Kun je iets vertellen over je Inheemse achtergrond?

“Ik ben Mapuche Pewenche. De Mapuche zijn de mensen van de aarde, want ‘Mapu’ betekent aarde en ‘Che’ betekent mensen. De Pewenche gemeenschap is daarnaast een aparte gemeenschap binnen de Mapuche. De Pewen is een vrucht van de boom dus we zijn mensen van de Pewen boom. Mapuches zijn de oorspronkelijke bewoners van Chili en Argentinië, vroeger waren we een nomadenvolk.

De taal die we spraken veranderde per seizoen aangezien het land en landschap zo groot is. De taal was telkens eens weerspiegeling van de omgeving waar we waren. Onze taal heet Mapudungun, de Taal van de Aarde. Mapuche zeggen dat het niet hun eigen taal is maar dat ze het slechts lenen. We zorgen dat we door de taal beter in contact kunnen komen met dieren en de elementen. De klanken zijn direct overgenomen van geluiden uit de natuur.

Ik ben geboren tijdens de dictatuur en mijn moeder was zestien jaar toen ik geboren werd. Ze sprak zelf niet heel goed Spaans en haar ouders helemaal niet, wat ertoe leidde dat ik tien minuten na mijn geboorte ben gestolen door de maatschappelijk werkster uit het ziekenhuis. Er is veel racisme ten opzichte van rurale Mapuche gemeenschappen, wat ertoe leidde dat ik gestolen kon worden uit het ziekenhuis zonder toestemming of inspraak van mijn moeder. Haar is verteld dat ik doodgeboren was.
Daarna heb ik als baby moeten wachten om geadopteerd te worden. Ik kwam meteen in aanmerking voor de illegale handelsnetwerken voor interlandelijke adoptie, maar daar heb ik drie maanden zonder adequate verzorging op moeten wachten. Op het moment dat ik in Nederland aankwam, had ik nog steeds hetzelfde gewicht als bij mijn geboorte. Gigantisch ondervoed, gepaard met schurft ben ik zonder toestemming van mijn moeder meegenomen.

Toen ik zestien jaar was heb ik mijn moeder weer gevonden. Sindsdien heb ik een soort inhaalslag gemaakt van het leren kennen van mijn familie en de cultuur. Ik ben helemaal meegenomen met de levensvisie die mijn moeder uitdraagt. Ze is zelf politiek actief en op het moment dat ik haar leerde kennen was ze kandidaat voor het burgermeesterschap: de eerste vrouwlijke Inheemse kandidate van Latijns Amerika. Uiteindelijk trok ze zich terug omdat het racisme, inclusief militaire invallen en intimidaties, te groot was.

UNESCO hoorde van haar verhaal en heeft toen hulp aangeboden. Ze gaf aan te willen studeren. Door hun support heeft ze rechten en pedagogiek kunnen studeren in Zwitserland en Spanje. Dit was voor mij ook fijn, hierdoor was ze namelijk makkelijker op te zoeken. Tijdens onze gesprekken vertelde zij mij over ons verleden, heden en mogelijkheden voor de toekomst. Zo heb ik veel geleerd van de politieke systemen van de Mapuche, de Machi, een medicijnvrouw, en over de Toqui, de militaire leider. En over hoe de gemeenschap te zien in relatie tot de cosmovisie. Over het algemeen bestaat er binnen onze cultuur weinig autoriteit en is alles geregeld vanuit een collectief; de gemeenschap. Autonomie is echter als gemeenschap heel belangrijk. Je praat letterlijk niet als Mapuche voor iemand anders, dat is onmogelijk.”

Ervaar je dat de Inheemse levenswijze en manier van denken ook hier in Nederland uiting kan krijgen? Of wordt het nog steeds onderdrukt?

“Op mijn basisschool was veel racisme. Kon ik mezelf zijn? Absoluut niet. Wilde ik assimileren? Absoluut wel. Ik miste een gemeenschap om mij heen die net als ik zo verwonderd naar een boom kon kijken. Wilde ik Nederlands zijn? Ik weet niet of ik dat wilde, ik was gewoon erg op mezelf en het voelde alsof ik niet thuishoorde daar. Ik wilde gewoon zo snel mogelijk gaan reizen en de wereld zien. Mezelf voeden met andere zienswijzen.

