“Vóór alles is geweld een mannenzaak”, stelt Jens van Tricht, directeur van Emancipator (organisatie voor mannen en emancipatie). “Het wordt tijd dat mannen dit feit onder ogen komen, daar verantwoordelijkheid voor nemen en zo onderdeel worden van de oplossing – júist als je geen dader bent”. Aanleiding voor Emancipator om de internationale White Ribbon Campaign naar Nederland te halen. Met als resultaat: www.daarmagjenooitvoorkiezen.nl.
Hoezo is geweld een mannenzaak?
“Omdat 9 van de 10 geweldplegers man is. Dat is de enige grote gemene deler in alle onderzoeken. Het is absurd dat dit nooit wordt geproblematiseerd. Dat het oorverdovend stil is onder mannen als het gaat om geweld. Absurd, maar ook tekenend. Want jongens, kijk om je heen. It’s a man’s world, nog steeds. Noblesse oblige; daar moeten we verantwoordelijkheid voor nemen. Op alle fronten pretenderen wij dat we het beste met de wereld voor hebben. We zetten ons in voor wereldvrede, dierenrechten, armoede, tegen racisme en allerlei vormen van onrecht – maar als het over vrouwen gaat geven we opeens niet thuis. Terwijl er op het vlak van geweld zoveel pijn is. Bij vrouwen, maar ook bij mannen die met geweld te maken hebben. Daar mogen we niet voor weglopen.”
Wat is de centrale boodschap van jullie campagne?
“De internationale White Ribbon campagne is de eerste die het geweld tegen vrouwen benadert als een mannelijkheidsprobleem en mannen actief betrekt in de uitbanning van geweld. Dit vanuit de overtuiging dat mannen zelf iets moeten veranderen aan een cultuur die gewelddadigheid in mannen stimuleert. Een cultuur die overigens alle culturele, religieuze, etnische en sociaal-maatschappelijke grenzen overstijgt. Gewelddadige mannelijkheid is overal. En echt niet minder in Nederland. Twee jaar geleden is aangetoond dat wij in heel Europa, op het vlak van geweld tegen vrouwen, op nummer drie staan.”
Je refereert aan het rapport van ‘Violence against women’ van de European Union Agency for Fundamental Rights (FRA) (in deze Nederlandse publicatie van Atria worden de onderzoeksuitkomsten verder uitgediept). Ik schrok flink van de daarin gepubliceerde cijfers. Welke uitkomst vond jij het meest opvallend?
“Dat veruit de meeste geweldplegers bekenden zijn van de slachtoffers. Niet de vreemdeling of de enge man in de bosjes. Die dingen gebeuren ook en dat wil ik niet bagatelliseren. Maar de meest onveilige plek voor vrouwen is thuis. Weet je wel hoe erg dat is? Dat zou een veilige haven moeten zijn.”
Een ontmoedigende uitkomst, want complexer kan haast niet! Het laat zien hoe diep het geweld geworteld en verweven is met allerlei structuren en verhoudingen. Zie daar maar eens verandering in te brengen. Hoe willen jullie dat met deze campagne doen?
“Ik heb niet de illusie dat we met een kortdurende publiekscampagne meteen al het geweld tegen vrouwen kunnen verminderen. Dat is een proces van misschien wel honderd jaar. Maar in dat proces is deze campagne wel een belangrijke stap. Die stap bestaat uit twee dingen. Allereerst willen we bereiken dat geweld gezien wordt als een probleem dat over mannen en mannelijkheid gaat. Daarnaast willen we dat mannen deel worden van de oplossing. Die twee gaan hand in hand. We roepen alle mannen op zich hierover uit te spreken, ook al zijn ze geen geweldplegers. Die erkenning is heel belangrijk om normalisering van geweld tegen vrouwen te doorbreken. Het gaat er niet zozeer om dat je ingrijpt wanneer je geweld ziet, dan is het eigenlijk al te laat. Het begint bij hoe je met ander mannen praat over vrouwen, geweld en seksualiteit.”
