‘Yu di Kòrsou’ zijn de afsluitende woorden in de korte biografie van journalist Natasja Gibbs op de site van Radio 1. Deze presentatrice van De Nieuws BV eert daarmee haar roots als ‘kind van Curaçao’. Jarenlang bracht zij als correspondent op de eilanden en als coördinator van het Caribisch Netwerk (NTR) nieuws vanuit het Caribische deel van het Nederlands koninkrijk naar het Europese deel. Deze zomer stapte ze over naar BNNVARA om de dagelijkse show De Nieuws BV te gaan presenteren op Radio 1.

Natasja Gibbs spreekt zich al jarenlang achter – en ook steeds meer voor – de schermen uit voor meer diversiteit in de media en tegen machtsmisbruik en discriminatie op de werkvloer. Samen met negen vrouwelijke, bi-culturele mediamakers nam zij het initiatief tot het opstellen van een manifest, waarin zij een aanklacht doen tegen racisme en discriminatie in de media en oproepen tot het oprichten van een Media Meldpunt Racisme & Discriminatie.

Jij zet je binnen de media al jaren voor en achter de schermen in voor meer diversiteit. Hoe is dat zo gegroeid?

“Ik ben ooit in de journalistiek gaan werken om ongelijkwaardigheid en misstanden in onze samenleving aan de kaak te stellen. Dat is de journalistieke kern van waaruit ik opereer. Ik heb aan den lijve ondervonden hoe moeilijk het is de journalistiek binnen te komen. Ik heb veel omwegen moeten maken voordat ik kansen kreeg. Ik heb bijvoorbeeld noodgedwongen mijn expertise gemaakt van mijn Caribische achtergrond en het Caribische deel van ons koninkrijk, want die expertise bestond nog nauwelijks. Vanaf dat moment kon ik veel vaker aanschuiven aan allerlei tafels, maar misschien had ik wel liever gestart op een economieredactie. Maar in dat plaatje paste ik niet.

Er gaan in het huidige mediasysteem zoveel perspectieven en potentie verloren. Dat is een groot verlies van kwaliteit voor de journalistiek. De verslaglegging van het Caribische deel van ons koninkrijk is daar een schrijnend voor beeld van. De kennis op nieuwsredacties ontbreekt op zoveel fronten: verslaggevers worden er kort heen gestuurd om een situatie te doorgronden, maar dat kan helemaal niet in een paar dagen tijd. Dan sluipen er veel sneller gemeenplaatsen, vooroordelen en fouten in de berichtgeving. Daarnaast vind ik het problematisch dat onder het mom van ‘professionaliteit’ en ‘betrouwbaarheid’ in Hilversum vaak de voorkeur gegeven wordt aan Nederlandse correspondenten in het Caribisch deel van het Nederlands koninkrijk in plaats van te investeren in de journalistieke talenten onder de eilanders zelf. We projecteren onze eurocentrische blik op de rest van de wereld en zelfs op onze eigen Caribische koninkrijksgenoten.”

Is er de afgelopen tijd meer ruimte gekomen om je uit te spreken tegen racisme en discriminatie binnen de media?

“De wereldwijde Black Lives Matter protesten hebben daar in de afgelopen maanden een zwieper aan gegeven. Dat gaf mij ook een extra boost om me nog steviger uit te spreken over het gebrek aan diversiteit in de media. Want hiervoor was de backlash op veel redacties nog behoorlijk groot. Een deel van de collega’s vindt het gezeur en vermoeiend en begrijpt het probleem niet. ‘Jij zit er toch?’ Zeggen ze dan.

DeNieuwsBV 0312
Natasja Gibbs Beeld door: Tom Cornelissen/BNNVARA

Ik word sinds BLM regelmatig gevraagd om aan te schuiven over dit onderwerp bij verschillende mediaplatformen. En we praten er als zwarte en bi-culturele mediamakers onderling vaker over en dat is heel belangrijk. Ik voel me daardoor veiliger om me meer uit te spreken. Dat leidde onder meer tot de samenwerking met negen andere bi-culturele vrouwen in het opstellen van een manifest dat inmiddels door meer dan zeshonderd mediamakers is ondertekend.”

Hoe combineer je jouw actieve inzet voor meer diversiteit in de media met journalist zijn?

