“Ik ben opgegroeid in een Nederlands Hervormd gezin en mijn vader was predikant. De protestantse taal is mijn moedertaal, maar tegelijkertijd heb ik mij nooit alleen christelijk gevoeld. Ik ben maatschappelijk werker/therapeut geworden en heb me gespecialiseerd in hulpverlening bij de gevolgen van pesten, maar gaandeweg merkte ik dat mijn spirituele en mystieke kant aan mij ging trekken. Ik ben op zoek gegaan naar wat er in Nederland op dit vlak bestaat. Voor mij gaan spiritualiteit en religie altijd gepaard met innerlijk werk, maar dat miste ik in Nederland.
In 2007 ben ik naar New York gegaan. Bij het One Spirit Interfaith Seminary vond ik wat ik zocht. Dat is nog steeds mijn spirituele thuis. Deze opleiding heeft mij de tools gegeven om wie ik echt ben vorm te geven. Het is sindsdien altijd mijn wens geweest om iets dergelijks in Nederland op te zetten. Het doel van de leergang is dan ook om het gedachtengoed van interspiritualiteit te ondersteunen. Interspiritualiteit gaat over de opkomende stroming waarin mensen uit allerlei religies en wijsheidstradities hun kennis en ervaring willen delen en gezamenlijk nieuwe inzichten willen ontdekken.”
In 2012 werd je gediagnostiseerd met een levensbedreigende ziekte…
“Ja, mijn prognose was dat ik binnen een paar jaar zou komen te overlijden, maar ik ben nog steeds in remissie. Op dit moment is de prognose heel gunstig en ook wanneer de ziekte terug zou komen zijn er betere behandelmogelijkheden. Tijdens mijn ziekte merkte ik hoe het Seminarie mentaal levensreddend voor mij is geweest. Ik kon op hen terugvallen, waardoor ik de veerkracht had om door die tijd heen te komen en vertrouwen te hebben in de essentie van het leven.”
Wat is voor jou die essentie?
“Sinds mijn ziekte en door de opleiding aan het Seminarie ben ik mij er nog bewuster van geworden dat ik deel van het goddelijke ben. Als ik naar buiten kijk en die boom zie, dan zie ik ook mijzelf. Maar zodra ik daar woorden aangeef, ben ik uit die ervaring. Om er toch wat woorden aan te geven: het goddelijke is voor mij dat wat mij ademt en niet dat wat mij laat ademen. Ik kan niet zo goed het verschil verwoorden, maar het voelt voor mij anders. Ik moet denken aan de belofte die ik geschreven heb bij de afronding van mijn opleiding in New York. De Geliefde die zowel in mij, aan mij, buiten mij, door mij heen en anderen is en alles doordrenkt. Dat is niet te bevatten. Daar word je alleen maar stil van. In die stilte kun je er heel dichtbij komen. Als ik zeg: God, die mij doet ademen, dan blijf ik nog mens en afgescheiden. Als ik zeg, dat wat mij ademt, dan zijn er geen twee entiteiten meer. Dan ben ik één met alles, al heb ik natuurlijk wel mijn menselijke aard. En dat wat míj ademt, ademt heel de wereld.”
Komt jouw verlangen ten aanzien van de leergang die je ontwikkeld hebt uit deze ervaring voort?
“Ja, ik denk dat de wereld iets dergelijks echt nodig heeft en dat mensen er behoefte aan hebben. Alle religies en wijsheidstradities waarin het over het authentieke gaat, zijn het erfgoed van eeuwen. Alle wijsheid zit daar in. Als we kijken naar de tijd waarin wij nu leven, worden wij meer dan ooit geroepen om ons daar meer in te verdiepen. Na de Tweede Wereldoorlog is alles individualistischer geworden, met name hier in het Westen. Het blijkt dat dat niet meer kan. De basis is dat we bezig moeten zijn met wie wij echt zijn en hoe we met elkaar om willen gaan in deze complexe samenleving. Als we kijken naar de asielcrisis in ons land, dan heeft dat te maken met de afgescheidenheid die wij beleven. De afgescheidenheid van het goddelijke heeft ervoor gezorgd dat we ons zijn gaan afscheiden van anderen die niet op ons lijken.”
Wat bedoel je daar precies mee?
