Geloof speelt van jongs af aan een belangrijke rol in het leven van bakkerszoon Ton Schulten (77), die als kind naast de kerk in Ootmarsum woont. “Als ik het klokgelui hoorde, deed ik mijn jasje aan en ging ik naar de dagelijkse mis”, vertelt hij in Museum Ton Schulten, geflankeerd door zijn vrouw en zakelijke steun en toeverlaat Ank. “Dat voelde als thuiskomen bij God. Ik genoot van de wierook en de warme aankleding van de kerk. Je had beelden waarnaar je kon knipogen. Het Gregoriaans vond ik ook mooi. Nu is er nog maar eens per maand een mis in Ootmarsum. Daar ga ik nog steeds graag naar toe. De eucharistie en de gebeden vind ik indrukwekkend. Dan ben ik weer dicht bij God. Als er een lekendienst is, steek ik thuis een kaarsje op, kijk ik naar RKK en draai ik Gregoriaanse muziek.” “Dan zingt hij uit volle borst mee”, vult Ank aan.
Kerst is een belangrijke feestdag voor Schulten, een van de weinige dagen dat hij niet schildert. “We vieren het eenvoudig: we gaan naar de mis, nuttigen een gezellig maar niet overdadig ontbijtje, branden kaarsjes en draaien mooie klassieke muziek. Vóór Kerst gaan we naar het dierenasiel met een financiële ondersteuning en een krentenbrood, want ik ben erg begaan met dieren. Dan drinken we met alle vrijwilligers koffie.”
Blijdschap
Schulten wil graag iets betekenen voor de kerk, dus op zijn zestiende gaat hij naar het seminarie. Maar dat blijkt een vergissing. “De mooie dingen in de kerk trokken mij erg, maar op de priesteropleiding kon ik niet mezelf zijn. ’s Avonds als er gestudeerd moest worden, zat ik tekeningen te maken, dus ik kreeg steeds op mijn donder. Schilderen was sowieso niet toegestaan. Na minder dan een jaar ben ik overgestapt naar de kunstacademie. Onlangs waren we in de abdij van Anselm Grün, met wie ik samen een boek heb uitgebracht. Toen ik hem hierover vertelde, zei hij: ‘Maar jij bent priester! Jij hebt een boodschap met jouw werk.’ Dat vond ik zó leuk. Het is waar, ik wil mensen laten zien dat er meer is tussen hemel en aarde dan alleen eten en drinken, dat het leven veel meer diepgang heeft. Mensen zouden meer de stilte moeten opzoeken en in zichzelf moeten keren om in contact te komen met hun emoties − ‘het heilige in zichzelf’, zoals Anselm Grün dat noemt. Mijn werk draagt daartoe bij. Sommige mensen komen helemaal aangedaan uit het museum en omhelzen me als ze me zien, terwijl ik ze nooit eerder heb ontmoet. Soms gaan we samen wat drinken. Ik vind het leuk om ze te leren kennen en ze iets van mijn blijdschap mee te geven.”
Rozenkrans
Het liefst had hij voor de vrije richting op de kunstacademie gekozen, maar dat mag niet van zijn ouders, omdat er als kunstenaar geen droog brood te verdienen is. Het wordt dus grafische vormgeving. Na tien jaar in dienst van een reclamebureau, begint hij zijn eigen bureau, met uiteindelijk 45 medewerkers en grote klanten. “Ik illustreerde bijvoorbeeld de kartonnen verpakkingen van alle melkproducten van Albert Heijn. Daarmee hebben we een grote prijs gewonnen. In het creatieve werk had ik veel plezier, maar ik werd steeds meer de manager die overal presentaties moest houden en met iedereen uit eten moest. Daardoor zat ik nauwelijks meer achter mijn tekentafel. Dat hing me de strot uit. In 1989, op mijn vijftigste, dacht ik: Wat doe ik met mijn leven? Ik wil schilderen! Ik had een flink salaris en een dikke auto, maar ik was het zat. Toen heb ik het bureau verkocht.” Ank, met wie hij nu al vijftig jaar getrouwd is: “Ik kon er helemaal achter staan. Ik was hoofd van de kleuterschool geweest en dacht: als we het niet redden, ga ik gewoon weer voor de klas.”
Twee jaar later slaat het noodlot toe. Tijdens een vakantie op Tenerife, samen met een bevriend stel, krijgen ze een ernstig auto-ongeluk. Vriend Ben overlijdt en Ton en Ank raken in coma. “Drie dagen lang heb ik een geweldig visioen gezien”, vertelt de schilder. “Met de prachtigste kleuren en muziek van Mozart. Daar wilde ik niet meer uitstappen. Ik heb over de horizon gekeken. Sindsdien weet ik dat onze geest eeuwig blijft doorleven en ben ik niet bang meer voor de dood. Eenmaal weer wakker bad ik voortdurend de rozenkrans in bed. Een paar keer draaide ik zo hard aan de kraaltjes dat ze tussen mijn benen belandden. Ik dacht steeds: waarom is mijn vriend wel overleden maar ik niet?”
