Hoe wordt in de islam aangekeken tegen seksualiteit, met name die van de vrouw?

“Anders dan in de christelijke cultuur worden seksuele behoeften en driften gezien als behorend tot de menselijke natuur. Om ‘seksuele chaos’ te voorkomen, met problemen tussen erfgenamen als gevolg, heeft het islamitisch recht het huwelijk ingesteld. Het huwelijk zelf is dus hoofdzakelijk bedoeld om te voorzien in de seksuele behoeften van de partners. Een van de weinige redenen waarom een vrouw van haar man zou willen scheiden, is daarom zijn impotentie of langdurige afwezigheid. In beide gevallen kan de vrouw haar seksuele behoeften niet meer bevredigen.”

Waarom kiezen sommige vrouwen vrijwillig voor een islamitisch huwelijk, en om welke redenen worden anderen hiertoe gedwongen?

“Voor gelovige moslims is het van belang om volgens de regels van hun religie te trouwen, net zozeer als dat voor alle andere, niet-islamitische gelovigen geldt. ‘Vrijwillig’ of ‘gedwongen’ heeft niet zozeer met het geloof te maken, maar met de familiestructuur en culturele tradities. Geloof kan een reden zijn tot dwang als iemand met een andersgelovige wil trouwen. In veel Pakistaanse en Hindoestaanse families heerst de traditie dat ouders de huwelijkskandidaat voor hun kinderen regelen. Bij Marokkaanse en Turkse families is dit ook het geval, maar lijkt het minder ‘gedwongen’ omdat er een zekere mate van overleg met het eigen kind is. Tegelijkertijd is het binnen deze culturen belangrijk dat kinderen niet snel tegen de wens van hun ouders zullen ingaan. Wat ook voorkomt, is dat kinderen hun ouders (vaak de moeder) vragen om een geschikte partner te scouten; vervolgens maken zij dan zelf een keuze.”

Hoe vrouw- of manvriendelijk vindt u het islamitisch huwelijk?

“In het islamitisch huwelijk hebben de man en vrouw verschillende rechten en plichten. Naar moderne maatstaven is het islamitisch huwelijk vrouwonvriendelijk, omdat de vrouw een aantal plichten heeft: zij is haar man gehoorzaamheid verschuldigd, moet zorg dragen voor het huishouden, heeft geen (of minder) recht om het huwelijk te ontbinden, en moet er vrede mee nemen dat haar man met een tweede vrouw kan trouwen. Maar het islamitisch huwelijk is ook man-onvriendelijk, omdat hij alle kosten moet dragen, ongeacht de inkomsten of het vermogen van de vrouw. In het islamitisch huwelijk is de vrouw dus economisch zelfstandig. Dat verklaart waarom een arme man nooit een rijke vrouw kan of zal trouwen: hij heeft de plicht om haar naar haar status te onderhouden.”

Worden die regels in werkelijkheid ook zo nageleefd?

“Dit is natuurlijk de juridische situatie en die hoeft niet de werkelijke situatie te zijn. In werkelijkheid kan het beter of juist erger voor echtgenoten uitpakken. Hoe dan ook, het evenwicht tussen beide partners is nogal instabiel. In moslimlanden zal je met name onder de armere bevolkingsgroepen weinig vrouwen vinden die bereid zijn hun financiële rechten op te geven: ze willen onderhouden worden door hun man, in ruil hiervoor zijn ze hem verplicht te ‘gehoorzamen’. Dat verandert wanneer vrouwen financieel zelfstandig en dus onafhankelijk zijn. Zij verzetten zich vaak tegen het feit dat ze niet gemakkelijk kunnen scheiden, en vinden het bezwaarlijk dat hun man zeggenschap over hen heeft. Die vrouwen zullen om geloofsredenen misschien wel voor een islamitisch huwelijk zijn, maar niet om juridische redenen. In landen waar je alleen een religieus huwelijk hebt, en niet het alternatief van een burgerlijk huwelijk, is dat problematisch. Je ziet dan ook dat vrouwenbewegingen in dit soort landen als speerpunt hebben om het islamitisch huwelijksrecht te hervormen.”

