De zonnige lenteochtend is een prima decor voor het fraaie pand aan de Louiseweg 12 te Nijmegen. Mijn gastheer en gesprekspartner Saïd Tahri begroet me hartelijk. Hij is één van de negen persoonlijk begeleiders bij Stichting Moria. Een rustige, intelligente jongeman van 32 jaar. Tijdens ons gesprek heeft hij het doorlopend over ‘wij, onze jongens, de huisgenoten’. Stichting Moria haalt jongens tussen 18 en 30 jaar uit een neerwaartse spiraal van negativiteit en criminaliteit. Geen stigma’s hier, iedereen is gelijkwaardig en verdient respect. Iedereen heeft recht op een eigen plek bij Moria. En dat Moria is geen fictieve plaats uit een boek van Tolkien, maar refereert aan heilige grond voor christenen, Joden en moslims, de Tempelberg in Jeruzalem.

Saïd Tahri, dat klinkt niet Nederlands…

“Dat klopt, mijn ouders komen uit Marokko. Zij kwamen met de eerste golf gastarbeiders naar Nederland om een beter bestaan op te bouwen en vestigden zich in Nijmegen. Mijn vader kreeg een baan bij de Gazelle fietsfabriek in Dieren. In 2006 is hij onverwachts overleden tijdens een vakantie in Marokko. Mijn moeder zorgde voor mijn vier jaar oudere broer en mij, maar heeft ook veel buitenshuis gewerkt. De langste tijd bij de firma Hartmann in Nijmegen. Ze werkt trouwens nog, alleen niet meer in loondienst. Met haar 63 jaar is ze een actief en toegewijd vrijwilligster in een verzorgingstehuis. Ik ben met de Koran opgevoed en spreek Marokkaans en Arabisch. Mijn vader was een streng gelovig man. Mijn moeder was en is veel ruimdenkender. Zij stimuleerde ons om het geloof zelf te verkennen. Ik voel me moslim, maar sta open voor mensen met een andere visie op het leven. Je geloof maakt geen goed of slecht mens van je. Dat doen je gedachten en je daden.”

Hoe kwam je in het maatschappelijk werk terecht?

“Na mijn MAVO-opleiding aan het Montessori College wist ik niet zo goed wat ik wilde. Ik ben een beveiligingsopleiding in Boxmeer gaan doen. Het werk lag me niet echt: veel routinematig bezig zijn en weinig uitdaging. De opleiding Facilitaire Dienstverlening die ik daarna bij het ROC Nijmegen ging volgen, was breder. Tijdens de studie werkte ik als medewerker Beveiliging in de parkeergarages in Nijmegen. Dat was commercieel en resultaatgericht. Na het behalen van mijn diploma in 2007 ben ik bij de Pompestichting als medewerker Beveiliging en Communicatie aan de slag gegaan. Ik hield toezicht op veiligheidsprocedures en bemande de frontdesk. Er was regelmatig direct contact met een aantal gedetineerden. Gaandeweg begon ik me voor het verhaal achter deze mensen te interesseren. De kiem voor maatschappelijk werk was gelegd.
In de Pompekliniek merkte ik dat er vaak geen rekening gehouden werd met de diversiteit aan culturele gebruiken en gewoonten van de gedetineerden. Je zou kunnen zeggen dat de maat genomen werd volgens West-Europese criteria. Dat zorgde regelmatig voor frustratie en onduidelijkheid over en weer. Het schortte aan het elkaar daadwerkelijk bevragen en open ontmoeten. Het was niet zozeer onwil, meer gebrek aan kennis. Er ontstond respect-problematiek: ‘Als jij me niet met respect behandelt, doe ik dat ook niet bij jou!’ Straat- en burgercultuur namen stelling tegenover elkaar. Respect bleek geen eenduidig begrip. Ik begon daar op te letten en hoewel ik nog bewaker was, gingen mijn gedachten richting een contextuele HBO opleiding. Ik wilde bijdragen aan meer wederzijdse kennis en begrip. In 2008 werd ik geattendeerd op Maatschappelijk Werk en Dienstverlening bij Hogeschool Arnhem Nijmegen: “Dat lijkt me echt iets voor jou!” Dat was het ook, maar werken en studeren bleek erg zwaar. Ik hield vol en merkte dat ik tot mijn recht begon te komen. Sinds augustus 2012 werk ik als persoonlijk begeleider, redactielid en sportbegeleider bij Stichting Moria.”

Waarom juist Moria?

“Behalve dat ik in Nijmegen kon blijven, trok het kleinschalige me. Bovendien kon ik ook mijn ervaringen bij de Pompestichting inzetten. Stichting Moria vangt (ex-)gedetineerde jongeren op en helpt ze bij verwerking van hun ervaringen en terugkeer in de maatschappij. De samenleving staat over het algemeen niet te trappelen om deze jongens weer op te nemen. Door opvang, persoonlijke begeleiding, voorlichting en onderricht willen wij samen met onze jongens aan een nieuw toekomstperspectief werken. Dat is geen vrijblijvende vakantie, dat betekent volmondig ‘ja’ zeggen tegen het resocialisatieplan dat per individuele bewoner wordt opgesteld. We leveren maatwerk. Iedereen is toch ook uniek? Behalve met persoonlijke eigenschappen, krijg je ook te maken met culturele verschillen. Dan is het goed daar weet van te hebben en rekening mee te houden. Voorheen hadden we nogal wat jongens van Marokkaanse en Turkse afkomst in de groep. Nu zijn het meer Afrikaanse jongeren. We stellen een dagindeling op die bij ze past en nemen de tijd om op respectvolle wijze te ontdekken wat voor vlees we in de kuip hebben. Er is ook veel fysieke inspanning, variërend van klusjes in en om het huis tot aan buitenshuis aan het werk en sporten. We begeleiden onze jongens heel rustig maar gericht naar inzicht in het eigen gedrag. Zowel wat hun verleden betreft, als in de dagelijkse praktijk hier bij Moria. Ze ontdekken hun talenten en mogen die inzetten. Ze leren verantwoordelijkheid te nemen voor eigen woorden en daden. De nadruk ligt op gericht en samen.”

