Wat maakt Nina betrokken bij geweldloosheid? En wat betekent het begrip voor haar? “Geweldloosheid is een vaardigheid,” zegt ze. “Wanneer je geweldloos met conflicten om kan gaan en je onrechtvaardigheid kan stoppen door er niet aan mee te werken of door aan rechtvaardige alternatieven te werken, dan zet je daarmee maatschappelijke verandering in gang. Je kunt het ook op veel kleinere schaal gebruiken bij de keuzes die je maakt in het dagelijks leven, zoals waar je je geld aan besteedt en hoe je met anderen en jezelf omgaat. Geweldloosheid is dus meer dan pacifisme, dat alle vormen van geweld afwijst. Je werkt actief aan meer rechtvaardigheid, mensenrechten en het omarmen van diversiteit en empathie.
Ik had al jong een groot rechtvaardigheidsgevoel. De studie Conflict Resolution leek me een praktische manier om iets voor andere mensen en de wereld te kunnen doen, maar het bleek meer gericht op het verwerven van kennis dan het ontwikkelen van vaardigheden. Pas tijdens een training in Berkeley, Californië, leerde ik hoe gewone mensen succesvol sociale gerechtigheid tot stand kunnen brengen. Dat gaat langs de lijnen van de beweging van Gandhi in India en de burgerrechtenbeweging van Martin Luther King. Ik kwam in aanraking met de workshophandleiding van Pace e Bene waar ik als trainer veel gebruik van hebt gemaakt.”
Was de uitreiking van de medaille tijdens het Vredessymposium in Zwolle belangrijk voor je? Hoe belangrijk is erkenning en bekendmaking van je werk?
“De Stichting voor Actieve Geweldloosheid heeft mij voorgedragen voor de medaille. De stichting is al vijftig jaar actief en hoopt op opvolgers binnen mijn generatie. Zij steunen mijn werk. De uitreiking van de medaille is natuurlijk een enorme stimulans. Ik miste wel meer media-aandacht. De uitreiking vond plaats tijdens een vredessymposium georganiseerd door een overkoepelend samenwerkingsverband Vredesmissies zonder wapens van zeven stichtingen op de internationale dag van de vrede. Zij reikten de medailles uit aan drie jonge mensen, als erkenning voor hun inzet voor vrede, als een soort tegenhanger van de lintjes en medailles die worden gegeven aan oorlogshelden.”

Je bent bij verschillende projecten over de hele wereld betrokken geweest. Wat heeft het meeste indruk op je gemaakt? Zouden mensen daar door toepassing van geweldloosheid het verschil kunnen maken?
“Mijn periode in Israël-Palestina heeft de meeste indruk gemaakt. Je eerste gedachte is dat de machtige partij, namelijk Israël, moet veranderen. Een goed voorbeeld daarvan zijn de piloten die weigerden om Gaza te bombarderen in 2002. De Amerikaanse politicoloog Gene Sharp zei in een interview dat hij niet verwachtte dat een verandering van de Israëliërs zal komen, omdat zij de bezetting kunnen negeren, terwijl de Palestijnen er onder moeten leven. Palestijnen hebben niet de overhand als het gaat om geweld, maar met geweldloze acties kunnen zij wellicht wél iets bereiken. Je ziet het succes ervan in Bil ‘in, waar moslims en christenen samen twee derde van hun land terug hebben gekregen: Israël heeft de muur die over hun land liep, afgebroken en elders gebouwd. Je ziet ook bij andere voorbeelden dat eenheid of saamhorigheid ondanks verschillen, religieus of anderszins, belangrijk zijn voor het behalen van succes.”
