“Het unieke van onze opleiding is dat wij de geest en de geestelijke wereld serieus nemen. Kort door de bocht: engelen bestaan!” John van Schaik heeft er zichtbaar plezier in om te vloeken in de kerk van de moderne tijd. Want, zo is zijn stellige overtuiging: “Onze wetenschap en cultuur zijn doordesemd van het materialistische dogma dat alleen de materie écht bestaat. Wat daar niet toe te herleiden is, is flauwekul.” Maar dat is een geloofsuitspraak van jewelste, meent Van Schaik. En bovendien niet zo’n hele sterke.

Het aannemen van een geestelijke wereld, is dat geen geloofsuitspraak?

“Zeker, ook dat is een voorwetenschappelijke uitgangspunt. Kijk, in feite gaat de wetenschap niet over wat wel of niet bestaat. De wetenschap is een methode om de werkelijkheid te onderzoeken. Dat zou je dus open en onbevangen moeten doen. Maar dat gebeurt niet. In plaats dat je zegt ‘ik weet het niet’ van dingen die je niet begrijpt, stelt de huidige wetenschap vooraf kennisgrenzen. Mensen als hersenonderzoeker Dick Swaab, dat zijn die hard gelovigen, materialisten van de oude stempel. Maar ook de rest van de wetenschap zit opgesloten in een verouderd wereldbeeld. Het is hoog tijd voor een nieuw paradigma.”

Wat houdt dat nieuwe HGU-paradigma dan in?

“Ten eerste stellen wij geen kennisgrenzen. Wij nemen de materiële werkelijkheid serieus, maar onderkennen: er is méér. Er is ook een wereld van de geest. Een tweede kenmerk: wij zijn niet alternatief maar additief. Al onze docenten zijn academisch gevormd. Wij verzetten ons dus niet tegen de wetenschap, maar vullen haar aan. En ten derde zijn wij ‘ontwikkelingsgericht’. We zien graag dat er met de studenten iets gebeurt, dat zij geraakt worden en zich ontwikkelen als persoon. Zo is een eindopdracht bij het vak Mystiek om je eigen mystieke ervaring te beschrijven. Sommigen hebben daar aanvankelijk moeite mee. Maar het gaat om ervaringen die uiteindelijk voor vrijwel iedereen herkenbaar zijn.

De arts Hans Moolenburgh stelde eens een tijd lang aan al zijn patiënten de vraagt ‘heeft u wel eens een engel gezien?’ Bij velen bleek dat het geval. Over heel de wereld in alle tijden zijn er mensen geweest die engelen hebben gezien. Sjamanen, de Maya’s, de oude Grieken, in de theosofie en antroposofie. Er is veel te boek gesteld. Dat bestuderen wij. Wij gaan ervan uit dat er een geestelijke wereld bestaat, zoals de reguliere wetenschap de materiële wereld veronderstelt.”

Een geestelijke wereld, die als een soort bovennatuur wetenschappelijk te onderzoeken is, is dat eigenlijk niet een vrij materialistische voorstelling van de ‘geestelijke wereld’.

“Omdat onze cultuur zo’n scherpe kennisgrens stelt, loop je het risico een al te tastbare voorstelling te maken van de geesteswereld. Als je dan over engelen spreekt, om maar bij dat voorbeeld te blijven, dan hebben mensen daar nauwelijks woorden voor en grijpen ze naar middeleeuwse concepten. Het fysische en metafysische zijn geen aparte werelden, maar aspecten van de ene werkelijkheid. Engelen zijn alom aanwezig en manifesteren zich hier en nu in onze dagelijkse omgang met elkaar. Een engel van tegenwoordig draagt een spijkerbroek.”

Verklaart die aandacht voor de geest het succes van de HGU?

“Het is de combinatie die ons uniek maakt. We nemen de geest serieus, maar verzanden niet in gezweef. Geschriften van mystici kun je met gewone wetenschappelijke methode onderzoeken. Bij onze opleidingen kun je een module ‘Bijna doodervaringen’ op het lesprogramma aantreffen, maar onze studenten krijgen evengoed filosofiegeschiedenis, bijbelexegese. Daar is niks zweverigs aan. Maar het belangrijkste is wellicht dat wij de ervaringen van mensen serieus nemen. Tegenwoordig ervaren steeds meer mensen dat het oude materialistische paradigma tekort doet aan de mens. Wij doen iets met dat gemis.”

De HGU bekritiseert de moderne cultuur en wetenschap, maar is zij vooral niet ook een aanklacht tegen het gangbare theologische bedrijf?