“Ik stapte deze zomer over van de NTR naar BNNVARA. Daar wordt van makers en presentatoren verwacht dat ze betrokken zijn bij de samenleving en zich uitspreken over onderwerpen. Bij BNNVARA krijg ik steun en ruimte om mij naast mijn werkzaamheden voor De Nieuws BV ook in te zetten voor meer diversiteit in de media en mij uit te spreken tegen racisme in de samenleving.”

Dat wordt omarmd?

“BNNVARA is een omroep die standpunten inneemt en waar ze iemand met mijn overtuiging en activisme omarmen. Ik kan als journalist mijn werk hierdoor beter doen. Er wordt bijvoorbeeld niet aan mijn journalistieke competenties getwijfeld als ik als zwart persoon naar de Dam ga om te protesteren tegen institutioneel racisme. Dat ligt bij sommige omroepen wel anders. Zij zien het in actie komen voor gelijkwaardigheid als een politiek standpunt. Zeker wanneer dat in combinatie is met zwart of bi-cultureel zijn. Ons uiterlijk is geen politiek standpunt. Dat is een ernstige denkfout en eentje die ik zorgwekkend vind als we zo naar de maatschappij kijken.

Ik vind het kwalijk dat juist mensen die opkomen voor gelijke rechten gepolitiseerd worden als activist. Zij worden samen met hetgeen waarvoor zij in actie komen in een vakje geduwd waardoor hun verzet aan waarde verliest. Op redacties gebeurt dit ook. Dan zeggen collega’s dat je ‘te activistisch’ bent. Dit is een slinkse wijze om bepaalde argumenten die je op tafel legt tijdens een pitch onderuit te halen.

Ik interviewde onlangs Ingeborg Beugel. Zij is correspondent in Griekenland en zij schrijft veel over de wantoestanden in vluchtelingenkampen zoals Moria op Lesbos. Zij koppelt activisme juist aan journalistiek. Je ziet onrecht, waarvan je wilt dat een breder publiek op de hoogte raakt. Het is belangrijk om het over de betekenis van het woord activisme te hebben, want nu wordt het vaak uitgelegd als een emotionele toestand zonder rationele en feitelijke basis. Maar dat hoeft niet het geval te zijn. Het gaat erom dat je iemand vraagt waarom een persoon op een bepaalde manier naar een onderwerp kijkt en in hoeverre dat bijdraagt aan de kwaliteit van de journalistiek die diegene bedrijft. Je mag ervan uitgaan dat als iemand als journalist werkt en daar een vakopleiding voor heeft gevolgd dat deze persoon zorgvuldig werkt.”

Heb jij zelf meegemaakt dat collega’s jou ‘te activistisch’ vinden?

“Tijdens de zwarte-pietendiscussie – wat gelukkig steeds minder een discussie is – werd dat vaak gezegd. Ik kwam bijvoorbeeld in opstand tegen de neiging om radicaal rechtse personen tegenover mensen te zetten die pleitten voor een inclusief Kinderfeest. Ik werd dan snel partijdig gevonden door sommige collega’s. In het begin vond ik dat lastig en twijfelde ik hoe hiermee om te gaan. Kan je überhaupt een keuze maken als het gaat om gelijkwaardigheid? Gelijkwaardigheid draait om wetten en regels die we samen als samenleving hebben afgesproken en niet alleen om het zogenoemde activisme van één journalist.

Ik werd ook wel activistisch genoemd, omdat ik als fel werd ervaren als ik mijn standpunten uitlegde. Maar als ik daarop terugkijk realiseer ik me dat mijn standpunten te bedreigend waren voor de standpunten van degene tegenover mij op de redactie.”

Wat voor rol speelde jouw kleur en afkomst bij in hoeverre collega’s jou als activistisch bestempelden?

“Wanneer je als zwarte vrouw een gesprek aangaat over racisme dan is er snel de aanname dat jij daarop wel lichtgeraakt zal reageren. Dat uitte zich ook in de vorm van ‘grapjes’ als het hierover ging in de trant van: ‘oh dat mag ik vast niet zeggen he’ Of: ‘Pas op, Natasja luistert ook mee.’ Of: ‘Ik zie je al zuchten.’ Dat soort opmerkingen zijn ondermijnend. Mensen gaan er dus al vanuit dat je lichtgeraakt zult reageren op een onderwerp waarvan ze vinden dat je er niet objectief instaat; dat jouw emotie en jouw kleur hen in de weg zit om een gesprek te voeren over het vak.”

DeNieuwsBV 0236
Natasja Gibbs Beeld door: Tom Cornelissen/BNNVARA

Hoe zou jij activisme definiëren?