Het duurde best lang voordat ik in contact kwam met gelijkgestemden. Ik kwam in contact met vrienden met wie ik Aralez heb opgericht. Daardoor is sinds 2020 de Century of Indigenous Liberation uit ontstaan in samenwerking met diverse Inheemse diasporagroepen uit verschillende delen van de wereld. Zo kunnen we ons ook beter verenigen. De manier waarop dat wordt gedaan is op een heel respectvolle, altijd intergenerationele manier. Dit resulteerde ook in heel veel gesprekken over de vraag: wat missen we in Nederland, in Amsterdam? Hier kwam ook het idee voor een cultuurhuis naar voren. Een plek waar we onze cultuur kunnen uitdragen. Voor het houden van ceremonies voor het doorgeven van onze cultuur en waarden. Dit kan een manier zijn voor het ontdoen van de koloniale sentimenten, van de trauma’s, van de pijn en haat die uiteindelijk ook blijvend is en intergenerationeel door werkt. Als je je ervan ontdoet, heb je daadwerkelijk bevrijding voor je toekomstige kinderen en jezelf.

De onderdrukking van manieren om onszelf te uiten heeft twee gevolgen. Ten eerste komt de Inheemse diaspora hier in Nederland wellicht niet goed tot volledige potentie. Het intergenerationeel trauma is nog niet geheeld. We wonen in een land van de voormalige kolonist. Energetisch kan dit zeker wat doen met onze spirituele en mentale mindset. Het wantrouwen naar de staat en overheden zit best diep. Dat is zeker niet zomaar op te lossen. De wond is intergenerationeel.

Ten tweede de buitenwereld. Er wordt nooit rekening gehouden met Inheemse diaspora en er is geen ruimte voor representatie. En de nadruk op nationaliteiten maakt dat we onvoldoende de culturele nuances zien.

Het is dus zowel intern als extern moeilijk voor de Inheemse diaspora om de eigen identiteit te omarmen. Dat is pijnlijk om te zien. Maar ik heb hoop op de collectieve bevrijding van deze koloniale structuren zodat het zich niet gaat herhalen.

Het valt me op dat projecten vaak draaien om erkenning van de Inheemse diaspora. Maar is er niet meer te vertellen, bijvoorbeeld dat Nederland heel veel kan leren van Inheemse culturen?
“Dat vind ik een hele mooie. Het is echt een soort mentale ‘hijacking’ dat je elke keer denkt dat je een slachtoffer bent. Dat zijn we ook en dat waren we. Maar ik merk dat in veel gemeenschappen hier veel nadruk op ligt. Het is gemeenschapsheling die momenteel nog steeds plaatsvindt. Dit is een proces wat niet alleen binnen Nederland moet plaatsvinden, maar tevens zich voordoet in andere delen van de wereld. Het helpt met reflectie en het vinden van een weg vooruit.

Maar er is ook een andere kant. Ik ben de eerste die zegt dat de tranen van het verleden niet mijn tranen zijn. Het ding is, ik kan daar een klein beetje van nemen, maar ik moet wel zelf door. Dat is die veerkracht die je eigenlijk ook wilt en die je wilt meegeven aan je eigen kinderen.”

Wat denk je dat een belangrijke barrière is om verder te komen voor Inheemse diaspora en om een volgende stap te zetten naar meer ruimte en erkenning en integratie van hun cultuur en identiteit in Nederland?

“Belangrijk blijft nog steeds het helingsproces binnen de Nederlands cultuur. In het algemeen wordt er in Nederland weinig stil gestaan bij het Inheemse leed. Maar het sluit wel aan bij wat ik eerder zei. Het is zo belangrijk dat we ons bevrijden. Maar ook voor onze voorouders. Dat zij door ons worden gezien en erkend. Als je echt kijkt naar Inheemse culturen zie je dat stilstaan bij leed een van de belangrijkste punten is. De kennisoverdracht, wat kunnen we doorgeven, daar ligt een van de meest belangrijke componenten: hoe werkt intergenerationele heling? Daarnaast is onze kennis vaak praktisch en oraal. Bijvoorbeeld in de landbouw valt heel wat kennis over te dragen. Nu maakt landbouw gebruik van monoculturen, wat desastreus is voor al het leven op aarde. Inheemse kennis kan hier essentieel zijn.