Londen heeft een wettelijk erkende instantie die beslist over het ver- en ontbinden van islamitische huwelijken: ook wel de ‘sharia-rechtbank’, ‘sharia-raad’ of ‘islamitische geschillencommissie’ genoemd. Wat doet zo’n commissie?

“De Engelse situatie is net als in Nederland, namelijk dat een huwelijk alleen door de staat wordt erkend als het volgens burgerlijk recht is gesloten. Alle andere samenlevingsvormen, inclusief het religieus ‘huwelijk’, zijn toegestaan maar hebben geen wettelijke erkenning. In Engeland hebben moslimorganisaties een geschillencommissie/adviesraad opgericht waar moslims zich tot kunnen wenden met vragen over hun islamitisch huwelijk: daar doet de Engelse rechtbank immers geen uitspraken over. Het gaat dus om individuele vragen, maar ook om het bemiddelen bij huwelijksgeschillen. De uitspraken van deze sharia-raden hebben dus geen wettelijke kracht, maar voorzien wel in een behoefte van betrokken moslims. Overigens hoeven moslims zich niet per se iets van de uitspraken van zo’n raad aan te trekken. Toch zou het in werkelijkheid kunnen zijn, dat moslims zich om sociale of geloofsredenen gedwongen voelen om zich tot deze raden te wenden. En dat ze zich bij hun oordelen of adviezen neerleggen.”

Onlangs hebt u op NOS Nieuws een discussie gevoerd met PvdA-Tweede Kamerlid Khadija Arib, over het instellen van een islamitische geschillencommissie in Nederland. Arib is hier op tegen: zij meent dat de sharia-wetgeving de mensenrechten niet erkent, en dat islamitische huwelijken toch al verboden zijn. Wat vindt u hiervan?

“Ik ben geen ‘voorstander’ van zo’n commissie. Dat zou een misverstand zijn. Ten eerste begrijp ik dat veel moslims in Nederland een dergelijke commissie willen: het zou voorzien in de dringende behoefte van degenen die volgens hun geloof willen trouwen en scheiden. Zij hebben immers geen enkele instantie waar ze raad of bemiddeling kunnen krijgen. Ten tweede houdt niets in het Nederlands rechtssysteem het bestaan van een dergelijke raad tegen. Daar tegenover staat wel, ten derde, dat een dergelijke commissie, hoe vrij en vrijwillig het ook functioneert, altijd gebonden blijft aan de Nederlandse wet. Volgens de wet zijn wij vrij om onderling zaken te regelen, tenzij daar dwang (van minderjarigen) of geweld bij komt kijken. Dan grijpt de overheid in.”

Voor welke geschillen kloppen mannen aan bij een commissie?

“Eigenlijk voorzien deze commissies vooral in de behoefte van vrouwen. Wanneer een vrouw uit volle geloofsovertuiging de keuze maakt voor een islamitisch huwelijk, kan zij door die huwelijksvorm in de problemen raken. Haar ‘man’ – we moeten voor ogen blijven houden dat zij volgens de wet niet zijn getrouwd, maar een soort vrijwillig samenlevingsverband hebben – kan met een tweede vrouw ‘trouwen’. Volgens de Nederlandse wet is hier dus sprake van iemand die meerdere scharrels tegelijkertijd heeft, en dat is niet verboden. Ook kan hij zijn vrouw verlaten zonder van haar te ‘scheiden’: dan blijft zij volgens islamitisch recht dus ‘getrouwd’, waardoor ze volgens datzelfde recht niet kan hertrouwen. Tot slot komt het voor dat de vrouw wil scheiden, terwijl haar man dit niet toestaat: volgens het islamitisch recht heeft de vrouw geen of weinig scheidingsmogelijkheden.”

