Terwijl ik op vrijwilliger Rieke Parker-Cameron (1967) uit Duiven wacht, valt mijn blik op een folder met een in het oog springende titel: Gezocht: parttime held.
Ben jij een held?
Rieke schatert: “Nee joh, gewoon een vrijwilliger! Ik ben hier via één van mijn dochters terechtgekomen. Zij was al vrijwilliger bij de organisatie: ze las de kinderen van een vluchtelingengezin voor. Ze vond het begeleiden van mensen in een nieuwe situatie ook echt iets voor mij. Ik meldde me in juli 2014 aan, kreeg een intake gesprek en werd aangenomen als coach Vestiging & Zelfredzaamheid. Met een HBO-diploma Maatschappelijk Werk met specialisatie multi-etniciteit op zak, sloot dat prima aan op het soort werk dat men voor mij in gedachten had. In het begin werkte ik elke week zo’n 8 uur. Dat is inmiddels uitgegroeid tot 20, soms wel 30 uur per week. Onze cliënten hebben al een verblijfstatus. Wij helpen ze verder met het betrekken en inrichten van een toegewezen woning. Daar komt nogal wat administratie bij kijken. Dan moet je denken aan het aanvragen van een uitkering, huursubsidie of kinderbijslag, het regelen van water en elektra en het aanmelden voor opleidingen. Hierbij assisteren we de mensen zo’n acht maanden. Verder maken we ze ook een halfjaar wegwijs in de Nederlandse samenleving. Je trekt dus al snel één tot anderhalf jaar samen op.”
Wat is het meest lastige?
‘De taal! We krijgen nu vooral mensen uit Syrië en Eritrea. De meesten spreken enkel de taal van land of streek van herkomst (Syrie: Arabische dialecten – Eritrea: Tigrinya en Tigre). Een enkeling spreekt wat Engels. We hebben tolken, maar dat is niet altijd voldoende om de hoeveelheid regels en bepalingen te verduidelijken. Elke cliënt krijgt een map, waarin zijn of haar persoonlijke gegevens en paperassen opgeborgen zijn. Het is allemaal zo veel en verwarrend voor ze in het begin. Deze mensen komen uit een totaal andere cultuur met heel andere gebruiken. Wat bij ons vanzelfsprekend is om te doen of te laten, moet hen tot in detail uitgelegd en aangeleerd worden. Dan moet je bijvoorbeeld denken aan iets heel basaals als het gebruik van kliko’s, de persoonlijke verantwoordelijkheid voor het scheiden van het afval en op de juiste dag en tijd de bakken aan de straat te zetten om te laten legen. Of om op tijd te komen als je een afspraak maakt. Zo simpel voor ons, zo onbegrijpelijk voor sommige nieuwe medelanders. Je realiseert je zelf ook, terwijl je deze mensen begeleidt bij het inburgeren, hoeveel regels en formulieren we in Nederland hebben. Overregulering is geen theorie, maar een hele concrete praktijk waar we mee te maken krijgen. Wat minder zou volgens mij écht wel kunnen. En toch realiseer je je wanneer je de verhalen van de vluchtelingen hoort, hoe goed we het hier hebben. Hoe veilig en rijk we zijn in Nederland. Je dat weer eens terdege bewust worden, is goed voor een mens. We mopperen en oordelen te veel en te snel.”
Waarom doe je dit werk?
“Ik wil wat terug doen voor de samenleving. Mijn ouders zijn in 1975 vanuit Suriname naar Nederland verhuisd om een beter bestaan op te bouwen. We hebben in Rotterdam gewoond, zijn later verhuisd naar Didam. In 1990 ben ik getrouwd en mijn man en ik vestigden ons in Amsterdam-Zuidoost en in Zaandam. Ik heb gestudeerd en gewerkt in dit land. Vanuit Zaandam keerden we later terug naar Suriname met onze twee dochters (20 en 22 jaar). Een paar jaar geleden ben ik echter met één van de meiden tijdelijk terug naar Nederland verhuisd om voor mijn zieke moeder en mijn zusje, die een beperking heeft, te zorgen. Mijn moeder is recent overleden, dus ik wil terug naar Suriname. Ik ben dankbaar voor de mogelijkheden die ik gehad heb in Nederland om mezelf te ontwikkelen. En datzelfde geldt voor mijn eigen kinderen. Maar ik vind het vooral je plicht om je medemens vooruit te helpen.”