“Als je kijkt hoe de natuur in elkaar zit, dat is zo’n gigantisch wonder. Alles is zo op elkaar ingespeeld dat, als wij het als mensen niet verpesten, het voor zichzelf zorgt. Zo zijn wij ook, maar dat zijn wij kwijtgeraakt. In het jodendom wordt gezegd dat het paradijs versplinterd is geraakt in allemaal scherven en dat we alle scherven weer moeten zien te vinden. Die scherven vinden we in al die religies en daar vinden we ook hoe we het weer heel kunnen krijgen. Ik denk dat als we echt ter harte zouden nemen wat zowel Jezus, als Boeddha, als Mohammed in hun meest mystieke momenten, maar bijvoorbeeld ook de Dalai Lama en aartsbisschop Desmond Tutu, gezegd hebben, wij in staat zijn om de wereld te veranderen.
Dan is het niet meer nodig dat we hébben, maar dat we zíjn. Dan verdwijnt de afgescheidenheid. Alleen is het een immense opgave om vanuit de staat waarin wij nu zijn daar te komen. De vraag is natuurlijk of we dat gaan redden. Wij komen alleen maar in dat besef wanneer we dat nu al oefenen. We hebben het vaak over de evolutie alsof dat geweest is, maar we zitten er midden in, dus wij evolueren ook. Ook al maken we een vredelievende samenleving zelf niet meer mee in ons eigen leven, door ons heen vindt die evolutie plaats. We dragen bij aan deze evolutie door bezig te zijn met de wijsheid uit alle tradities. We hebben het echt nodig om anders te gaan kijken.”
Hoe kunnen we anders gaan kijken?
“Als je je werkelijk op een authentieke manier bewust bent van waar je deel van uit maakt, dan is het in mijn ogen niet meer mogelijk om een ander te veroordelen. Om het met het Zuid-Afrikaanse woord Ubuntu te zeggen: ‘Ik ben, omdat jij bent, ik kan niet zijn als jij niet kan of mag zijn.’ Hierbij moet ik denken aan het fragment uit de documentaire ‘Mission Joy’, waarin de Dalai Lama Desmond Tutu begeleidt in een boeddhistische meditatie en de Dalai Lama deelneemt aan het Heilig Avondmaal. Dat ontroert mij enorm.”
“Ik gebruik vaak de metafoor van de blinde mannen en de olifant. Dat is een beroemde gelijkenis uit India. Het gaat over zes blinde mannen die op hun levensweg tegen verschillende delen van een olifant aanlopen. Elke blinde man schept vervolgens zijn eigen versie van de realiteit, gebaseerd op zijn eigen beperkte ervaring en perspectief. Het goddelijke is die olifant en de blinde mannen zijn wij. Om die olifant dus te leren kennen moet je proberen aan zoveel mogelijk kanten die olifant te voelen. Voor mij geldt dat als je het goddelijke echt wilt leren kennen en je zo dicht mogelijk bij die beleving wilt komen, je er goed aan doet om alle paden van de verschillende wijsheidstradities en religies te bewandelen en te beoefenen. Omdat je alleen maar op die manier het goddelijke van verschillende kanten leert kennen en het meest complete beeld krijgt.”
Dat lijkt op reli-shoppen?
“Ik gebruik reli-shoppen als een geuzennaam. Als je een maaltijd bereidt, gebruik je toch ook verschillende ingrediënten? Maar ik vind het helemaal geen reli-shoppen. Het is niet zozeer dat ik er uit pluk wat mij goed uitkomt, nee, ik haal er uit wat mij zal helpen om mijzelf vrij te maken. Dat is een heel kritisch proces, want je eist het hoogste van jezelf om je als mens bewust te willen zijn van je ego en vrij te willen worden. Als ik daar een boeddhistische meditatie, een christelijk gebed en een sjamanistisch ritueel voor nodig heb, dan ben ik toch alleen maar bezig met het goddelijke? Dat zie je bij de Dalai Lama en aartsbisschop Tutu ook. Zij erkennen elkaar, spreken elkaars taal en omarmen elkaars rituelen.
Ik ben een keer bij een interreligieuze viering in het kader van de derde dinsdag in september in Den Haag geweest. Geweldig dat dat gebeurt, maar wat mij opvalt, is dat iedereen vanuit zijn of haar eigen traditie iets doet en er geen verbinding wordt gemaakt, het zijn allemaal eilandjes. Wat ik graag wil is dat we samen vieren en samen delen. Dus ik wil in de leergang met de groep bijvoorbeeld op de knieën naar Mekka gaan bidden en daarover met elkaar in gesprek gaan wat dat met ons doet.