“Onbewust zijn we geneigd te geloven in geweld. Via training kunnen we een andere mindset krijgen. Mijn project heet Towards an Nonviolent World, omdat het gaat om een ‘streven naar’. Helemaal geweldloos zijn is een utopie, maar ik kan geweldloosheid in mezelf cultiveren en in anderen stimuleren. Het is ook belangrijk om respect te ontwikkelen voor diversiteit in deze geglobaliseerde wereld. Mensen zijn bang dat er een verwesterlijking optreedt en benadrukken daarom hun verschillen, hun identiteit. Maar als verschillen niet worden gerespecteerd, worden ze een bron van conflict. We moeten dus een balans vinden tussen eenheid en verscheidenheid. Overeenkomsten en verschillen ontdekken kan ook helpen om met een unieke lokale situatie om te gaan. Sociale bewegingen kunnen van elkaar leren, zoals King van Gandhi leerde. In Liberia hebben vrouwen zich tijdens de dictatuur van Charles Taylor verenigd en vele verschillende geweldloze acties gehouden, om de mannen te bewegen een vredesakkoord te sluiten. Zo kwam in 2003 een einde aan de burgeroorlog. De twee belangrijkste vrouwen, Leymah Gbowee en Ellen Johnson Sirleaf, die in 2005 president werd, ontvingen hiervoor de Nobelprijs voor de Vrede. Ongeveer twee jaar geleden reisden enkele Liberiaanse vrouwen naar Israël-Palestina met een film over hun verhaal: Pray the devil back to hell waarna meer dan vijfduizend Israëlische en Palestijnse vrouwen een mars voor vrede hebben georganiseerd.”

Binnenkort verschijnt je eerste publicatie. Kunnen we ons na het lezen van dit boek allemaal geweldloos gedragen?
“Door het te lezen waarschijnlijk niet, maar wel door de workshops te volgen uit het boek. Het boek is
een studiegids met vijftien workshopsessies. Tijdens de workshops zul je de kennis en principes leren
toepassen. De studiegids is gericht op mensen die met anderen mensen werken, bijvoorbeeld in onderwijs, in het jongerenwerk of bij gemeentes. Ik zou ook graag activisten willen bereiken, vooral milieu-activisten, omdat ik denk dat de schade die we aanrichten aan de aarde een symptoom is van de mindset waarbij geweld ‘normaal’ is of zelfs ‘oplossing’ voor bepaalde problemen. Bij geweldloosheid gaat het ook om samenwerken. Dat gaat niet altijd soepel tussen verschillende activistengroepen. Je moet je niet alleen tegen iets uitspreken, maar ook duidelijk maken waar je voor staat. Je kunt het daarbij oneens zijn met je tegenstander, maar nog steeds proberen die te betrekken in een maatschappelijke dialoog. De campagne van Pace e Bene heeft gedurende de Week voor Vrede in september duizenden acties voor vrede geïnitieerd, vooral in de VS maar ook daarbuiten. Het boek zal al deze mensen kunnen ondersteunen om hun vaardigheden verder te ontwikkelen.”
Wat is je eerstvolgende uitdaging en wat wil je de lezer graag meegeven?
“Een constante uitdaging is om mensen te bereiken en betrekken. Ik zou vooral de betrokkenheid van meer jonge mensen willen zien en vredesactivisten en milieuactivisten verenigen tegen geweld en voor een cultuur van vrede. Daarbij bedoel ik dan niet alleen de afwezigheid van oorlog, maar vreedzame omgangsvormen, levensstijl en denkwijze. Dit is een grote ‘kanteling’ die verder gaat dan ‘milieuvriendelijker’ worden. Eigenlijk zoals de slogan van Extinction Rebellion en andere groepen: system change, not climate change.”
Over Nina Koevoets
Na haar Master Conflict Resolution and Governance aan de Universiteit van Amsterdam in 2007, volgde Nina Koevoets een training over geweldloosheid in de VS bij het Metta Center en liep stage bij BayNVC (Nonviolent Communication). Ze woonde in Israël-Palestina, India, Zweden en Portugal. In 2014 begon ze met haar project Towards a Nonviolent World. Ze geeft trainingen aan jongerenwerkers van over de hele wereld. Zie Towards a Nonviolent World. Binnenkort verschijnt haar eerste publicatie: Engaging nonviolence. Activating nonviolent change in our lives and our world.
Dit artikel is met toestemming overgenomen uit De Linker Wang, juli 2019 – nummer 3. Voor meer informatie zie De Linker Wang.
Goed werk Nina.