Je komt zo automatisch bij de kosmovisie uit: wat is het wat ons hier houdt en wat ons bindt? Wat is mijn purpose in life? Dit wordt sterk gerelateerd aan de voorouders. Dat is het zaadje wat ik nu nog aan het dragen ben. De voorouders zijn in dit geval de verhalen, kennisoverdracht en wijsheid die ik gelukkig ook nog van mijn oma mee mag maken. Je moet echter ook erkenning geven aan het leed, anders gaat het ook niet goed.”

Je noemt de kosmovisie. Kun je vertellen wat je daaronder verstaat?

Een kosmovisie is een zienswijze of wereldbeeld. Het is afkomstig uit voorouderlijke overdracht, dus als je het hebt over kosmovisie heb je het meestal over een aantal elementen. In heel veel Inheemse volkeren bestaat een eigen manier van denken, waar geschiedenis in terug komt. Waar komen we vandaan? Het scheppingsverhaal. Maar je ziet ook dat daar bij de kosmovisie de ‘relatie tot’ in voor komt. Je staat in relatie tot de mens, tot de natuur, tot de dieren, tot de bovenwereld, tot de voorouders en geesten, maar ook tot de onderwereld. In die zin is het heel mooi dat je verbintenis ziet als jouw menselijke entiteit in relatie tot anderen.

In het westen hebben we een hiërarchie: we staan boven dieren en boven de derde wereld. In onze eigen kosmovisie is dat niet mogelijk want ieder heeft zijn eigen taken, zijn eigen rol, ook de dieren, planten en elementen om ons heen. Het zorgt ook dat de balans ten alle tijden wordt gewaarborgd. Het is niet zozeer het streven naar geluk, maar het streven naar balans tussen verschillende gebieden in je leven en je relatie met de natuur.”

Dat is zeker een andere kijk op het leven dan die overheersend is in het Westen. Zie ik goed dat de oudere generaties misschien nog meer begaan waren met het koloniale aspect en het helen hiervan, en dat nu de focus misschien iets verschuift naar het omarmen en verspreiden van het Inheemse wereldbeeld?

“Ja, ik denk het wel. Ik was laatst bij een workshop omtrent activisme en dat heb ik toen ook genoemd, dat ik merk dat heel veel Nederlanders zó direct zijn. Ze zeggen dan: ‘Het gaat altijd over de dingen die je fout hebt gedaan’. Maar daar gaat het niet om. Dat merkte ik ook bij het idee van een cultuurhuis. Uiteindelijk gaat het niet over een fysieke plek. Het gaat erom dat zoiets wordt opgebouwd met de input van de gemeenschap. Als deze samenkomt en nadenkt over wat we er op zijn minst bij moeten hebben, dan krijg je uiteindelijk een adequaat cultuurhuis.

Ik ben zelf heel voorzichtig met vertellen met wat zou moeten, want dan gaat het fout. Je moet starten met: wij zouden graag een cultuurhuis hebben, hoe zou dit er uit moeten zien? Daar kun je over brainstormen. Dat gesprek vindt nu plaats. Van daar uit kunnen we in een soort gemeenschappelijkheid naar buiten treden en duidelijk maken wat we voor ogen hebben.

Hoe verloopt het contact tussen Inheemse groepen, met name binnen de Mapuche gemeenschap, zowel binnen als buiten Nederland?

“Vertrouwensproblemen heb je overal binnen Inheemse gemeenschappen, en dat is logisch gezien de geschiedenis. Dat moet je zien te overwinnen voordat je gaat samenwerken. Dat zie je ook bij culturen en groepen onderling. Ik geloof echt dat dat te maken heeft met de nasleep van kolonisatie, het heeft te maken met wat ons is aangedaan, wat in het verleden is gebeurd en hoe we proberen te helen. We willen ons ontdoen van dat soort sentimenten. De weg naar eenheid zie ik over het algemeen bij ouderen naar voren komen. Zij zien echt dat de jongeren het oppakken via de ceremonies en dan komen ze ook vaak.

