Tjirk van der Ziel is docent bij de Christelijke Hogeschool Ede waar hij betrokken is bij een minor rond voedsel, gezondheid en duurzaamheid. Daarnaast is hij onderzoeker en publicist rond consumptievraagstukken. In zijn werk laat hij zien hoe complex de wereld van ons voedsel is geworden en hoe verschillende morele, ecologische en economische waarden voor nieuwe ontwikkelingen of dilemma’s zorgen.
“Vorig jaar hebben we het allereerste onderzoek in Nederland gedaan onder de zogenaamde generatie Z, dit is de groep jongeren van pakweg 12 tot 23 jaar. Dit jaar komt er een vervolg. Duurzaamheid is bij hen een integraal begrip aan het worden: Is wat ik op tafel heb op een eerlijke manier tot stand gekomen? Heeft het consequenties gehad voor mens en milieu, denk aan de arbeiders, de grond, het klimaat? De meest bewuste jongeren vragen om sturing van supermarkt en overheid om de juiste keuzes te kunnen maken.”
Met de kanttekening dat ‘generatie’ een lastig begrip is en dat er binnen één generatie grote verschillen kunnen zijn, concludeert Van der Ziel dat de jongeren van generatie Z veel meer holistisch denken en de grotere lijnen zien. Zij vormen de eerste generatie die volledig digitaal is opgegroeid. Hun eigen omgeving is verbonden met de hele wereld via de sociale media. Daardoor leggen ze verbanden en worden ze geraakt, wat invloed heeft op hun morele keuzes. Deze ontwikkeling is snel gegaan, merkt hij: “Toen ik jarenlang lesgaf aan studenten, vroeg ik me af of mijn boodschap wel overkwam, maar in vrij korte tijd gaat het nu landen. We hebben het wel over de koplopers, maar als zij de tijdgeest aanvoelen en beïnvloeden, dan voedt dat de verhalen die in de samenleving worden verteld. Dan hebben ze onevenredig veel invloed op ons consumptiegedrag.”
Coöperatie
Niet alleen via onderzoek, ook praktisch is Van der Ziel bezig met duurzaam en eerlijk voedsel. Een eigen moestuin lukt niet, maar in een Herenboerenproject is hij met een aantal plaatsgenoten bezig een boerderij op te starten. Het wordt een kleinschalig coöperatief gemengd bedrijf, waar de leden samen met een professionele boer bepalen wat er verbouwd wordt. “De Herenboeren proberen dat op verschillende plaatsen in Nederland van de grond te krijgen. Daar zit mijn passie, met mensen die gemotiveerd zijn om iets te kunnen betekenen, en dat op een andere manier dan via het gangbare systeemdenken. Het hele proces van samen nadenken en overleggen gaat niet alleen om de praktische zaken, het gaat ook over de gemeenschap die we samen vormen. Zo ontstaat een nieuw gemeenschappelijk verhaal.” Precies die verhalen zijn voor Van der Ziel de kern als het gaat om mensen in beweging te krijgen voor duurzaamheid. De verhalen moeten gevoed worden door eigen ervaringen. “Verhalen bieden een kader, ze framen bepaalde ontwikkelingen.”
De verhalen van de Herenboeren en van Generatie Z laten zien dat voedsel een belangrijk punt van moraliteit is geworden. Ethische aspecten gaan meewegen in het handelen en het koopgedrag. Een hoopvolle ontwikkeling dus? “Ik ben er nog niet over uit’, aarzelt Van der Ziel. ‘De jonge generatie geeft mij hoop, tegelijk vraag ik me af hoe diep het gaat. Bestaat er niet, in het algemeen, het gevaar dat zodra een ideaal wordt verwezenlijkt, andere belangen meer de overhand krijgen? Dus zodra aan de productiekant rekening wordt gehouden met arbeidsomstandigheden en de impact op het milieu, financiële belangen toch weer gaan overheersen?”