De Nederlandse rechter kan zo’n probleem niet oplossen…

“Klopt, die zal het huwelijksverband zien als een samenlevingsvorm waar de vrouw gewoon uit kan stappen. De rechter heeft geen officiële boodschap aan de geloofsovertuiging van de vrouw. De vrouw zit dus vast in de consequenties van haar eigen geloof. Ze zal zich daarom willen wenden tot een commissie met voldoende geloofskennis en gezag, om haar uit de penarie te helpen, of in elk geval haar man tot rede kan brengen. Omgekeerd kan ik mij voorstellen dat een Nederlandse moslim ook naar een commissie gaat, bijvoorbeeld omdat hij vindt dat z’n vrouw zich teveel vrijheden veroorlooft.”

Kunt u voorbeelden geven van huwelijkszaken waar zo’n commissie een uitspraak over doet?

“Er zijn geen buitenlandse islamitische geschillencommissies buiten Engeland. Wel wordt er overal in het westen op kleine schaal – dus in een moskee, bij een imam of een bevriende geleerde – naar bemiddeling en advies gezocht. Dit is vergelijkbaar met de rol van dominees en priesters in de Nederlandse vijftiger jaren. Ik heb zelf ooit een stel dat uit elkaar wilde gaan (‘scheiden’) geadviseerd volgens islamitische regels, omdat ze die zelf niet kenden. Ik heb uitgelegd wat de mogelijkheden waren, waarop zij gezamenlijk een scheidingstraject volgens de regels uitgestippeld hebben. Ook kun je je de situatie voorstellen waarin een man de vrijheid van zijn vrouw wil temperen. Een commissie zou dan kunnen oordelen dat de vrouw zich inderdaad meer moet inhouden: bijvoorbeeld door minder uit te gaan of, als het een heel conservatieve commissie is, door haar baan op te zeggen en thuis te blijven bij de kinderen. Maar de commissie zou ook kunnen zeggen dat de man gewoon niet moet zeuren; dat vrouwen in Nederland nou eenmaal meer zelfstandigheid hebben. Overigens is zelfstandigheid van vrouwen niet strijdig met het islamitisch recht; al was het maar omdat de profeet Mohammed zelf lange tijd in dienst was bij zijn eerste vrouw Khadidja, een belangrijke zakenvrouw in Mekka. Kortom: het advies hangt erg af van de omstandigheden en de geaardheid van de commissie.”

De PvdA pleit voor een wettelijk verbod op zo’n besluitorgaan, om te voorkomen dat sommige vrouwen en mannen zich – ook in hun nadeel – bij een besluit neerleggen. Bent u het eens met dit argument voor zelfbescherming van overheidswege?

“Nee, ik ben het daarmee oneens. Ik begrijp de overwegingen van Arib en sympathiseer daar volledig mee. Toch vind ik het buitengewoon onwenselijk als de staat de vrijheid van volwassenen inperkt, waardoor ze hun leven niet meer naar eigen inzicht kunnen inrichten. Zelfs als buitenstaanders menen dat die volwassenen zichzelf onrecht aandoen. Vrijheid is een groot goed. Door vrijheid hebben we diversiteit in gedragingen. De wet mag die diversiteit begrenzen als sprake is van geweld, dwang, of betrokkenheid van minderjarigen. Het verbod dat Arib voorstelt, zou overigens ook de bestaande joodse, katholieke en protestantse ‘rechtbanken’ treffen. Iedereen zal roepen dat dat zeker niet de bedoeling is. Dat is nou precies, waarom ik mij verwonder over Arib’s voorstel: want wat is het verschil met de ‘islamitische rechtbank’?”

32928257_10216070780071682_2538458966246031360_n

Robert Reijns

Redacteur

Robert Reijns – journalist, cultureel antropoloog, docent maatschappijleer – is o.a. eindredacteur bij Kerk in Den Haag.
Profiel-pagina
Al 10 reacties — praat mee.