Hoe is uw keuze voor koosjer koken tot stand gekomen?

“Ik heb zelf altijd vrij seculier geleefd. We aten geen paling of varkensvlees maar gingen alleen af en toe naar de synagoge. We hielden toen ook geen sjabbat. Langzamerhand werden de kinderen steeds religieuzer. Op een zeker moment wilden ze graag de sjabbat vieren en koosjer eten. Tegen dat laatste heb ik me nog een tijdje verzet. Ik vroeg hun of ze dachten dat het gezonder was, of dat het mode in de klas was. Ze zeiden: ‘Nee, we willen gewoon als joden leven, volgens alle voorschriften van de Wet.’ Ik dacht eerst dat het wel zou overwaaien maar toen ze bleven volhouden, ben ik overstag gegaan. Je kunt je kinderen geen geluk in het leven garanderen maar dit kon ik wel voor ze doen. Ik heb er absoluut geen spijt van gehad, maar ik moet je wel zeggen dat de kasjroet, de spijswetten, niet mijn favoriete aspect is van de joodse beleving. Ik ben niet zo’n Mientje Bakgraag. Je bent overigens als jood vrij om te kiezen of je al dan niet volgens de regels van het kasjroet wilt leven. Heel veel joden doen er absoluut niet aan! En daarbij komt er ook geen handje uit de hemel (lacht) om hen een draai om de oren te geven.”

Wat houdt koosjer koken en eten in?

“Het uitgangspunt is dat je vlees en melk van elkaar scheidt. Dat is ontleend aan de in de thora vermelde opdracht dat je ‘een bokje niet kookt in de melk van zijn moeder’. En daar hebben de rabbijnen dit bij bedacht. Ik vind het wel wat ver gaan, hoor, maar ze hebben ’t mij niet gevraagd! (lacht). Het lijkt simpel maar veel producten bevatten, zonder dat je je dat realiseert, toch melk. Met de uitgebreide productinformatie op de verpakking is het tegenwoordig wel makkelijker geworden om na te gaan. De rabbijnen hebben een kasjroet- lijst samengesteld, waarop staat wat je wel en niet mag eten. Zo bevat de drop van een bepaald merk gelatine, dat gemalen beenderen van bijvoorbeeld varkens is. Dat is ons niet toegestaan. Aan andere merken drop is dat niet toegevoegd en die zijn dus wel toegestaan. Kijk (ze pakt haar joodse agenda erbij), op dit lijstje kun je het nakijken. De letters M en P achter de producten betekenen ‘melkkost’ of ‘parve’. Parve is alles wat geen melk- of vleeskost is. Groente, aardappelen, rijst, fruit enzovoort.”

Hoe gaat dat in de praktijk?

“Ik heb één keuken met twee aanrechten. Eentje voor melkkost en eentje voor vleeskost. Ik heb drie soorten pannen: één voor vlees, één voor melk en één voor parve voedsel. Een parve-pan kan ik wel gebruiken om daarna tijdens een vleesmaaltijd de daarin gekookte groenten te serveren, maar andersom niet. Ik heb ook dubbel servies en dubbel bestek. Melkkost en vleeskost moeten ook binnen de maaltijd gescheiden zijn: als je vlees gegeten hebt, moet je enkele uren wachten voor je melkkost mag eten. Als je eerst melkkost hebt gegeten, is het voldoende om je mond te spoelen alvorens op vleeskost over te stappen. Parve mag je overigens altijd tussendoor eten. Verder hanteer ik aparte tafelkleden, keukendoeken en afwasteiltjes voor de verschillende soorten voedsel. Het gaat wel eens mis: zo had ik eens een schaal vlees in de koelkast staan waarop room van het schap erboven was gelekt. Ik heb toen het rabbinaat gebeld om te vragen of ik dit nog kon gebruiken. Omdat er maar een beetje room was gemorst, en het vlees met een laagje vet was afgedekt, kreeg ik het advies het bespatte deel van het vleesvet af te scheppen en weg te gooien. De rest mocht ik nog serveren.”

Welke gerechten worden bij de verschillende feestdagen bereid?

“Met Pesach, als we de uittocht van het joodse volk uit Egypte vieren, eten we geen met gist bereid voedsel. We eten bijvoorbeeld matses. Dan is er Poerim, het feest van Esther. Zij redde het joodse volk van de snoodaard Haman. Ik weet niet of deze booswicht grote oren had. Toch eten we hamansoren: gefrituurde deeglapjes. Bij het joodse Nieuwjaar wordt een zoete appel met honing geserveerd. We hopen dan dat het komende jaar net zo zoet zal worden als de appel. Bij het daarop volgende Jom Kipoer, of wel Grote Verzoendag, hebben velen in Nederland de gewoonte om het bijbehorende vasten te breken met haringsla. De joodse gemeenschap stond hier tussen de Eerste en Tweede Wereldoorlog sterk onder invloed van de Oost-Europese joden, die om aan de pogroms te ontkomen naar Nederland vluchtten. Ze brachten gerechten mee die ik nooit zal klaarmaken; daar ben ik te Hollands voor. Bijvoorbeeld tsjölent, een gerecht waarbij aardappelen, bonen, erwten en vlees samen een dag staan te pruttelen. Mij een veel te zwaar gerecht!”

Tanja Mosselman

Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.