“Activisme is geen way of life wat mij betreft. Je bent geen activist: je onderneemt vaker of minder vaak actie om iets ten goede te proberen te veranderen. Het manifest dat oproept tot een Media Meldpunt Racisme & Discriminatie zie ik als een beweging die racisme op redacties wilt tegengaan en meer diversiteit in de journalistiek wilt brengen. Er zijn allerlei vormen van activisme: je kan ook jouw bazin een brief schrijven of een petitie starten.”

Er zijn nog steeds veel journalisten die denken dat je ‘neutraal’ of ‘objectief’ de realiteit kan verslaan als journalist of medium. Zij hebben moeite met wat zij zien als activistische journalisten. Dat zou niet samengaan. Hoe sta jij daar tegenover?

“De realiteit ís dat de samenleving verandert. De realiteit ís dat er ongelijkheid is in de samenleving. Dat moet je dus erkennen als journalist, want dan pas kan je er goed over schrijven. Activisme en journalistiek sluiten elkaar dus niet uit. Activisme kent natuurlijk vele vormen; er zijn verschillende manieren van in actie komen. Maar om het manifest weer als voorbeeld te nemen: er zijn allerlei zienswijzen over hoe je het beste racisme op mediawerkvloeren kan bestrijden en hoe je in actie kan komen voor meer diversiteit op redacties. Daarover zijn we ook met allerlei mensen in gesprek. Maar het manifest gaat uit van de bewezen ongelijkwaardigheid in de samenleving en van het bestaan van institutioneel racisme in de media. Daarover hoef je dus niet in discussie te gaan.

We staan juist als journalisten midden in de maatschappij. Wat er in de maatschappij gebeurt raakt ons. Eén van mijn mentoren in de journalistiek zei ooit: ‘als je niet meer geraakt wordt door wat er in de maatschappij gebeurt dan moet je stoppen met het vak.’”

Het was opvallend om te zien hoe op het manifest werd gereageerd en dan vooral op de oproep om meldingen van discriminatie te registeren en een Media Meldpunt Racisme en Discriminatie op te richten. Er zijn vele meldpunten discriminatie voor allerlei werkvelden waar weinig aandacht voor is vanuit mediamakers. Waarom hebben journalisten het juist zo moeilijk met dit Media Meldpunt?

“Journalisten vinden dat ze gutmenschen zijn. Ze zijn overtuigd van hun goede intenties en kritische blik. En dat is wellicht vaak ook zo, maar daar hoort een belangrijke verantwoordelijkheid bij. Namelijk kritisch zijn op jezelf, jouw werk en op de systemen waarbinnen je werkt. Ik vind het frustrerend dat collega-journalisten bakken met energie steken in het analyseren van het gebrek aan diversiteit en inclusie in andere werkvelden. Richt die energie eens op jezelf en het vakgebied waarbinnen je zelf werkt. We moeten bereid zijn onszelf als media(makers) net zo kritisch te onderzoeken als dat we dat bij andere onderwerpen doen.”

Zijn media wel in staat om zichzelf te onderzoeken en te reguleren?

“De slager kan zijn eigen vlees niet keuren. Het gebrek aan diversiteit in de media laat dat onmiskenbaar zien. Er zijn tientallen jaren van commissies, werkgroepen en gepraat geweest, maar er is weinig veranderd. Media zijn nog steeds homogene clubs met onveilige werkomgevingen.

Ik begrijp ergens wel dat er op het begrip ‘meldpunt’ heftig wordt gereageerd. Maar wat we daarmee eigenlijk willen zeggen is: ‘we hebben hulp van buitenaf nodig.’ We zijn niet in staat tot zelfregulering. We hebben systemen nodig die dit blijven controleren en corrigeren. Dus misschien moeten we wel af en toe een arbeidsinspectie over de vloer hebben. Het past juist bij de journalistiek dat je op allerlei manieren ook zelf als beroepsgroep wordt bevraagd. Het is vreemd dat wij als enige macht eisen dat we niet gecorrigeerd mogen worden. En natuurlijk bedoel ik daar niet mee dat onze woorden gecontroleerd moeten worden; dat de persvrijheid in die zin aangeraakt wordt. Het gaat er dan om we ons werk veilig genoeg kunnen doen.”

Ben jij een Stoorzender of word je tot Stoorzender gemaakt?

