Behandel jij religieuze LHBT+ers echt op een andere manier?
“Nee. Ik bekijk ze wel op een andere manier dan de niet-religieuzen onder ons. Ik hou ze in de gaten omdat ik merk hoeveel schade het geloof bij mijzelf veroorzaakt heeft. In de kerk wordt je verteld dat je de genade niet waard bent maar toch dankbaar en nederig moet zijn. Er zit zoveel zelfverloochening in die aard. Ik heb daar zelf ook ontzettend mee geworsteld.”
Kun je die strijd omschrijven?
“Toen ik uit de kast kwam en daarna ook mijn geloof los liet, voelde ik me heel alleen. Ik kende niemand met zo’n zelfde verhaal. Niemand die mij van twee kanten kon begrijpen; de christelijke achtergrond en het lesbienne zijn. Niemand kon dat combineren en mij daar volledig in begrijpen. Dat was een heel eenzame strijd.
Voor therapeuten was het ook moeilijk. Die weten niet hoe een kerk van binnenuit functioneert en wat voor effect zoiets op je heeft. Ze vonden het wel verbazingwekkend dat het er in sommige kerkgenootschappen nog zo gesloten aan toe ging. Pas jaren later, na mijn verwerking, leerde ik andere mensen kennen met een gelijksoortig verhaal.”
Waar vond je die mensen?
“Nu ik het zelf heb verwerkt vind ik dat mensen moeten weten wat er in zo’n geïsoleerde kerkgemeenschap gebeurt. Dat is namelijk echt niet normaal. Als je kijkt hoever de homotolerantie buiten de kerk is, is het eigenlijk absurd dat ik daar nooit iets van mee heb gekregen. Ik vertel het verhaal voor die ene persoon die nu nog in de kast zit net als ik ooit zat. Ik had toen helemaal geen voorbeelden en ik hoop dat ik een rolmodel voor iemand kan zijn. Al is het maar voor één iemand.
Om dit voor elkaar te krijgen deed ik een interview en daarna kwam ik in contact met mensen die me begrepen. Zij hadden dezelfde achtergrond en wilden daar net als ik iets mee doen. Ze wisten waar het pijnpunt lag. Dat was heel fijn. Iedere keer dat ik iemand ontmoet met dezelfde achtergrond is zo helend.”
Iedere keer dat ik iemand ontmoet met dezelfde achtergrond is zo helend.
Dat klinkt inderdaad heel fijn.
“Ik heb altijd een enorme connectie met homo’s en lesbiennes die dezelfde kerkelijke achtergrond als ik hebben. We begrijpen elkaar dan echt perfect. We weten precies hoe de afwijzing binnen de kerk heeft gevoeld en we snappen ook het onbegrip in de community. De mensen uit de community zijn zo ver verwijderd van de christelijke cultuur. Ze begrijpen niet dat zoiets nog kan in deze tijd.”
Wil je iets over je kerkelijke ervaring vertellen?
“Op mijn dertiende probeerde ik voor het eerst uit de kast te komen. De eerste reactie vanuit de kerk daarop heeft me een trauma bezorgd. De jeugdwerker vertelde mij dat God mij niet zo had gemaakt, maar dat dit een leugen van satan was om mij bij God vandaan te lokken. Er werd voor me gebeden voor bevrijding van deze ‘homoseksuele gevoelens’, dit was sterk indoctrinerend. Ik kreeg hierdoor zo’n slecht beeld van homo’s en lesbiennes dat ik ook heel slecht over mezelf ging denken. Ik voelde me altijd vies, zondig, klein en onwaardig. Ik had altijd het gevoel dat ik genade nodig had en dat tegelijkertijd helemaal niet verdiende. Dit heeft tot veel psychische klachten geleid.”
Dat kan ik me heel goed voorstellen.
