Bakker is sinds 2008 directeur van de Stichting Dominicanenklooster Huissen. Met vijftien medewerkers en verschillende vrijwilligers organiseert hij allerlei programma’s en ontvangt gasten. “Momenteel wonen hier zo’n twaalf broeders, zij vormen de communiteit. Vroeger bood het klooster onderdak aan ruim zeventig paters. Veel woon- en slaapvertrekken worden nu bezet door gasten. Dat regelt de stichting. De paters en wij hebben elkaar dus nodig, maar we blijven gasten in hun huis.”
Dominicanen
De Orde der Predikers, beter bekend als de Dominicanen, werd in de dertiende eeuw gesticht door de Spaanse priester Sint Dominicus de Guzman, “om het evangelie en het heil der zielen”. De nieuwe beweging bood tegenwicht aan de ongeloofwaardigheid van veel geestelijken, die in die tijd vaak deel uitmaakten van het establishment. De broeders van Dominicus moesten sober leven en naar de mensen toe gaan om Gods liefde te verkondigen.
“Daarom ligt hun plek niet buiten maar in de stad of aan de rand ervan”, aldus Bakker. “Het is contemplatio en actio, bid en werk, zouden wij nu zeggen. Vroeger hadden de paters ook een baan buiten het klooster en sprongen ze na de lauden op hun fiets naar het werk.”
Voordat Bakker directeur was bij de Stichting Dominicanenklooster werkte hij in het bedrijfsleven. Tijdens een autorit van Arnhem naar Nijmegen over de dijk bij Huissen werd hij gegrepen door de aanblik van het klooster: “Ik wist niets van het bestaan van dit stadje laat staan van een klooster. Ik parkeerde mijn auto hier en liep richting de kapel. Eenmaal binnen gebeurde er van alles met me. Een onbewust verlangen werd aangeraakt. Ja, dat was geweldig.
Daarna nam ik hier maandelijks deel aan retraites. Later ging ik ook wat bestuurlijke dingen doen en toen ze een directeur zochten – en ik inmiddels mijn vorige werkkring had verlaten – was de keus snel gemaakt.”
De kapel van het klooster luidt elke morgen om acht uur de klok voor het ochtendgebed, de Lauden. De paters in hun lange, witte gewaden nemen plaats op de houten banken die als een halve maan om een spreekgestoelte staan. De paar kloostergasten schuiven voorzichtig in de banken achter de geestelijken. Er wordt gezongen en gebeden. Tijdens de stilte dringt het geluid van graafmachines – het klooster wordt uitgebreid – door de dikke muren van de kapel. Een pater leest voor uit het Boek der Wijsheid hoofdstuk 7: Haar kracht strekt zich uit van het ene uiteinde der aarde tot het andere, en zij beschikt over alles tot welzijn van allen.
Wijsheid zit ‘m volgens Bakker niet zozeer in kennis of het ‘weten’.
“Meister Eckhart een dertiende-eeuwse Dominicaan stelde zich de vraag: kun je leven met het niet-weten. Ik vind dat een bevrijdende gedachte. Ik groeide op in een conservatief protestants gezin in Ermelo. Vooral mijn moeder was strenggelovig. De liefde thuis overheerste maar de sociale controle van de kerk was beklemmend. Het geloof werd in woorden en dogma’s gevangen. God is liefde werd gezegd, maar ik voelde eerder: God is straf. Om daarvan los te komen, vertrok ik naar Amsterdam. Ik ontdekte andere religies en met name het boeddhisme heeft me geleerd over het mysterie – het niet weten. Dat is heel wat anders dan het zeker weten uit mijn jeugd.”
Voor Bakker heeft geloven een andere vorm gekregen. “Ik werk hier nu al bijna tien jaar, maar ik kan niet zeggen of ik nou protestants of katholiek ben. Dat vind ik ook niet zo relevant. Er zijn allerlei religies die gaan over het mysterie van het leven en over leven in liefde. Het is belangrijker dat we verbinden.”
Programma’s
Het klooster biedt ruimte aan mensen die zoeken naar verdieping en bezinning. Dat kan door het volgen van speciale programma’s of workshops, of door het bijwonen van stilte-retraites. Maar ook als je even een paar dagen ‘gewoon’ wil komen logeren, ben je van harte welkom in Huissen. Als gast kun je kiezen voor een verblijf bij de paters of een verblijf bij de stichting. Logeer je bij de paters dan ben je gast van de communiteit en volg je hun ritme. Dat wordt bepaald door de vieringen in de ochtend, middag en avond. Je eet met hen en er is een mogelijkheid om in gesprek te gaan. Ook de gasten van de stichting kunnen deelnemen aan de vieringen. Alles mag en niets moet.
