God is niet dood, God is verhuisd. Dit is een heel ander geluid dan dat veel mensen in de samenleving verkondigen. Waarom stellen jullie dat God niet dood is, maar slechts verhuisd?
“Overtuigde atheïsten roepen dat God dood is. Ze wijzen daarbij op de leegloop van de kerkgebouwen. Ze zeggen dat God niet meer kan bestaan, omdat het godsbeeld van een god die alles in de wereld bepaalt, onhoudbaar is geworden door de ontwikkeling in de natuurwetenschappen. Hun belangrijkste argument is dat als je rationeel denkt, er geen ruimte meer is voor God, omdat God niet rationeel gedacht kan worden.
Dit is op zich allemaal waar. Maar wij kijken er toch heel anders tegenaan. Het godsbeeld van een alziende en allesbepalende god is inderdaad aan diggelen gevallen. Dat zien wij als een positieve ontwikkeling. Dit beeld is ooit in het leven geroepen, toen mensen niet begrepen hoe de wereld in elkaar zit. Nu de wetenschappen helpen om die vragen te beantwoorden, hebben we daarvoor God dus niet meer nodig. In plaats daarvan komt er weer ruimte voor het oude, oorspronkelijke beeld van God: God als bron van liefde, vreugde en hoop.
Liefde, genade, vergeving, het zijn begrippen die we nauwelijks of niet met ons verstand kunnen bevatten. Onze rede is hiervoor te beperkt. Daardoor blijven ze een mysterie. Maar ieder weldenkend, rationeel mens zal erkennen dat liefde en vergeving niet verdwijnen, ook niet als je puur rationeel denkt. Begrippen als liefde, hoop, geloof en vergeving gooit ook de moderne mens niet overboord. Daarom gooien wij God ook niet overboord. Hij is in onze ogen de bron.
We zien natuurlijk ook dat kerkgebouwen leeglopen en dat er kerksluitingen zijn. Maar wij zien ook dat God op andere plekken weer opduikt, bijvoorbeeld bij de voedselbank, de vluchtkerk en in het theater.”
Wat is het nieuwe adres van God?
“Vroeger stelden we de vraag: ‘Ben jij lid van een parochie of gemeente?’ Als je hierop ‘ja’ zei, was je bij God. Tegenwoordig is de vraag: ‘Ben je gelovig of niet?’ Je hoeft dus niet verbonden te zijn aan een parochie of gemeente om God te vinden.”
“Zo kan het gebeuren”, zegt Petra Stassen, “dat iemand zichzelf neerzet als een agnost. Als ik uitleg dat God liefde is, roept hij vervolgens uit: ‘Ja, maar dan geloof ik ook.’ Ook al ziet iemand zichzelf niet als gelovig, voor mij blijft hij een mens die geschapen is door God en zie ik God in hem weerspiegeld. God is voor mij verbonden met alles en daardoor in de hele wereld te vinden.”
Waar lopen dominees en pastores aan bij deze veranderende kijk op de vindplaats van God?
“Sommige gemeenten en parochies hebben duidelijk moeite om de transitie te maken van denken vanuit het instituut naar de wereld. Je hoort een pastor dan bijvoorbeeld verzuchten: ‘De eerste Heilige Communie doen ze nog wel, maar daarna zie ik ze nooit meer in de kerk.’ Of je merkt dat het kerkbestuur er alles aan doet om de volledige, betalende leden binnenboord te houden en nieuwe te werven, maar tegenwoordig omarmt bijna niemand meer het volledige traditionele kerkelijke pakket. Mensen bezoeken een keertje een kerkdienst, gaan naar een inloophuis, kloppen bij de kerk aan bij geboorte, huwelijk of dood en zijn daarna weer een poos uit beeld. Deze momenten kunnen door de kerk het beste beschouwd worden als positieve momenten van contact waar die persoon wat aan heeft en door geïnspireerd wordt. Het eerst doel van dit contact moet niet het succes van het instituut zijn, maar de mens zelf.”
Hoe kunnen zij beter omgaan met dit nieuwe adres van God?
“Wat gemeenten en parochies beter kunnen doen, is zelf de wereld instappen. Dat kunnen ze doen door zelf zichtbaarder te worden, door de deuren van het kerkgebouw letterlijk en figuurlijk open te gooien, en ook door te participeren in buurt- en dorpsactiviteiten. Niet met als doel ‘zieltjes te winnen’, maar met als doel om simpelweg aanwezig te zijn in het leven van mensen en te laten zien welke boodschap je uitstraalt, wat je motiveert en wat je daarmee doet.”
Dat is een behoorlijke omslag. Welke voorbeelden kunnen hierbij helpen?
“In Rotterdam was er een parochie die toen processies helemaal uit de mode waren, weer met een processie begon. Als reden gaven ze op: ‘als de mensen niet naar de kerk toe komen, dan gaat de kerk naar de mensen toe’. Dat is een heel christelijke gedachte. Het christendom heeft zijn plek in deze wereld, in deze tijd, want daar kunnen we dus Christus vinden.
Een ander voorbeeld wordt door de pausen gegeven. Bij het Tweede Vaticaans Concilie (1962-1965) werd gezegd dat de Rooms-Katholieke Kerk niet de enige plek is om God te vinden, maar dat ook delen van de waarheid te vinden zijn bij de protestanten, joden en moslims. De pausen zijn vanaf toen ook begonnen om samen met joden en moslims te bidden. In 1986 en 2002 bad Johannes Paulus II bijvoorbeeld met leiders van allerlei religies een vredesgebed in Assisi.