“Tien jaar later kwam ik opnieuw uit de kast. Het verbazingwekkende was toen dat veel mensen zeiden: ‘dat lijkt me heel lastig en moeilijk’, ‘het is niet aan mij om te oordelen’ en ‘dat is iets tussen jou en God’. Hun boodschap leek hiermee te zijn dat ze niet zouden oordelen. In feite gebeurde dat echter wel. De mensen die het meest dichtbij me stonden oordeelden niet. Of in elk geval wilden ze dat niet hardop uitspreken. Wel hadden ze allemaal geen tijd meer. Als ik wilde afspreken of ze uitnodigde voor mijn verjaardag, dan hadden ze het allemaal veel te druk. Deze drukte hield zo lang aan dat ik moest concluderen dat de vriendschappen voorbij waren. Ik was niet meer belangrijk genoeg om langs te komen en het contact dat we hadden kwam steeds alleen nog maar van mijn kant. De veroordeling werd dus niet uitgesproken maar was wel heel voelbaar.
Er waren tegelijkertijd ook mensen die meer uitgesproken waren. Dat waren de christenen die verder van me af stonden, mensen die ik van gezicht kende of zelfs helemaal niet kende. Die voelden zich veel vrijer om veel harder te zijn in hun oordeel en waren ook veel minder bang om daar iemand mee pijn te doen. Ze vergoelijkten dat heel erg voor zichzelf vanuit hun geloof met: ‘ik zeg het uit liefde’, ‘dit is niet Gods plan met jou’ en ‘ik zeg het tegen je omdat ik niet wil dat je verloren gaat’. Zij hadden er veel minder moeite mee om dat op die manier te zeggen.”
Was je de enige in de kerk?
“Onze kerk had 4000 leden dus natuurlijk waren er meer homo’s en lesbiennes, maar toen ik in die kerk zat zag ik ze nooit. Ze zaten of, net als ik eerst, in de kast of ze hadden de kerk al verlaten. Twee jaar na mij zijn er nog wat mensen uit de kast gekomen in de kerk en sommige daarvan geloven nog wel. Ik zie echter heel vaak bij christelijke LHBT+ers dat het geloof doodbloedt. Ik ken er eigenlijk maar twee die echt gelovig zijn gebleven, maar daarvan zie ik ook dat ze een heel ander sociaal vangnet hebben. Die hebben christenen om zich heen die veel toleranter en ruimdenkender zijn. Zo is er een veilige omgeving voor hen om hun geloof te belijden terwijl ze homoseksueel zijn. Die invloed is heel bepalend.”
Jouw omgeving was – behalve de reacties uit de kerk – niet zo tolerant?
“De kerkelijke gemeenschap is heel sterk. In de evangelische kerk waar ik uitkwam, zit je haast in een isolement en wordt er vrij zwart-wit gedacht. Mijn sociale omgeving in mijn tienerjaren bestond dan eigenlijk ook alleen uit mensen van de kerk. Op school was ik al een vreemde eend in de bijt en had ik weinig aansluiting. Hoe zij leefden paste niet bij hoe ik moest leven van de kerk. Op vrijdag, zaterdag en zondag zag ik daarnaast altijd de jongeren uit de kerk en de relatie met hen leefde veel meer. Mijn hele sociale omgeving bestond op dat moment uit kerkmensen en daarom had ik nooit een positief rolmodel gezien dat homo of lesbisch was. De Gay Pride werd gezien als Sodom en Gomorra en werd geblokkeerd en uitgesloten.”
Ik kwam voor de tweede keer (echt) uit de kast toen ik een vriendin had en op dat moment had ik helemaal niemand meer behalve mijn vriendin.
Kwam de afkeuring gelijk of pas toen je een vriendin kreeg?
“Eigenlijk gebeurde dat tegelijkertijd. Ik kwam voor de tweede keer (echt) uit de kast toen ik een vriendin had en op dat moment had ik helemaal niemand meer behalve mijn vriendin. Het was een proces om te beseffen dat ik niet meer dezelfde in de groep was. Dat ik niet meer dezelfde rol had als daarvoor. Er ging tijd overheen totdat iedereen zei: ‘het contact is helemaal verwaterd’. Dat was ook zo. Onze levens waren nu zo verschillend, maar ik wist dat de afwijzing was gekomen op het moment dat ik uit de kast kwam. Ik had een lieve vriendin en leerde haar vrienden kennen, dus hiermee kreeg ik ook een nieuw sociaal vangnet. Toch was er daar ook heel veel onbegrip. Ze konden die donkere periode waar ik op dat moment in zat heel moeilijk bevatten. Zij kenden de vrijheid en de blijheid en waren ver verwijderd van de kerk waar ik vandaan kwam, dat was een ver-van-hun-bed-show en dat voelde voor mij ook weer heel eenzaam.”