Bakker constateert dat het klooster de laatste jaren steeds meer jongeren trekt. Dat zij vaak niet met religie zijn opgevoed, blijkt een voordeel. “Ze komen met een open blik binnen en gaan moeilijke levensvragen niet uit de weg. Dat is gaaf om te merken. Ze kiezen deze plek – die natuurlijk doordrenkt is van religiositeit – om de sfeer en niet omdat die katholiek is. Het gaat uiteindelijk toch om leven in liefde en om samen de weg naar binnen te vinden. Vanavond komen twaalf studenten uit Nijmegen die zijn vastgelopen. Met de universiteit bieden wij ze de ruimte en rust om na te denken over hun vervolgstap. Dat gaat niet alleen over studie of werk maar ook om de vraag: wie wil je zelf zijn?”
Het klooster ontvangt veel mensen die te maken hebben met een burn-out. Dat waren tot voor kort meestal vijftigers, maar Bakker ziet een verschuiving. “Steeds meer twintigers en dertigers lopen vast in onze prestatiemaatschappij. Alles draait om instant-geluk. Ze komen dan bij ons voor een stilte-retraite. De stilte is ongelofelijk krachtig en geeft duidelijkheid. Door samen te mediteren, ervaren ze de verbinding met anderen, die ze door de druk van werk en social media soms zijn kwijtgeraakt. Als ze na een week van stilte afscheid nemen is er echt wat ontstaan, en dat terwijl ze geen woord hebben gewisseld. Heel bijzonder om te zien. Het gaat hier niet om wat je doet, maar om wie je bent.”
Kwetsbaren
De stichting richt zich nadrukkelijk ook op kwetsbare groepen. Daartoe werkt ze samen met de gemeente en reïntegratiebedrijven. Het klooster verzorgt onder andere programma’s voor mensen die in de geestelijke gezondheidszorg zijn beland. Tijdens een herstelweek met professionele begeleiders kunnen ze even op adem komen en is er aandacht voor hun verhaal. Bakker: “Er is veel shit, verdriet en eenzaamheid. Door de bezuinigingen in de zorg zijn mensen in de steek gelaten. Dat geldt overigens niet alleen voor zorgontvangers, maar ook voor de werkers in de zorg. Daarnaast ontvangen we hier ook veel mensen die stuklopen in het onderwijs. Onze plek is een spiegel voor de samenleving.”
Uitbreiding
Op het kloosterterrein wordt druk gebouwd; het geluid van graafmachines en getimmer doorbreekt de serene sfeer. Het past bij de contemplatio en actio, zoals de Dominicanen van oudsher belijden. De orde financiert de uitbreiding en Bakker is er blij mee. “Er komt nu meer ruimte voor groepen en voor gasten die deelnemen aan onze stilte-retraites. Bovendien krijgen de kamers een eigen douche en toilet, want we merken dat comfort voor veel mensen prettig is.”
Over de toekomst wordt nagedacht, en er is een meerjarenplan, maar Bakker heeft afgeleerd om ver vooruit te kijken. Toen ik hier kwam werken, wilde ik de mouwen al opstropen en stond ik klaar om, vul maar in. Dat was ik gewend in het bedrijfsleven. Maar dat gaat hier gewoon anders. Dominicanen zijn niet van vijf of tien jaren plannen. Helemaal niet. Zij denken meer: kunnen we ook leven met wat kan of komt? Meister Eckhart zei het ongeveer zo: we hoeven helemaal nergens naartoe, er valt niets te bereiken, want we zijn er al. En je kunt nu eenmaal niet bereiken wat er al is.”
Prachtig om als bewoner van dit klooster te lezen waar wij voor staan; Aalt Bakker verwoordt dit goed in het interview.
Heel informatief. Zo hebben we zonder daadwerkelijk bezoek toch bijna een soort rondleiding met gids. Onwillekeurig deed het me denken aan een oude dichterlijke regel:
“Als het stof verdwijnt, zal je weten of je op een paard of op een ezel rijdt.”
(NN, waarschijnlijk oorspronkelijk Sanskriet)
Prachtig verhaal en heel treffend weergegeven, waar ook in mijn beleving het Dominicanenklooster voor staat en waarom ik er zo graag kom. Mooi om te lezen hoe je uit die ene overnachting en het gesprek met Aalt een dergelijk portret weet te schetsen.