Hij ziet dit ook in het landbouwbeleid van minister Schouten. “In haar visie hinkt zij op twee gedachten: de richting die de boeren moeten gaan, de kringlooplandbouw, waarin iedereen zijn eigen rol moet gaan spelen, producenten én consumenten én supermarkten. Tegelijk zegt ze in haar visie ook dat we daarmee de belangen van de Nederlandse agrarische sector niet voor de voeten mogen lopen. Nederland is wereldwijd de tweede exporteur van agrarische producten. Hier zie je duidelijk het export-gedreven marktdenken, dat dankzij het hele voedselproductiesysteem een van de belangrijkste factoren van onze welvaart en onze economie is. Hoe verhouden die zich tot elkaar? Je wilt kringloop en je wilt export. Wel is het goed dat ze de discussie aanzwengelt; er wordt nu veel over gesproken door boeren en landbouworganisaties en door consumentenorganisaties, supermarkten en de retail, alle betrokkenen in de voedselsector.”
Van der Ziels aarzeling gaat dieper: “Ik heb niet zo’n hoge dunk van de mens in het algemeen. We willen het wel allemaal goed doen, maar er zit ook iets in het menselijk hart dat de andere kant op wil. Is de essentie van het leven ook bij de jonge generatie uiteindelijk niet een materialistische basis? Wat is het alternatief van ons concept van voortdurende groei? In mijn eigen leven probeer ik het anders te doen, bijvoorbeeld door bewust dingen aan te schaffen die lang meegaan, van goed materiaal. Maar hoe je het wendt of keert, producten met een korte levensduur scheppen werkgelegenheid in fabrieken in China of waar dan ook. De werking van het kapitalistische systeem betekent een voortdurende aanslag op het leven op aarde. Daar zie ik ook bij de jongere generatie nog geen grote kentering in.”
Fundament
Voor Van der Ziel zijn gedeelde verhalen daarom niet genoeg, hoe hoopgevend ze ook kunnen zijn. Het blijven menselijke constructies die een basis nodig hebben, een fundament dwars door tijden en culturen heen. Van der Ziel vindt dit fundament voor zichzelf in het Iers-Keltische christendom, zoals dat ontstond vanaf de 4de eeuw. Dat ging uit van de eenheid van mens en natuur. “De mens is, in tegenstelling tot wat in de dominante theologie vanaf de oude kerkvaders geleerd wordt, niet het hoogste wezen van de schepping. Het feit dat op één dag dieren en mensen zijn geschapen,
geeft al aan dat wij geen hogere status hebben. De natuur is intrinsiek goed. Bovendien staan wij niet tegenover de natuur maar zijn we zelf ook natuur. En in de natuur is Gods nabijheid, creativiteit en goedheid te ervaren; God is dus niet ver weg en onbereikbaar. Dat besef is mijn inspiratiebron.”
“Deze basis kan iets tegenover het dominante verhaal zetten: een levenshouding van soberheid. Dat brengt rust in je leven, terwijl het kapitalisme juist de onrust wil aanwakkeren. Dan heb je een verhaal te vertellen in de samenleving. Dan gaat het er niet meer om dat we dingen doen om problemen op te lossen, zoals maatregelen die duurzaamheid bevorderen of arbeidsomstandigheden verbeteren, terwijl we op de oude voet maar doorgaan met groei. Dan gaat het erom dat het leven dat je leidt voldoende bevredigend is.”
Dit artikel is met toestemming overgenomen uit De Linker Wang, nummer 4 – oktober 2019. Voor meer informatie kijk op De Linker Wang.
Als ik het goed heb, is de mens er zowel in de bijbel als in de evolutietheorie van Darwin pas gekomen na de dieren. Dat is cruciaal natuurlijk, wie het laatst lacht, lacht het best, de dieren zijn de klos. Dat we ze opeten is nog tot daaraan toe, maar de manier waarop we ze houden en opkweken en transporteren? De jongeren mogen hier dan tegen protesteren, ze eten er geen hamburger of bitterballetje minder om (meerderheid tenminste), zoiets (en andere milieuzaken) mag je , vind ik, ook helemaal niet laten afhangen van de burger/consument. Dat lijken mij overheidszaken, maar kijk nu toch eens wat voor overheid we hebben? Boze boeren die hun stallen vol willen houden, en zelfs uitbreiden, krijgen hun zin als ze op hun trekkers aan komen zetten. Iedereen, oud en jong, (90%) kiest partij voor die boeren, en hoe verandert ons eetgedrag? In 2019 weer meer vlees dan het jaar ervoor!