Hoe is dat nu?
“In zeven jaar is het goed gelukt om een sociaal netwerk op te bouwen. Het mooie is dat er mensen uit de kerk van vroeger zijn die er nu ook heel anders in staan. Daar ben ik nu beter bevriend mee dan ik ooit ben geweest, maar dat heeft wel echt tijd nodig gehad.”
Kun je je na jouw ervaringen voorstellen dat andere LHBT+ers wel blijven geloven?
“Ik kan het wel begrijpen want het is heel moeilijk om het geloof echt los te laten. Dat was bij mij ook zo. Er komt ook heel veel angst bij kijken. Het was heel moeilijk om te accepteren hoeveel jaar ik mij eigenlijk had toegewijd aan het idee van Gods bestaan. Tot dat moment was dat mijn hele leven geweest en toen dat ik dat besefte voelde het alsof ik mijn hele leven had vergooid. Dat is waarom ik heel lang heb gekeken of ik mijn geloof kon behouden. Anders voelde het of al die 21 jaren van mijn bestaan tot dan toe zinloos waren geweest en dat vond ik heel moeilijk.”
Ben je wel eens jaloers op mensen die het geloof wel weten vast te houden?
“Het enige dat soms steekt is dat de pijn, het verdriet en de depressie mij bespaard hadden kunnen blijven. Door de indoctrinerende gesprekken in mijn tienerjaren, is mij aangeleerd om mezelf klein te houden en afhankelijk van God te zijn. Ik kon mezelf nou eenmaal niet staande houden in het echte leven. Hierdoor heb ik geworsteld met depressie, trauma, eetstoornissen en hevige angsten. Dat er zo’n zeven jaar therapie, veel liefde van mijn vriendin en contact met andere LHBT+kerkverlaters voor nodig was om hier overheen te komen, is iets dat ik moet accepteren.
Als ik echter kijk naar de toekomst ben ik toch wel heel erg blij dat ik mezelf heb losgekoppeld van het geloof. Pas toen dat gebeurde is mijn persoonlijke ontwikkeling namelijk echt gaan groeien en dat zou ik nooit willen ruilen voor een acceptabeler verleden. De toekomst is veel belangrijker.
Voor sommigen is dat toch anders. Wanneer mensen hun geloof blijven vasthouden en daar wel positiviteit uit halen, is het natuurlijk niet aan mij om daar iets van te zeggen. De perfecte toekomst zou toch wel zijn dat de kerk en de gemeenschap gewoon naast elkaar en samen kunnen bestaan. Ik wil dat verder ook loslaten, want het is natuurlijk wel een goede ontwikkeling dat er meer homo’s zijn die ook christen zijn. Dat betekent dat ze zich veilig genoeg voelen.
Ik zou er zelf geen deel van uit willen maken, maar ik gun het wel de toekomstige kerkelijke generatie in dezelfde situatie als ik. Dat ze, wanneer ze uit de kast komen, niet dezelfde problemen hoeven mee te maken. Het moet gewoon veilig en een vrije keuze zijn.”
Ken je mensen die het wel lastig vinden om met christelijke LHBT+ers om te gaan?
“Eigenlijk ken ik die niet zo. Tot die groep zou ik toch vooral mijzelf rekenen en dat komt door de schade die ik zelf heb opgelopen. Ik heb zelf nooit gemerkt dat andere LHBT+ers er moeite mee hadden toen ik me nog niet van mijn geloof ontdaan had. Wel dat ze veel vragen stellen omdat ze het maar moeilijk kunnen begrijpen, want waarom zou je bij een geloof willen horen dat jou als gruwel bestempeld? Dat komt vaak voort uit een gebrek aan kennis van de christelijke cultuur. Over het algemeen tref je een gemeenschappelijk gedachtegoed bij LHBT+ers: iedereen moet zichzelf kunnen zijn, we weten immers allemaal hoe het voelt om gemarginaliseerd te worden.”
Wat een hartverscheurend verhaal. Wens, vanaf deze plek, Femke , vrede en alle goeds.