Vanuit een geloofsovertuiging?
“Ik ben aangesloten bij de Evangelische Broedergemeente. Mijn man is predikant. Mijn geloof is belangrijk voor mij en mijn relatie met God heel persoonlijk. Daarom zal ik mijn geloof ook nooit aan anderen opdringen. Dat werkt toch niet! Het is zeker mijn plicht om anderen te helpen. En dat is niet eens zo moeilijk uit te leggen, want wie heeft geen ellende meegemaakt of verdriet gekend? Wie heeft nooit hulp van een ander gehad? In het door paus Franciscus uitgeroepen ‘Jaar van Barmhartigheid’ wordt daar nog eens extra de nadruk opgelegd. Het is een oproep om in beweging te komen en te helpen waar dat nodig is volgens mij. Ik denk wel eens: ‘Is het niet beter om in plaats van op zondag in de kerk te zitten, je in te zetten voor je medemens? Actief de handen uit de mouwen te steken?’ Niet om het bidden te vervangen, maar om dat bidden handen en voeten te geven. Het is ergens té gemakkelijk om te bidden en een ander het werk te laten doen. Ik zeg dit met alle respect, vanuit een zelf gelovig zijn.”
Waar moet die hulp uit bestaan?
“Meld je aan bij een vrijwilligersorganisatie. Kijk om je heen, ga erop uit en ontmoet mensen. Vraag wat ze nodig hebben. Zo leer je elkaar kennen. We weten te weinig van elkaar. Als het over vluchtelingen gaat, heeft ieder een mening klaar. En: vol is vol, weet je wat vol is? Haringen in een ton!”
Rieke schatert en vervolgt: “Het commentaar op de mobieltjes die de vluchtelingen bij zich hebben. Ongelooflijk! Het is toch logisch dat ze in contact willen blijven met familie en vrienden? Wat zou je zelf doen? Onze cliënten zijn vooral mannen tussen 20 en 30 jaar. Veel van hen laten vrouw en kind(eren) achter in een verscheurd en door oorlog geteisterd land. Denk je dat eens in! Ze zoeken een veilig bestaan. Hoop en wanhoop gaan hand in hand. Ik erger me groen en geel aan mensen die zonder enige kennis van zaken of nauwelijks contact met mensen met een heel andere geloofsovertuiging of levenswijze alleen maar commentaar hebben. Tegelijkertijd zeg ik ook tegen mijn cliënten dat enige dankbaarheid ook niet verkeerd is. Soms vertel ik ze dat als zij narigheid veroorzaken, dat ook op mij terugslaat. Dan kijken ze heel verbaasd. Ik wijs op mijn donkere huidskleur, vertel ze dat ik in Suriname geboren ben en ook moeite heb moeten doen en nog moet doen om geaccepteerd te worden. En dat het prima lukt, als je je aan de regels houdt, bij jezelf blijft, maar wel inburgert. Ik kan dat zeggen natuurlijk, jij niet, dat realiseer ik me terdege. Daarom doe ik het soms ook.”
Wat is er nodig?
“Vooral helpende handen. We kunnen nog vrijwilligers gebruiken. En niet alleen hier in Duiven. Kijk op de website van VluchtelingenWerk voor vrijwilligerswerk. Binnen onze organisatie is wel een passende taak voor jou, een plaats waar je je talenten en tijd kunt inzetten. Twee, drie uur per week is al mooi! Neem contact op met VluchtelingenWerk en vraag waar je nodig bent. Ieder heeft capaciteiten om in te zetten en een ander te helpen. En wanneer je mensen in nood ontmoet, word je je bewust van hun situatie. Dan is het geen abstract verhaal meer, en ontstaat er begrip voor elkaar. Anderen helpen geeft je energie. voor jongeren is het een geweldige manier om werkervaring op te doen en kennis te maken met andere culturen.”
Bovenstaande foto werd door Marianne van Waterschoot gemaakt.