“Voor alle duidelijkheid: dat problematiseren van de rol van mannen is niet iets wat we zelf hebben verzonnen. We haken aan in een rij van zestig landen die hier de afgelopen 25 jaar mee bezig zijn gegaan. Het is een beweging die uitkristalliseert in de wereldwijde MenEngage alliantie. In 2008 heeft Ban Ki-Moon de VN campagne UNiTE to End Violence against Women gelanceerd. UN Women heeft de He for She campagne in het leven geroepen. De Wereldgezondheidsorganisatie noemt in een rapport dat het geweld tegen vrouwen epidemische proporties heeft aangenomen. In al deze dingen werken mannen en vrouwen eindelijk sámen aan oplossingen. Die oorlog tussen seksen is een ontzettend problematisch concept. Het is niet zo dat vrouwen en mannen tegenover elkaar staan en elkaar moeten bevechten. Het gaat eigenlijk over beschaving. Over samenwerken aan het vinden van oplossingen voor de levensgrote problemen waarmee we kampen. Geweld tegen vrouwen is zo’n levensgroot en wereldwijd probleem.”
Maar is het een probleem van álle mannen, of alleen van mannen in bepaalde groepen?
“Dezelfde onderzoeken laten zien dat geweld in alle lagen van de bevolking voorkomt, ongeacht opleidingsniveau en cultuur. Dat daarbij verschillende soorten geweld in verschillende groepen meer of minder voorkomt, dat is vast waar – daar ken ik de cijfers niet van. Maar het is duidelijk dat een normaliserende houding ten opzichte van geweld tegen vrouwen echt niet alleen bij migranten of de maatschappelijke onderklasse te vinden is. Kijk maar naar die bangalijsten, de column in Esquire die verkrachting goedkeurt, en Trump. Uiteindelijk leidt het generaliserend spreken over cultuurverschillen alleen maar af van het echte probleem, namelijk dat geweld een probleem is van een cultuur van mannelijk geweld. Een wereldwijde cultuur die ook nog eens van alle tijden is. Niet pas sinds de komst van migranten, of iets dergelijks. Dat verkrachting binnen het huwelijk tot 1991 niet strafbaar was, dat is gewoon Nederlandse wetgeving – om maar een voorbeeld te noemen. Omdat het specifiek om een mannencultuur gaat spreken we álle mannen aan, juist diegene die niet zelf geweld plegen. Teveel mannen zwijgen en houden zo het probleem in stand.”
Je stelt dat geweld een probleem is van een mannencultuur. Hoe dan?
“We hebben wereldwijd te maken met een cultuur die gewelddadige mannelijkheid heeft genormaliseerd. Daar bedoel ik mee dat we mannen leren dat een echte man in staat en bereid moet zijn om geweld te gebruiken of te ondergaan, wanneer dat nodig wordt geacht voor het beschermen van volk, vaderland, gezin, partner of zijn eigen eer. Er is een cultuur ontstaan waarin er tegen mannen wordt gezegd: je mag niet huilen, geen mietje zijn. Je moet sterker, stoerder, grappiger, leuker, sneller en beter zijn dan alle andere. Dus competitie en strijd, altijd ook gekoppeld aan een fysiek bewijzen van je kracht en mannelijkheid – dat is de cultuur waarin wij jongens tot mannen laten opgroeien. Ik weet natuurlijk dat vrouwen ook geweld kunnen gebruiken en niet heilig zijn, en dat de meeste mannen geen fysiek geweld gebruiken. Maar op een of andere manier zitten we allemaal, mannen en vrouwen, in een systeem dat die gewelddadige mannelijkheid cultiveert, stimuleert, faciliteert of op zijn zachts gezegd: normaliseert. Het is die normalisering die we met deze campagne willen problematiseren. We spreken niet de daders aan, maar de omgeving. De vader en moeder die hun zoon leren dat hij geen mietje moet zijn, zich moet vermannen. Maar bovenal spreken we de man aan, simpelweg omdat meestal alles al bij de vrouw wordt neergelegd. De vrouwen moeten veranderen, terwijl we mannelijk geweld nemen alsof het regen is dat uit de lucht komt vallen: dan moet je maar een paraplu opzetten. Er is echt werk aan de winkel voor mannen.”
Is dat idee van agressieve mannelijkheid niet gegrond in een biologisch gegeven?