De Belgische filosoof Libbrecht zei: ‘Als ik andere tradities wil leren kennen, moet ik mijn eigen rugtas thuis laten. Ik moet welwillend zijn om in die traditie te stappen en dan gaan ervaren wat dat met mij doet.’ Ik merk dat het ingewikkeld is om goed begrepen te worden door mensen die bezig zijn met de interreligieuze dialoog. Vaak vinden ze dat ik te ver ga. Sommigen vinden dat je bij je eigen traditie moet blijven. Zij denken dat het niet mogelijk is om je echt te verdiepen in alle tradities en dat je alleen maar een bepaald niveau kan bereiken als je je richt op één traditie. En natuurlijk, je moedertaal blijft je moedertaal, maar als je daar niets of niet voldoende meer mee hebt, dan zou je die olifant misschien eens van een andere kant kunnen bekijken. Overigens, het mystieke pad leidt door alle tradities heen.”
De leergang heet Al het Goede, waarom deze titel?
“Het is ontleend aan de uitspraak: ‘Al het goede komt van boven’ en het is ook een directe verwijzing naar alles wat met het goddelijke te maken heeft, met het mysterie van ons bestaan. Deze titel omvat al het goede in de wereld en het juiste doen, maar het benoemt ook dat het dogma-vrij is. Dit betekent dat we ons in de leergang vooral bezighouden met de authentieke beginselen van religies en wijsheidstradities, waarbij we erkennen dat daarin ook wel het een en ander fout is gegaan. We zoeken naar het goede, naar dat wat ons ondersteunt en dat wat inclusief, compassierijk en vredelievend is.”
Wat is het onderscheidende van de leergang ten opzichte van anderen opleidingen?
“Wat het onderscheidende is van deze leergang is dat de persoonlijke verdiepingsslag veel groter is dan in andere opleidingen. Mensen komen in aanraking met wijsheid en verschillende invalshoeken van tradities en religies. Maar ook de boodschap ‘je bent genoeg, je bent goed zoals je bent’ zorgt er voor dat mensen allerlei thema’s van zichzelf op een natuurlijke manier op hun plek kunnen laten vallen. In New York heb ik gezien dat dat vaak hele essentiële thema’s zijn. De rode draad in de leergang zijn de vragen: wie ben je echt en waar ben je voor bedoeld? Dat speelt ook door alle religies heen, dus ook door de leergang. In die zin is het een levensveranderend proces.
Ook onderscheidt de leergang zich in het gegeven dat iedereen welkom is, ongeacht vooropleiding of achtergrond. Het enige waar ik op toezie, is dat iemands visie moet stroken met de doelstelling van de leergang. Daarnaast is een zekere mate van mentale gezondheid een voorwaarde. Ik stel verder geen eisen, omdat ik er van overtuigd ben dat mensen met hun eigen persoonlijke mogelijkheden datgene er uithalen wat hen als persoon verrijkt. Mijn grote wens is dat de groep zo intercultureel mogelijk wordt. Het mooie van zo’n diverse groep is dat men leert van elkaar en elkaars achtergronden en elkaars taal leert spreken. Ik zie dan ook uit naar de Open Dag op 10 december waarop degenen die geïnteresseerd zijn elkaar kunnen ontmoeten en een idee kunnen krijgen over de ervaring die de leergang belooft te zijn.”
Waar hoop je op voor de komende tijd?
“Het blijkt dat wereldwijd in vijftig jaar tijd er een gigantische verandering heeft plaatsgevonden in het bewustzijn van mensen. Een halve eeuw geleden bestond het idee dat het zo niet langer kan nog nauwelijks, terwijl we ons er nu van bewust zijn. In elk land en in elke cultuur, ongeacht wat de eigenschappen van die cultuur zijn, blijkt die groep van ‘cultural creatives’ enorm toe te nemen. Echter, je krijgt dan eerst een periode van polarisatie. Daar zitten we nu middenin. De verwachting is dat het uiteindelijk gaat kantelen.
Ik vertrouw erop dat die evolutie die kant op gaat en daar bid ook voor. Ik hoop dat uit de jongere generatie en de toekomstige generatie wijsheid geboren wordt. Als je kijkt naar de beweging van Gretha Thunberg is dat hoopvol. Daar moeten we het van hebben. De vorige en huidige generatie zijn gewend geraakt aan een bepaalde manier van leven die moeilijk op te geven is. Daarom is die weerstand zo groot.
We denken dat we alles weten, maar we weten het helemaal niet. We weten niet meer hoe we hier uit moeten komen. Ik denk dat er echt iets gaat veranderen als we durven te erkennen dat we het niet meer weten, want dan verdwijnt het ego naar de achtergrond en komt er ruimte. Het is mijn hoop dat we daar samen met de jongere generatie bij kunnen komen. In dat niet-weten – wat een heilige staat van zijn is – liggen de antwoorden.”
Voor meer informatie is de website van Al het goede te raadplegen.