“Zeker, de reguliere theologie is zo materialistisch als wat. Heeft Jezus over het water gelopen? Deed Jezus wonderen? De opstanding? Zoon van God? Moderne theologen hebben dat allemaal weg verklaard. Hun truc is dat ze het Nieuwe Testament niet als een historisch betrouwbare bron opvatten, maar als een soort literair verhaal. Zo kun je het nog als waardevol beschouwen en er morele boodschappen uit putten. Jezus is een soort profeet, al het wonderbaarlijke is mythische toevoeging van de apostelen. Dat is wat ze ervan gemaakt hebben. ‘We begrijpen het niet, dus het kan niet waar zijn.’ Dat is de houding van de moderne theologie. Maar daaruit spreekt de arrogantie van het verstand. Een nederige houding zou zijn: ‘Mijn natuurlijke verstand schiet blijkbaar tekort.’ Op de HGU nemen we de Nieuwtestamentische verhalen wel serieus als getuigenissen van historische gebeurtenissen. Ik ben godsdiensthistoricus en ik zeg: ja, Jezus heeft echt over het water gelopen!”

Hoe zit het dan met de zwaartekracht en de draagkracht van het water?

“Alsof dat de enige krachten zijn die ons bestaan bepalen. We zien de godganse dag krachten om ons heen die de zwaartekracht opheffen. Probeer maar eens te verklaren waarom een bloem tegen de zwaartekracht in omhoog groeit. De schepping is één groot levend organisme. Maar het gevoel voor de levenskracht die inherent is aan de schepping zijn we kwijt geraakt.”

Wat is het maatschappelijk belang van een benadering als die van de HGU?

“De rol van de pastoor en de dominee lijkt in onze tijd uitgespeeld. Het gevolg is dat veel mensen de dokter gaan zien als de plaatsvervanger van God op aarde. Maar die rol kan hij natuurlijk niet waarmaken. Gevolg is dat we oude mensen tot aan hun dood steeds maar door de medische molen blijven halen, ook als er geen helpen meer aan is. Er is geen dokter die met oude mensen aan tafel gaat zitten en zegt: ‘Meneer/mevrouw u bent 85, u bent oud en het leven is niet maakbaar, probeer daar een houding in te vinden.’ Ook in de psychiatrie zou een geïntegreerde aanpak heilzaam zijn. Er ligt een massa werk voor priesters en dominees. Als de geestelijke begeleider terugkeert dan zijn we meteen ook van de budgetoverschrijdingen in de gezondheidszorg af.”

Is de aanpak van de HGU niet ook een tijdsverschijnsel? Zijn jullie niet gewoon de Happinez-academie?

“Met Happinez zien we ons niet zo graag geassocieerd. Wij staan een wetenschappelijke benadering van het geestelijke voor. Maar, dat is waar, de ‘libellespiritualiteit’ is niet voor niets zo populair. Blijkbaar hebben al die lezeressen iets door waar veel intellectuelen blind voor zijn. Ik geloof niet dat de HGU een modeverschijnsel is. De geestelijke dimensie is reëel. Eeuwen en eeuwen hebben mensen dat als vanzelfsprekend serieus genomen. Het is arrogant om te denken dat we het nu in de moderne tijd plotseling allemaal zoveel beter weten.”

De Hogeschool Geesteswetenschappen te Utrecht (HGU) bestaat 7 jaar en biedt opleidingen aan op hbo niveau, maar is (nog) niet door de overheid erkend. De HGU kent vijf vierjarige studierichtingen die alle in deeltijd te volgen zijn: Filosofie, Religiestudies, Geestelijke Begeleiding, Zingeving & Spiritualiteit, Energetisch Therapeut. Gezamenlijk tellen deze opleidingen ruim 300 studenten. Zingeving & Spiritualiteit is met 152 studenten de grootste. Daarnaast biedt de HGU eenjarige opleidingen aan over verlies- en rouwbegeleiding en stervensbegeleiding (samen 119 studenten). Verder kan men kortdurende cursussen volgen op deelterreinen.

John van Schaik (Rotterdam, 1956) is historicus. Hij studeerde middeleeuwse mystiek en promoveerde op een proefschrift over de manicheeërs en katharen. Naast zijn activiteiten aan de HGU is hij sinds 2006 hoofdredacteur van Bres. In een interview in Volzin vertelde hij ooit hoe hij als kind nog de Latijnse mis meemaakte. “In mijn kinderziel ervoer ik dat God er was. Ik begreep die mis helemaal.” Later verloor hij dat gevoel. “De mis ging in het Nederlands en ik begreep er niets meer van.” Via de antroposofische landbouwschool Warmonderhof vond hij de weg terug. Hij werkte een tijd als boerenknecht en kreeg een mystieke ervaring. “Alle zintuigelijke ervaringen verdwenen, er was alleen nog maar licht. In dat licht klonk een stem: ‘Alles is goed.’ punt. Het moet een paar seconden geduurd hebben, maar het was een eeuwigheidsbeleving. Ik beleefde God terwijl ik op de trekker zat.”

Theo van de Kerkhof

theoloog, journalist, redacteur

Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.