“Nee. Als dat zo zou zijn zou de wereld een puinhoop zijn. Het grootste gedeelte van de mannen is niet zo, plegen geen geweld. Bovendien is ook sprake van vooruitgang, wat sommigen feminisering willen noemen. Arnon Grunberg schreef eens: ‘Wie de feminisering van de man een halt wil toeroepen, wil het beschavingsproces terugdraaien’. En Thomas van Luyn opende afgelopen zaterdag nog zijn column in Volkskrant Magazine met: ‘Feminisering, feminisering, feminisering… Het is meer gewoon beschaving, toch?’ Bovendien is dat hele idee van de oerman één en al projectie, we weten niks van de holbewoner. De meeste mannen zijn overigens heel weldenkende mensen en snappen wel dat holbewoner zijn geen oplossing is. Zij veroordelen geweld tegen vrouwen ook, maar zien niet wat het met henzelf te maken heeft.”
Wat heeft het dan met hen te maken?
“Iedereen heeft zijn eigen verhaal in relatie tot dit thema. Als we die verhalen met elkaar delen bouwen we al aan een oplossing. Zelf ben ik één van die geweld plegende mannen geweest. In mijn jeugd heb ik geweld gebruikt tegen mijn zus. Ik ben haar herhaaldelijk aangevlogen en heb haar op een bepaald punt zelfs een blauw oog geslagen. Niemand had me geleerd hoe ik op een goede manier met mijn gevoelens van onmacht, frustratie, boosheid en verdriet om moest gaan. Tegelijkertijd was er sprake van een dubbele moraal in de maatschappij: enerzijds werd geweld veroordeeld, anderzijds werd geweld als optie gezien in de hantering van een conflict – zeker voor opgroeiende jongens. Die dubbele moraal is er nog steeds.”
“Het is niet zo dat ik in een gewelddadige omgeving opgroeide, integendeel. Mijn jeugd was veilig en liefdevol. Ik reproduceerde in zekere zin een patroon wat ik van mijn vader herken. Geen fysiek gewelddadige man, maar een hele aardige, charmante en zachtaardige man, die heel erg in zijn hoofd zat, en af en toe kon ontploffen. Mijn zus haalde het bloed onder mijn nagels vandaan, tot op het punt dat ik ontplofte. Nadat ik haar dat blauwe oog had geslagen dacht ik: ‘Dit wil ik niet, ik ga het huis uit’. Vervolgens ben ik drank en drugs gaan gebruiken, een ander veelvoorkomend mannelijk patroon om de eigen gevoelens te ‘hanteren’. Uiteindelijk bood maatschappelijk activisme mij een constructieve manier om mijn onvrede te kanaliseren. Ik snap dus hoe je tot geweld kunt komen. Wat voor drama het is, natuurlijk voor het slachtoffer, maar ook voor jezelf. Het lost niks op.”
Wat winnen mannen ermee als ze zich hierover uitspreken en ermee bezig gaan?
“Volgens mij zouden ze er iets mee moeten doen omdat ze beschaafde mensen zijn. Ik vind het heel pijnlijk dat er zoveel mannen zijn die hier niks over willen weten of het bagatelliseren. Op persoonlijk en relationeel niveau valt er heel veel te helen als mannen hiermee aan de slag gaan. Daarnaast is er ook onderlinge verbondenheid te winnen: wij mannen kunnen elkaar de hand rijken omdat we allemaal een problematische verhouding hebben ten opzichte van vrouwen en vrouwelijkheid, aan de ene kant, en ten opzichte van geweld aan de andere kant. We zitten als mannen allemaal in hetzelfde schuitje. Laten we daar samen iets aan doen! Dit is juist een manier om op een positieve manier te interveniëren in die maatschappelijke discussie over verschillen tussen bevolkingsgroepen, culturen en religies. Hier het gesprek over voeren is bij uitstek het middel om dat soort verschillen te verbinden.”
Wat heb je er zelf mee gewonnen door met dit thema aan de slag te gaan?
“Dat ik meer mens ben geworden. Toen ik met feminisme en emancipatie in aanraking kwam heb ik dat ervaren als een aanvulling op mijn algemene vorming: academisch, politiek, maatschappelijk, maar ook persoonlijk. Het was een zoektocht naar dat stuk in mij dat er was, maar er niet had mogen zijn – naar volwaardig mens zijn. Daarin gaat het ook om leiderschap: verantwoordelijkheid nemen voor wie ik ben en wat ik doe. Die zoektocht is nog niet klaar, ik blijf in ontwikkeling. Maar dat het een bevrijdend proces is, dat is één ding wat zeker is.”
Hoe komt het dat er zoveel mannen zijn die de neiging hebben het geweld te bagatelliseren?
