die geen echte liefde kunnen geven, dan vermindert ons dat. Het is helemaal niet hetzelfde als met honden of andere huisdieren. Daarmee praat je niet over je relatieproblemen. Maar wij raken nu gesocialiseerd om op emotionele voet met dingen om te gaan.”
Is dat niet het resultaat van een paar eeuw materialistische wetenschap? Descartes zei al dat de mens niet meer is dan een machine.
“Ik zeg niet dat we geen biochemische kant hebben. En natuurlijk zijn we evolutionair ontwikkeld om bepaalde reflexen te vertonen. Als je dat machine-achtig wilt noemen, ga je gang. Maar waarom zouden we van robots moeten houden? Dat is de vraag.”
De industrie houdt ons voor, schrijft u, dat het handig is om robots oude mensen te laten verzorgen omdat er niet genoeg mensen zijn die deze zorg op zich kunnen nemen.
“Als dat het antwoord is, dan zeg ik: ga maar terug naar jullie ontwerptafels en verzin iets beters dan een robot. Ik ben niet anti-robot. Maar het idee dat een robot een partner of een verzorger zou kunnen zijn… Een vrouw zei eens in een discussiegroep over dit onderwerp dat ze best technische versterking had willen hebben toen ze haar oude moeder verzorgde. Robotarmen, bijvoorbeeld, zodat ze haar moeder had kunnen optillen. Een van de meest hartverscheurende uitkomsten van mijn onderzoek was dat veel oude mensen het gevoel hebben dat robots beter zijn dan niets. En dat er dus niets beters voor hen te krijgen is. Maar een kind ziet dat het niet goed genoeg is. Letterlijk. Een kind vroeg, in zo’n discussiegroep: ‘Hebben we geen mensen die dat werk kunnen doen?’”
Hebben we dan misschien niet genoeg tijd meer voor echte liefde?
“We hebben alle tijd. Als je niet tienduizend sms’jes per maand hoeft te versturen, als je geen tijd verspilt aan al deze nieuwe technologie, heb je tijd genoeg. Daar gaat het niet om. We krijgen alleen de indruk dat we weinig tijd hebben, juist door de eisen van deze nieuwe technologie. Hoe meer je gelooft dat die internet-connecties je behoeften bevredigen, hoe groter het risico is dat je echte contacten met echte mensen uit de weg gaat.”
Hoe komt het toch dat die technologie zo’n enorme aantrekkingskracht heeft op mensen? Is het onze behoefte aan controle?
“We geloven dat technologie ons kan helpen onze lastige, weerbarstige en rommelige menselijke relaties op te ruimen en schoon te maken. Maar uiteindelijk doen we onszelf tekort met die technische oplossingen. Er zijn mensen die hardop fantaseren over robots waarmee je seks kunt hebben, zelfs robots waarmee je kunt trouwen. Dat zijn de fantasieën van dit moment. Ik kom daartegen in het geweer. Er zijn dingen die je echt alleen maar met mensen kunt doen. Ik heb nooit veel gezien in weidse benamingen als de mens als hoogtepunt van de evolutie. Maar nu moet ik toch zeggen dat er waarden zijn die alleen aan mensen zijn voorbehouden. Net doen of een machine ons kan begrijpen is geen vooruitgang, maar een misverstand. Je kunt best praten over chips die de hersens van mensen met Parkinson kunnen verbeteren, of het veranderen van je DNA om medische redenen. Oké. Maar trouwen met een machine – nee. Daarbij: het gaat hier om fantasieën. Maar veel mensen praten erover alsof we ons er maar beter op kunnen voorbereiden, omdat het er vroeg of laat van komt. Dat is nog maar de vraag.”
U schrijft dat we zelfs moeten oppassen voor verlies aan betekenis van bepaalde woorden, zoals intelligentie en gevoel?
“Ja. Als er gezegd wordt dat robots intelligentie hebben, dan is dat een verarmde betekenis van het woord intelligentie: niet een begrip met vele lagen, maar alleen ‘cognitie’. Hetzelfde geldt voor gevoel: robots hebben nooit gevoel, ze doen alleen maar alsof. Als we over robots schrijven in die termen, moeten we daar toch tenminste aanhalingstekens omheen zetten. Net zoals je ‘wezen’ moet zeggen als het om een robot gaat.”
