Hoe belangrijk is uw geloof voor u in uw loopbaan geweest?

“Ik ben van huis uit gereformeerd. Geloof was heel belangrijk in mijn carrière. Vanaf het begin heb ik bezwaar gemaakt tegen een beperkte economische grondslag. Ik hanteerde dan ook altijd een bredere visie. Mijn levenslange poging is geweest de wereld van de economie en die van het geloof met elkaar te verbinden.”

In de jaren zeventig en tachtig schreef u reeds boeken over de ‘economie van het genoeg’. Was u destijds een ‘profeet’?

“Ik zou mezelf geen profeet willen noemen, het gaat meer om een element dat je een indruk geeft waar het naartoe kan gaan. Je ziet dat het spaak gaat lopen, waardoor je concludeert dat we tijdig de bakens moeten verzetten. Mijn proefschrift ging over de schaarste en stamt van voor de conclusies van de Club van Rome. Toen was het milieuprobleem al zichtbaar en economen wisten zich er geen raad mee, omdat er geen prijskaartje aan hing en het milieu geen rol speelde in de economische analyse.”

In hoeverre heeft die denkwijze raakvlakken met het christelijk gedachtegoed?

“We kennen het begrip rentmeesterschap, maar dat is van oudsher niet typisch religieus. Het woord is in die sfeer terechtgekomen, omdat het ook in het Nieuwe Testament staat. Dat staat vol met economische termen. Ik vind dat de Bijbel zeker handvaten biedt om duurzaam te leven. In de Thora, de boeken van Mozes, staat een visie op zorg voor het milieu die een sterk contrast vormt met de hedendaagse samenleving. We hebben een economie die sterk op output is gebaseerd, de input van land, arbeid en kapitaal worden alleen maar als instrumenteel gezien. In de Thora staat juist de zorg voor land en voor mensen centraal, en wordt met grote relativiteit gesproken over wat wij economische groei noemen. Het wordt hoe dan ook in toenemende mate actueel wat in religieuze teksten staat. Een goed voorbeeld is het feit dat de Wereldbank tegenwoordig de termen human capital, natural capital en social capital hanteert als maatstaven voor welzijn.”

Waarom hebben we na uw boeken in de jaren zeventig en tachtig niet aan de bel getrokken?

“Er is sprake van een diepere dimensie die in onze cultuur speelt, een soort blikvernauwing. De blik op onze economie is heel sterk gericht op de dynamiek van processen, zoals bijvoorbeeld in een opvatting als: geld en techniek lossen alle problemen wel op. Sommige problemen worden daardoor niet serieus genomen. Ik denk desondanks wel dat er nu meer interesse in duurzaamheid is.”

Is er een uitweg voor de huidige crises?

“Jazeker. Er moet minder focus komen op geldgroei, een verwachting die oorspronkelijk vanuit de banken is gevoed. Die verwachting was altijd dat als je meer geld maakt, daaruit ook meer economische groei voortkomt. De geldgroei is echter het viervoudige van de economische groei geweest, en dat komt nu terug als hele grote schulden. Zoals we weten is dat een van hoofdoorzaken van de crisis!”

Wat zou u willen zeggen tegen mensen en organisaties die de opwarming van de aarde onzin noemen?

“Als je naar de wetenschappers kijkt die wat van de toekomst van de aarde weten, is de groep van ontkenners maar een hele kleine groep. Enkelen van hen zijn inmiddels ook om. Je kunt, als je naar de curven kijkt, inmiddels niet meer ontkennen dat de CO2-uitstoot die door onze toegenomen productie en consumptie ontstaat iets met de opwarming van de aarde te maken heeft. Dat is domweg niet meer realistisch.”

Zouden kerken en andere religieuze organisaties een bepaalde rol moeten hebben in de bestrijding van de crises?

“Ik vind stellig van wel. Mijn visie is dat de aarde ons is toevertrouwd. Je bent er geen eigenaar van, je moet ervoor zorgen. Sint Franciscus preekte dat al voor de dieren en er zijn bijbelse verhalen, zoals het Noachitische verbond, waarvan mens en dier tezamen deel uitmaken.”

Is er een duurzaamheidsproject dat u echt weer hoop geeft?

“Ik ben verheugd over het Platform voor Duurzame en Solidaire Economie (PDSE), dat momenteel aan de weg probeert te timmeren middels een oriëntatie op duurzaamheid en op solidariteit. Zelf heb ik het platform ook helpen oprichten. Er is een groeiende belangstelling, de congressen krijgen steeds meer publiek en er zijn groepen die zich daarbij aansluiten, die zeggen dat het perspectief biedt.”

We zitten inmiddels in 2012, het jaar van de Maya’s. Mogelijk gaat de wereld ten onder op 21 december. Ligt u hier wakker van?

“Helemaal niet. De aarde is iets waarop het hele Evangelie zich heeft afgespeeld en dat gaat niet zomaar verloren. Een heel apart verhaal in dat opzicht staat aan slot van het Evangelie van Johannes. Jezus staat aan het strand en roept over het water: ‘Hebben jullie nog wat vis over?’ Zijn leerlingen hebben niets gevangen, maar als ze op het strand komen, ligt er al een vismaaltijd gereed. Het interessante is nu dat in de oudste vertalingen de vraag niet luidt: ‘Hebben jullie nog vis?’, maar ‘Hebben jullie wat over als dessert, als toespijs?’. Het redden van de wereld, gesymboliseerd door het vismaal dat al klaar is aan het strand, hoeven wij niet meer te doen. We hoeven alleen maar het dessert er aan toe te voegen.”

Op 15 januari is Bob Goudzwaard te gast in het tv-programma Het Vermoeden van de IKON op Nederland 2 om 11.30 uur.

Jan-Albert-Hootsen

Jan-Albert Hootsen

journalist, gespecialiseerd in Latijns Amerika

Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.