“Toen ik klein was moesten we soms aan knopjes draaien om het beeld weer goed te krijgen als onze televisie weer eens stoorde. Met andere woorden: je gaat pas storen als er misstanden zijn in de samenleving. Wanneer iemand mij wegzet omdat ik gekleurd ben, letterlijk en figuurlijk, dan laat hij me geen andere optie dan te gaan storen. Diegene maakt mij tot stoorzender, omdat ik zijn ideeën in de weg zit. Terwijl, we hoeven elkaar helemaal niet in de weg te zitten.”

Vorig jaar bracht ik voor Nieuw Wij een ‘Ode aan de Stoorzender’ over het moeilijke pad dat stoorzenders vaak afleggen. Ik wil je een paar zinnen uit deze ode voorleggen.

Jij bent vaak eenzaam. Niet ‘één van ons’. ‘Je hebt geen humor’. ‘Je doet altijd zo moeilijk’.

“Ik voel me nu op mijn plek, maar ik heb me erg eenzaam gevoeld op verschillende redacties. Je wordt steeds als uitzondering gezien. Als iemand die vooral interessant is als er dan een keer een ramp plaatsvindt in het Caribisch gebied. Of als het gaat over opgroeien zonder vader.

Het is ook eenzaam om altijd de enige te zijn die een bepaald standpunt of perspectief vertegenwoordigt in gesprekken over de inhoud van programma’s.”

DeNieuwsBV 0013
Natasja Gibbs Beeld door: Tom Cornelissen/BNNVARA

Hoe ging je daarmee om?

“Het is belangrijk om mensen op te zoeken die open staan voor meerdere perspectieven en bij wie je jouw verhaal kwijt kunt. Denk daarbij ook aan mensen die al langer in het vak zitten. Het kan helpen om eerlijk te zijn en je kwetsbaar op te stellen door te vertellen wat het met je doet en hoe het je belemmert om je werk goed te doen.

Maar als je echt in een giftige omgeving zit: stop ermee. Want al die ervaringen sla je op. Zoek dan een ander pad of een andere plek. En als je dan vertrekt zet de redenen daarvan zwart op wit. Ga niet met stille trom weg.”

Jouw toon zou te hard zijn of juist weer te zacht.

“Je hebt natuurlijk altijd mensen die jouw toon te hard vinden en andere mensen vinden jouw toon weer niet hard genoeg. Dat hoort erbij wanneer je je uitspreekt over onrecht. Ik weet dat mijn toon precies goed is. Mijn toon is zuiver.”

Jouw lied van verandering boezemt angst in bij hen die stilstaan.

“Ik begrijp nu dat mijn komst op redacties sommige mensen zenuwachtig maakte. Zij wilden weten aan welke kant ik stond en hoe ik te werk zou gaan. Ze wilden weten op welke manier ze mij aan hun kant konden krijgen of buitenspel konden zetten. Hun gedrag richting mij zorgde voor zelftwijfel: ‘doe ik niet te moeilijk, praat ik niet te veel, ben ik niet te zwaar op de hand.’ Maar nu weet ik dat er niks mis was met mijn manier van zijn en doen en dat ik een goede journalist ben. Het was mijn tijd voor die mensen nog niet, ik was een bedreiging voor hun positie.”

Laten we samen zingen. Jouw lied meerstemmig maken.

“Als we met zijn allen onze stem laten horen, kan je niet om ons heen. Maar het is ook de beste manier om te helen. Zo kunnen we elkaar zien, onszelf zien en die erkenning voelen. En kan je met zekerheid over jezelf zeggen: ik ben de moeite waard. Ik mag voor mezelf opkomen. En ik zie het als onze verantwoordelijkheid als alweer wat oudere generatie journalisten. Wij moeten onze stem laten horen, opdat jongere generaties weten dat ze er niet alleen voor staan.”

Dit interview is oorspronkelijk gepubliceerd op 8 december 2020 en is opnieuw geplaatst in het kader van de Nieuw Wij Zomerherhalingen 2021.

U kunt gratis verder lezen

Klik deze melding weg via het kruisje. Maar goede artikelen schrijven kost geld. Steun daarom onze schrijvers en word al vanaf € 5 per maand Vriend/in van Nieuw Wij.

Ik lees eerst het artikel verder.
Zoë-4-kopie-mini

Zoë Papaikonomou

Schrijfster, onderzoeksjournaliste en docente

Zoë Papaikonomou is schrijfster, onderzoeksjournaliste en mediadocente. Haar werk is gericht op diversiteit, inclusie en …
Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.