“Het is een structureel en universeel probleem en komt voort uit een dieperliggend probleem: dat mannen de ongelijkheid niet zien. Dat heeft alles met privilege te maken. Michael Kimmel, Amerikaans socioloog gespecialiseerd in gender, zegt dat privilege onzichtbaar is voor degene die het heeft. Als je dat in het geval van mannen rechttrekt zodat het gelijkwaardig wordt, hebben ze het gevoel onderdrukt te worden. Dat is een deel van het probleem en daar is geen simpele oplossing voor. Je ziet het ook aan de felle en lompe reacties op de campagne, op social media. Die zijn tekenend. Je ziet hier bijvoorbeeld victim blaming, dat we al duizenden jaren kennen. Ik merk zelf ook dat het vaak niet mogelijk is een gesprek te voeren over de verantwoordelijkheid van mannen, zonder dat er in de loop van het gesprek wordt gezegd: eigenlijk is het gewoon de schuld van de vrouwen. Ofwel van moeders die hun jongens niet goed hebben opgevoed, ofwel van partners die er gewoon om vragen. Natuurlijk zijn vrouwen niet heilig, natuurlijk spelen vrouwen ook een rol in alles wat er gebeurt, maar als mannen ophouden met slaan zijn er een hoop problemen minder.”
Vind je het niet ontmoedigend dat de campagne zoveel weerstand oproept?
“Het bevestigt juist de noodzaak van waar we mee bezig zijn. Er zit zoveel onwetendheid en onbegrip achter. Dat wij hier direct mannen aanspreken is nieuw in Nederland. Dat merkten we ook toen we posters hadden laten ophangen in toiletten door heel Nederland. Wat bleek: de posters waren in eerste instantie opgehangen in de damestoiletten, omdat er automatisch vanuit werd gegaan dat een poster over geweld tegen vrouwen voor vrouwen bedoeld is. Nadat we nogmaals de invalshoek van de campagne hadden benadrukt zijn ze zo snel mogelijk verplaatst naar daar waren ze horen: in de herentoiletten. Eén keer de boodschap vertellen is ook niet genoeg, we moeten echt het gesprek met elkaar aangaan.”
“We zijn deze campagne gestart met de woorden van Martin Luther King: ‘In the end, we will remember not the words of our enemies, but the silence of our friends.’ Met de campagne richten we ons niet op de tegenstanders, maar op een groep die veel groter is: welwillende mannen die emancipatie een warm hart toedragen. Daar zijn er veel meer van dan je denkt. Ze durven er alleen niet goed voor uit te komen omdat ze dan door andere mannen niet voor vol worden aangezien, of op andere wijze aan de kant worden gezet. Het vraagt dus wel een soort heldhaftigheid om je hierover uit te spreken. Maar als je écht luistert naar de verhalen van vrouwen op dit gebied, dan begrijp je dat dit het enige juiste is om te doen.”
We hebben het steeds over mannen, maar kunnen vrouwen ook nog wat betekenen hierin?
“Heel concreet: wijs mannen in je omgeving op deze campagne. Verder zeg ik het eigenlijk hierboven al: hou niet op met het vertellen van je ervaringen, van je verhaal – hoe moeilijk je het ook wordt gemaakt. Veel vrouwen hebben het al opgegeven om erover te praten. In die zin doen vrouwen mee aan die normalisering, wat maar al te goed te begrijpen is omdat ze collega’s, partners en familie hebben die niet open naar ze willen luisteren. Het is goed als vrouwen nadenken over welke rol ze in dit alles spelen. Wees je bewust van wat je van mannen verwacht en in hoeverre jij mee doet in de oorlog tussen de seksen en de daarbij gebruikte stereotyperingen. Daarin kunnen vrouwen, net zo goed als mannen, zeker een verschil in maken. Maar laat het duidelijk zijn: we moeten ophouden vrouwen verantwoordelijk te maken voor het geweld dat hen wordt aangedaan, de bal ligt bij mannen.”
Jammer dat hier (weer) het verband mannelijkheid en geweld wordt gelegd. Geweld tegen vrouwen is juist uiterst on-mannelijk. Geweld tegen vrouwen wordt meer dan door wat dan ook in de hand gespeeld door het feminisme. Er zijn voldoende onderzoeken die aantonen dat geweld tegen vrouwen alleen maar toeneemt in plaats van afneemt. Opgedrongen veranderende rollenpatronen die enerzijds vrouwen nog kwetsbaarder maken en het steeds wegzetten van mannen als geweldplegers en het uitkleden van hun maatschappelijke functie en rol in het gezin, uitgerekend dat is wat het voor vrouwen steeds erger maakt. Ik kan er met de pet niet meer bij.