“Ik heb antwoord gekregen”, vervolgt hij na het opsteken van een volgende sigaar. “Mijn werk was niet af. God heeft me de kans gegeven om mijn werk af te maken, en die kans heb ik helemaal gepakt.” Een andere vriend van hem, de inmiddels overleden Twentse dichter Willem Wilmink, verwoordde dit kernachtig in een gedicht: “Wie in de schaduw van de dood/ Op ’t laatst nog weinig weerstand bood/ maar toch ontsnapte en genas,/ ervaart bij heerlijk geurend gras/ een glimp van een herinnering:/ dat hij de hemel binnenging/ en daar het landschap gadesloeg/ tot iemand riep: ‘Jij bent te vroeg!’”
Vergeving
Het eerste schilderij dat Schulten maakt tijdens zijn herstelperiode, heet ‘Tussen leven en dood’. Het hangt in het museum. “De lijn in het midden verbeeldt de snelweg op Tenerife”, vertelt de museumgids daarover. “Linksboven zijn vaag de contouren van een gezicht te zien, van zijn overleden vriend. Verder bevat het schilderij twee kruizen. Het paarse kruis links staat voor de dood. Paars is de kleur van de ommekeer. Het rechterkruis is geschilderd in groen en blauw. Groen is de kleur van de hoop en stelt de relatie met de aarde voor, met alles wat leeft. Blauw staat voor de verbinding met het mystieke denken en drukt het innerlijke gevoel uit.” Schulten: “Iedere keer als ik dat doek zie hangen, denk ik: hoe is het mogelijk dat we uit dat diepe dal zijn geklommen. Ik ben nu nog optimistischer dan voor het ongeluk.”
Kenmerkend voor Schultens schilderijen is het diepe geloof dat het licht sterker is dan de duisternis, schrijft Anselm Grün in Betoverend licht. “Ik heb zelf ervaren dat je de duisternis kunt overwinnen”, zegt Schulten daarover. “Dat is misschien wel de reden dat ik elk doek eerst zwart schilder. Van daaruit schilder ik naar het licht, anders zit er geen emotie in.”
Ank heeft behoefte om terug te gaan naar Tenerife om de plek des onheils nog eens te zien en degene te ontmoeten die hen dronken aanreed en daarna wegvluchtte. Ton wil daar eerst niets van weten, maar in 1997 gaat hij overstag. Schulten: “Zonder aankondiging hebben we bij de dader aangebeld. We hebben hem foto’s van Ben laten zien. Ik heb gezegd: Je hebt ons heel wat aangedaan, maar ik wil het je vergeven.’ Hij is ook maar een mens, een christen net als wij, en we hadden een emotioneel gesprek. Ik heb hem verteld dat ik door het ongeluk een diep gelovig mens ben geworden. Dat vond hij indrukwekkend. Hij huilde aan een stuk door. Aan het eind hebben we elkaar omhelst, kun je je dat voorstellen? Maar ik heb ook gezegd: ‘We hoeven elkaar niet meer te zien.’”
Consensisme
Sinds het ongeluk schildert Schulten elke nacht en ochtend, als het stil is om hem heen. Hij maakt gemiddeld twee doeken per maand. Daarbij laat hij zich inspireren door het Twentse landschap. “God spreekt tot mij vanuit de natuur”, zegt hij daarover in de dit najaar verschenen biografie Gedroomde werkelijkheid van Wim van der Beek. Schilders als Paul Klee, Hundertwasser en Kandinsky inspireren hem in zijn toegankelijke en harmonieuze werk, waarvoor de Duitse kunstcriticus Harmut Rau een nieuwe kunststroming in het leven riep: het consensime.
“Ik heb het gevoel dat ik door God geleid word”, zegt Schulten.” ‘Ga maar verder’, zegt hij, ‘Doe maar, gaat wel goed’. Door laag over laag te schilderen, gaan de kleuren vibreren. Bij elk doek probeer ik de prachtige kleuren die ik in coma heb gezien te benaderen, maar niets komt ook maar in de buurt. Het gaat wel de goede richting uit. Van veel van mijn eerste doeken vind ik nu minder interessant. Als ik ooit zou kunnen laten zien wat ik gezien heb, zou dat het beroemdste schilderij ter wereld worden, maar dat kan niet, dat is over de grenzen heen.”
In 2000 brengt Ton Schulten een meditatief boek uit samen met de inmiddels overleden predikant Jurjen Beumer. “We raakten op een dag aan de praat op een terras in Ootmarsum, en er zat diepgang in ons gesprek. Hij zei: ‘Kunnen we samen iets doen? Een heel fijne man. Hij heeft nog eens een jubileum van Ank en mij geleid in de kerk.”