Maar überhaupt het idee van een Inheemse diaspora is al lastig, zeker ook door alle verschillen die er bestaat. Sommige noemen zichzelf nog Indiaan, sommige hebben geen naam voor zichzelf. Ik kwam een Mongools meisje tegen en die zei: ‘We noemen ons gewoon nomaden. Hebben we een Inheemse naam? Ik zou het niet eens weten.’ Veel van de kennis en identiteit raakt dan ook verwaterd of verloren. Daarnaast is de terms ‘Inheems’ geen culturele identiteit maar een koloniale label die ons was opgeplakt om te kunnen dehumaniseren ter legitimatie van kolonisatie. Toch wordt deze term momenteel dus toegeëigend en wordt het gebruikt als coalitieterm om de verschillende volkeren te kunnen verenigen voor meer rechten, herstel en erkenning op internationaal gebied. Ik snap het wel als dit ons helpt met het hervinden van onze collectieve identiteit.”

Hoe ziet het toekomstbeeld van de Inheemse diaspora er uit? Denk aan omgang met elkaar, met andere groepen en de plaats in de maatschappij…

“Ik hoop dat mijn zoon van negen op een bepaalde manier veel meer lef heeft dan ik en dat hij veel meer kan doorpakken. Er zijn ook goede dingen aan de Nederlandse samenleving, soms is dat ‘pakken wat je pakken kan’. Dan denk ik aan het verhaal van Lautaro, een Mapuche die als jonge jongen was ontvoerd door een Spanjaard. Hij klikte met zijn gijzelaar en daardoor kon hij de Spaanse taal leren en kijken hoe het leger werkte en hun harnassen. Hij wist daarom ook precies waar de zwakke plekken lagen. Toen hij 18 was is hij gevlucht en heeft hij met die kennis de grootste invasie tegen de Spanjaarden gedaan, de Mapuche hadden dus een soort van Paard van Troje gecreëerd.

Ik hoop voor ons als Inheemsen, dat we beseffen dat er een reden is dat we hier zijn. Dat ieder zich toch strijdvaardig voelt. Dat we hier zijn, betekent ook dat we bepaalde bedrijven en systemen kunnen binnengaan met onze eigen waarden en onze identiteit. Ik stond onlangs in het kader van Fossielvrij bij ABP Pensioen op de Zuidas als spreker en ik heb ze daar op hun nummer gezet. Ik voelde me zo in mijn element, het was zo’n heling. Ze hadden me drie minuten gegeven maar ik had zoiets van ga weg, ik blijf op het podium. We zijn nu in Nederland dus ik pak gewoon de minuten!

Op dat soort momenten moet je het doen, anders wordt er over je heen gelopen…

“Ja! Dus die bescheidenheid die sommige Inheemse mensen hebben kan dus gepaard gaan met de graaicultuur zolang het ten behoeve is van je eigen gemeenschap, van je eigen cultuur. Dat betekent vooral dat we het spel van de kolonist moeten leren. Het is niet assimileren, maar je moet wel weten wat de spelregels zijn. Dat is een noodzakelijk overlevingsmechanisme. Aan het einde van de dag hoop ik dat we goede, nieuwe strijders krijgen die het stokje overnemen en die per ongeluk rechten hebben gestudeerd, zodat ze zich goed kunnen verweren en kunnen bijdragen aan het dekolonisatieproces. Dat betekent niet dat je ze enkel de taal van boosheid moet aanleren, maar dat je moet weten hoe je het spel moet spelen.”

In de aanloop naar Indigenous Liberation Day op 12 oktober 2022, publiceerde NieuwWij.nl een serie interviews van Aralez, een pan-dekoloniaal netwerk in Amsterdam. Dit zijn interviews met mensen vanuit de Inheemse diaspora in Nederland, afkomstig uit Chili, de Filipijnen en West Papua. Dit interview hoort in deze reeks en is oorspronkelijk gepubliceerd op 22 september 2022 en opnieuw geplaatst in het kader van de Nieuw Wij Winterherhalingen.

Over netwerk Aralez
Aralez is een pan-dekoloniaal netwerk en een organisatie in Amsterdam die zich bezighoudt met educatieve projecten, campagnes, festivals, lezingen, panels en actievoeren. Dit doen we samen met diverse grassroots organisaties, diaspora en activisten ter bevordering van dekolonisatie en herstel.

1653900953457

Maup van de Kerkhof

Maup van de Kerkhof is freelance essayist en onderzoeksjournalist.
Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.