Hoe vaak is Jens van Tricht eigenlijk zelf misbruikt, verkracht en mishandeld? Vrouwen hebben (net zoals mannen) stabiliteit en veiligheid nodig en dat wordt hen aan alle kanten ontnomen. Gisteren ook al zo’n absurd artikel gelezen, van Nick Everts. Mannen om de oren slaan of daarentegen “verbindingen” promoten die hen ontslaan van hun directe verantwoordelijkheden gaat echt het probleem niet oplossen. Integendeel. Het is natuurlijk een heel nobel idee dat mannen de eigenaar willen worden van het probleem en we gaan vooral nog meer ontwrichte gezinnen en veel eenzame mensen tegemoet zien. Laten we hopen dat mensen die geïnteresseerd zijn in dit gedachtengoed op tijd hun gezond verstand gebruiken.
Ik ben het helemaal met je eens dat geweld onmannelijk is. Maar het punt is wel dat het meeste geweld door mannen gepleegd wordt.
En wie heet het over opgedrongen rollenpatronen? Ik zie vooral steeds meer ruimte ontstaan om je eigen weg te volgen, te zijn wie je bent, en niet niet gedwongen door God, familie en maatschappij meer in allerlei bochten hoeft te wringen om aan een beeld te voldoen dat niet overeenkomt met wie je werkelijk bent.
Zo zie ik in het artikel van Nick Everts nergens dat mannen ontslagen moeten worden van hun verplichtingen. Ik ervaar zelf dat hoe meer ik mezelf kan en mag zijn, ik mijn verantwoordelijkheden beter kan nemen en dragen.
Natuurlijk betekent ruimte voor jezelf soms ook dat je mensen kwetst of teleurstelt. Dat is niet leuk. En we moeten er samen alles aan doen dat te voorkomen, of degenen die zich onheus bejegend voelen op te vangen en te ondersteunen. Dat is naastenliefde. Jezelf wegcijferen om anderen niet te kwetsen, en daarmee jezelf tekort doen niet. Want als je niet van jezelf houdt en niet goed voor jezelf zorgt kun je ook niet voor anderen zorgen, laat staan van het houden.
De tijden veranderen Sue. Dat betekent dat wat vroeger gebruikelijk was ter discussie gesteld wordt. Dat is soms beter en soms slechter. Maar het is vooral anders. Dat kan verwarrend zijn voor mensen die zich wel prettig voelen bij oude waarden en normen. Er is ook niets tegen om je daar prettig bij te voelen. Waar ik wel iets tegen heb is dat mensen uit hun eigen angst en onzekerheid om houvast te verliezen anderen willen weerhouden een andere weg te volgen. Net zoals jij de vrijheid hebt om je eigen weg te volgen hebben anderen dat ook.
“De tijden veranderen Sue. Dat betekent dat wat vroeger gebruikelijk was ter discussie gesteld wordt. ”
Woorden… Je doet me tekort. Ook ik heb de nodige concepten doorgeworsteld. “Truth is a pathless land”.
Het is niet mijn intentie je tekort te doen. Maar ik begrijp niet wat je bedoelt. Volgens mij interpreteren wij de woorden van zowel Jens van Tricht als Nick Everts verschillend. Ik zie door de samenleving opgedrongen patronen, en ik vind het goed dat mensen proberen zich daar aan te ontworstelen. Zie jij dat als het opdringen van patronen aan mensen?
Als eerste wil ik je bedanken voor het mooie citaat van Martin Luther King. Prachtig. Als tweede wil ik aangeven dat het erg ingewikkeld is om een jonge man tot goed volwassene in deze tijd te laten opgroeien. Ik persoonlijk denk dat hulp van buitenaf, zeker als het gaat om frustratietolerantie, soms geen kwaad kan. De wereld is hard, zeker voor jonge jongens, er word veel van hun gevraagd, als het draait om tolerantie, uitsluiting, al dan niet/wel zelf gekozen. Mannen moeten uit zichzelf leren loslaten, uit overtuiging, niet uit onverschilligheid.