Een ander voorbeeld dat paus Fransiscus duidelijk stelt, is dat iedereen gezien kan worden als een kind van God en dat je daarbij niet eerst hoeft te vragen ‘Ben je wel gedoopt?’ In de televisieserie In de ban van de paus komt een zwerver aan het woord die de paus heeft ontmoet. Hij is door de paus gezien, gekend. Er werd niet gevraagd: ‘Hoe ben je in de goot terecht gekomen?’ of ‘Ben je gedoopt?’ Nee. Hij werd gezien en daardoor groeide en bloeide de zwerver op. En met hem de mensen om hem heen.”
Welke nieuwe functie moet het instituut Kerk aan gaan nemen?
“Het instituut Kerk is zowel bij de katholieken als de protestanten aan het veranderen. Daarbij zien we twee tendensen. Aan de ene kant zien we een obsessie met de kerkelijke status ontstaan. De regels van de kerken worden dan dogmatisch vastgehouden en steeds verder aangescherpt. Als je zo met het instituut, de organisaties, omgaat, verval je uiteindelijk in sektarisme. Er worden geen verbindingen tot stand gebracht, maar scheidingen: ‘jij bent wel een goed christen, jij niet.’ En zo kan het dan gebeuren dat mensen bijvoorbeeld uit het kerkbestuur worden gezet, omdat hun zoon homoseksueel is. Of dat een geschoold en capabel persoon geen pastoraal werk mag doen, omdat hij ongehuwd samenwoont. Hij mag alleen werk coördineren. De regels staan hier voorop en niet de boodschap.
Aan de andere kant kun je de geloofsleer als een ideaal zien dat wij, mensen, proberen na te streven, en waarvan wij weten dat het ons nimmer zal lukken om dat ideaal te behalen. Dat is misschien voor sommigen een niet zo positieve gedachte, maar is dat erg? Je kunt het ook als een troostrijke gedachte zien: wij zondigen allemaal, omdat we niet aan dat ideaal kunnen voldoen, maar God nodigt diezelfde zondaars wel uit aan zijn tafel. Hij verstoot niet, en omarmt en vergeeft. Dit is een fundamenteel andere houding dan die waarbij men elkaar de maat neemt.
De geloofsleer en de bestuursstructuur zijn in onze ogen beide noodzakelijk. Ze moeten dienstbaar zijn aan de mensen, aan het pastoraat en geen doel op zichzelf worden, want dan worden ze verstikkend.”
En als we op de house-warming komen van God, wat treffen we dan aan?
“We treffen daar bezieling aan. Bezieling, meer specifiek: geloof in het geloof, is de kracht die nodig is om de wereld in te gaan, om je te laten zien en om het contact aan te gaan.
Bezieling is ook nodig om de fundamentele veranderingen die nodig zijn te kunnen dragen. Er moeten nieuwe wegen ingeslagen worden, oude zaken afgebroken en verhalen opnieuw verteld. Het is een project waarvan wij niet weten hoe het zal aflopen. Het voelt een beetje aan zoals het verhaal van Mozes, die met zijn volk veertig jaar door de woestijn trok naar het beloofde land, en zelf het beloofde land niet bereikte. Zijn taak werd volbracht door jongere mensen. Dat zal hier ook gebeuren. Zij die zich nu inzetten zien het resultaat zelf misschien niet, maar hun kinderen wel. Ons boek God is verhuisd kan hier hopelijk een richtingwijzer en een hulpmiddel in zijn.”
Het boek God is verhuisd – naar nieuwe gelovige gemeenschappen, geschreven door Petra Stassen en Ad van der Helm, wordt gepresenteerd op 15 oktober in Heeswijk.
Helaas vind ik dit bericht veeeeel te lang om te lezen. De kreet ‘God is verhuisd’ spreekt mij aan. Maakt mij nieuwsschierig.
@Simon Terpstra: als je nieuwsgierig bent, lees dan maar het hele boek.
God IS volgens mij ook mee verhuisd in al die al dan niet fysieke moves van mensen. Want volgens mij overschatten wij die God, die eeuwenlang in den hemel geplaatst is. Ik denk dat die God van velen al die tijd met ons mee bewogen heeft. Dansend met en om ons. Wij hebben te lang die transcenderende werkelijkheid verbeeld op één bepaalde locatie. En toen, en nu, wie weet … hebben we het nog steeds niet correct, maar kunnen we wel meebewegen. PS. Veel te lang om te lezen… dat intrigeert mij:moet alles in 140 tekens gevangen worden tegenwoordig?
Wat ben ik blij dat er mensen zijn die onder woorden kunnen brengen en door hebben waarom mensen niet meer naar de kerk of gemeente gaan.
Ook ik ga sinds november 2016 niet meer naar een/de gemeente, want ik denk ook dat God verhuisd is haha.
Het voelt goed, maar de mensen die nog wel gaan denken dat ik van God los ben. Ik weet zeker dat dat niet zo is.
Heb ook de boeken van Boele Ytsma gelezen, waar ik veel aan heb gehad.
Kijk uit naar het boek.