Krijgen kinderen te weinig aandacht door ouders die constant online bereikbaar zijn?
“De meeste ouders maken zich weleens schuldig aan dat soort gedrag: halve aandacht voor hun kinderen en de rest voor hun smartphone. En ik heb teenagers gesproken die hun ouders verzoeken om niet te sms’en onder het eten. Maar het is ingewikkeld, want vervolgens eisen diezelfde teenagers op school wel het recht op om onder de les te blijven sms’en.”
Hoe gaat u daar zelf mee om?
“Ik heb verschillende strategieën geprobeerd. Als ik het verbied, gaan ze onder de tafel door. En sommige studenten vragen om toestemming om het openlijk te doen, want ze vinden het volkomen normaal. Maar anderen hebben mij juist gevraagd om het te verbieden. Ze hebben niet het gevoel dat ze zichzelf in de hand hebben: als ze een sms krijgen, móeten ze kijken. Ik denk niet dat wij onze studenten een dienst bewijzen door ze toe te staan hun mobieltjes aan te laten onder de les. Volgend semester ben ik van plan om het probleem te bespreken en ze vervolgens te vragen hun mobiel uit te zetten.”
Maar u propageert niet om helemaal af te kicken van internet en social media?
“O nee, helemaal niet. Internet is fantastisch. Mijn dochter studeert nu in Californië. Ze sms’te me laatst een foto van een kipschotel die ze gemaakt had – dat had ze van mij geleerd. Dat is toch geweldig!” [Lacht]. “Maar laten we alleen het goede ervan nemen, en een manier vinden om dat te integreren in onze levens. Je hoeft niet te vasten, maar ga wel op een verstandig dieet. Deze technologie is er nu eenmaal en zal bij ons blijven. Alleen: geloof niet dat technologie je eenzaamheid kan oplossen. Eenzaamheid is onderdeel van het leven en daar moet je zelf een oplossing voor vinden. Als Facebook je op weg helpt om contacten te leggen is dat prima, maar blijf er niet in hangen. Maak die contacten ook werkelijk.”
Ziet u al tekenen van een tegenbeweging?
“Ik wil er niet meer van maken dan het is, maar ik zie inderdaad dat mensen het hebben over ‘internet sabbaticals’ en dat soort dingen. Het lijkt erop dat de gevaren van het altijd online zijn duidelijk beginnen te worden.”
Ligt de oplossing niet in spiritualiteit? Als het probleem is dat we nergens meer volledige aandacht voor hebben, dan is meditatie en mindfulness training toch wat we nodig hebben?
“O ik geloof niet dat er maar één oplossing is. Iedereen kan zijn eigen oplossing vinden. Mijn manier is om evenwicht te vinden en het onder controle te houden. Dat is eigenlijk het enige wat ik zeg: luister, vind je eigen evenwicht hierin. En laat je niet verblinden door die verliefdheid op de technologie.”
Elders op deze website, een filmpje over Facebook en eenzaamheid. Klik hier om dit filmpje te bekijken.
Ik denk dat Turkle wel goede vragen stelt. Maar het komt allemaal een beetje zuur uit de bus. Tsja, een waarschuwing is natuurlijk nooit leuk om te horen en, ja, technische vooruitgang heeft natuurlijk schaduwkanten. In feite waarschuwt Turkle voor overmatig gebruik en afhankelijkheid.
Die waarschuwing is zo oud als de wereld, maar wel belangrijk.
K4aREQ hmbnrqzxpblq
De opmerkingen dat robots altijd menselijke eigenschappen met aanhalingstekens zullen hebben zijn veel te stellig. Ik heb daarnaast geen enkel argument gehoord waarom dat zo zou moeten zijn.
Als ik oud en eenzaam ben, hoop ik dat AI ver genoeg is om mee gezelschap te houden en dat robots me helpen met dagelijkse dingen. Sociaal zijn doe ik op mijn tijd niet omdat ik om hulp moet vragen.