Niet veel later komt hij met Willem Wilmink in contact, op hetzelfde terras. “Het klikte meteen, en ik nodigde hem uit bij mij thuis, wat ik normaal niet gauw doe. We liepen het terrein op en ineens begon Willem te huilen. ‘Wat heb ie noe Will’m’, zei ik op z’n Twents. Wat bleek? Hij had in ons huis, even buiten Ootmarsum, als kind gerevalideerd in de oorlog: hij was ziek van de vele bombardementen boven Enschede. Dat schiep meteen een enorme band tussen ons. Willem kon met simpele woorden grote emoties overbrengen. Bijvoorbeeld in dat gedichtje over mij dat in de hal van het museum hangt: ‘Ik denk bij menig schilderij van hem/ Is dit Ootmarsum of Jeruzalem?/ Waarheen is het dat Schulten ons geleidt:/ ’t beloofde land of onze kindertijd?’”
Mystiek
En nu is er de samenwerking met de Duitse benedictijner monnik Anselm Grün. Duitse gasten van het museum brachten museumdirecteur Simone Heller op dat idee. Uitgeverij Ten Have had interesse, maar Grün had geen tijd om teksten voor dit boek te schrijven. In de bundel Betoverend licht zijn dus bestaande teksten van Grün met schilderijen van Schulten gecombineerd. Grün maakte er wel een inleiding bij. Voor een Duitse versie voelde de uitgeverij van Grüns abdij niet, dus die gaf Museum Ton Schulten in eigen beheer uit. “Wij zijn Anselm Grün dat boek gaan aanbieden in zijn abdij in Münsterschwarzach”, vertelt Schulten. “Dat was een bijzondere ontmoeting, alsof ik hem al jaren kende. Daarna heeft iemand van de uitgeverij contact met ons gezocht. Hij maakte z’n excuses dat ze zo weinig meewerkend waren geweest. Ze hadden niet beseft dat het zo’n mooi boek zou worden. Volgend najaar willen ze een tweede boek uitbrengen. Dat gaat Grün schrijven bij een aantal schilderijen van mij.”
Betoverend licht opent met het schilderij ‘Mystiek’ uit 2013, dat een speciaal plekje in Schultens hart heeft. “Het is totaal anders dan mijn landschappen. Meestal maak ik schetsen in de natuur, maar dit keer had ik geen enkel plan, ik ben gewoon gaan schilderen. Het resultaat greep me. Onder mystiek versta ik: vanuit het gevoel. Sindsdien schilder ik vaker in die sfeer, zoals mijn laatste doek, ‘Stille kracht’. Vraag me niet wat het is, maar het is héél mooi. Bijna was ik ‘Mystiek’ kwijt geweest, toen een klant er interesse voor toonde, samen met een paar andere doeken. Ik ben bij hem thuis geweest en toen dit doek hing, heb ik gezegd: ‘Die andere kleurt hier beter.’ Dat was gelukkig ook zo, want ik had spijt dat ik ‘Mystiek’ meegenomen had. Het hangt nu in het museum; ik wil het nooit meer kwijt.”
Ton Schulten (Ootmarsum, 1938) is kunstschilder.
– Zit in 1954-1955 op het seminarie van de fraters in Oudenbosch.
– Volgt vanaf 1956 de Academie voor Kunst en Industrie in Enschede.
– Werkt van 1961 tot 1989 als reclamemaker.
– Kiest in 1989 voor het vrije kunstenaarschap.
– Krijgt in 1991 een zwaar auto-ongeluk in Tenerife.
– Neemt in 1989 samen met zijn vrouw het initiatief tot een galerie en in 1997 tot een eigen museum in Ootmarsum, dat in 2013 verhuist naar de huidige locatie. Het nieuwe museum wordt ingezegend door Antoine Bodar.
– Publiceert in 2000 Als de dag ontwaakt met theoloog Jurjen Beumer (Lannoo/Ten Have).
– Brengt in 2002 en 2011 boeken uit met gedichten van Willem Wilmink: Het beloofde land en Stille kracht (Lannoo).
– Wordt in 2004 door de Duitse kunstcriticus Hartmut Rau tot ‘Schilder van het consensisme’ gedoopt in zijn gelijknamige boek.
– Brengt dit jaar een boek uit met Anselm Grün, Betoverend licht (Ten Have).
– Werkt dit jaar mee aan de biografie Ton Schulten. Gedroomde werkelijkheid, geschreven door Wim van der Beek, naar aanleiding van een expositie tot 9 januari 2016 in Waanders In de Broeren in Zwolle.
Ton Schulten is getrouwd met Ank Lammerink. Meer informatie: www.tonschulten.nl.
Bovenstaand artikel werd eerder geplaatst in Volzin (nr. 12 van 2015).
Wat een bijzonder verhaal over een bijzondere man met een bijzondere missie! Voor mij spreekt er veel liefde en diepgang uit. Een zegening om Ton te leren kennen. Bedankt Frieda voor deze recensie.