Hoe belangrijk is erkenning van de buitenwacht?

“Positieve, blijvende verandering voor onze jongens is het primaire doel. Dat we goed op weg zijn, bewijst het feit dat we nu ook HKZ-gecertificeerd zijn. HKZ staat voor Harmonisatie Kwaliteitsbeoordeling in de Zorgsector. Dit certificaat geeft aan, dat een instelling voldoet aan vooraf vastgestelde kwaliteitsnormen zoals een goede organisatiestructuur en het welzijn van de cliënt centraal stellen. Financieel voldoen we aan alle gestelde eisen en bovendien werken we continue aan verbetering van ons programma. Dat certificaat is drie jaar geldig. We moeten jaarlijks kunnen aantonen dat er continu aandacht is voor het verbeteren van de kwaliteit binnen Moria. Na drie jaar worden we opnieuw doorgelicht en wordt hopelijk het keurmerk verlengd. We zijn dit jaar ook voorgedragen voor de nationale Compassieprijs. Het gaat niet om die prijs, maar om de waardering voor ons werk. Het is prachtig, dat mensen ons steunen en vertrouwen hebben in onze aanpak. De huidige politieke en maatschappelijke ontwikkelingen in de zorg zijn niet rooskleurig. Het is ook niet eenvoudig, maar het is een voorrecht dat wij op onze manier voor een positief geluid zorgen, dat opgepikt wordt. Het gaat niet allemaal bergafwaarts.”

Werk of roeping?

“Ik ben praktiserend moslim. De Koran, maar ook de heilige boeken van andere levensbeschouwingen, zijn een onuitputtelijke bron van inspiratie. Ik gebruik de verhalen ook om bepaalde thema’s te verduidelijken. Of om jongens op een positieve wijze met hun manier van denken en hun handelen te confronteren. Maar dat is natuurlijk maar één kant van mij. Mijn opvoeding, opleiding en kijk op de wereld, alles doet mee. Nee, het is niet alleen werk, het is een roeping. Ik wil jongens, die in de problemen zijn geraakt, daadwerkelijk zien en horen als mens en ze een helpende hand toesteken. Op een duidelijke, maar respectvolle manier met ze omgaan. Dat betekent in hun resocialisatieproces ook veel structuur bieden, krachtig optreden en ze wijzen op hun verantwoordelijkheid. Persoonlijke en creatieve ruimte geven is daarbij net zo belangrijk. En de mogelijkheid voor eigen positieve inbreng. We gaan samen op weg, samen het avontuur aan.
Roeping komt vanuit een bron, die zowel de koers aangeeft alsook energie levert om vol te houden. Mijn geloof is mijn bron, maar ik wil niemand bekeren tot de islam. Geloof verzet bergen, Moria ook. Eind vorig jaar hebben we het Offerfeest gevierd. Ik mocht ze vertellen over de historische berg Moria en de connectie met het heden. Ik kon via het verhaal van Abraham verbindingen leggen naar de drie monotheïstische religies en dat koppelen aan hun eigen verhaal: waarom zouden zij geen tweede kans in het leven krijgen zoals Abraham? Dit betekent ook offers brengen. Ook zij zouden het oude achter zich moeten laten om het nieuwe aan te kunnen gaan. We hebben een bijzonder samenzijn met Kerstmis gehad. We hebben stilgestaan bij het bij elkaar komen als familie, bij de geboorte van een kind en dan speciaal bij de geboorte van Jezus. De link naar onze jongens was snel gelegd: tevergeefs aankloppen en nergens een plaats krijgen. We hebben toen een mooi programma samengesteld: een zelfgemaakt gedicht voorlezen, een film vertonen, vertellen over de cultuur eigen rituelen met de kerstdagen, lekker eten en drinken. Het was bijzonder. Dat is dan echt samen delen. Wie je ook bent, waar je ook vandaan komt.”

Je bent ook redactielid en sportleider

“Ik vind het mooi om de gezamenlijke ervaringen te schrijven en dat te delen. Dat gebeurt meestal via de Moria-website en ons magazine. Ik wil creatief en actief betrokken, niet enkel maar uitvoerend bezig zijn. Ik ben een soort grote broer, maar zonder mijn professionaliteit uit het oog te verliezen. Ik neem de tijd om samen met de jongens te ontdekken waar hun talenten en krachten liggen. We zijn met een kleine groep in training gegaan om goed voorbereid deel te nemen aan  loopmanifestaties. Het is een activiteit die zoveel meer oplevert dan een betere conditie: motivatie, samenwerking, structuur en discipline, samen afzien maar ook overwinnen, het werkt! We winnen graag, wie niet, maar het gaat om het samenwerkingsproces. De focus is en blijft de terugkeer van deze jongens in de maatschappij. Het is ontroerend, wanneer iemand ons huis verlaat en succesvol bezig is. Regelmatig zie je ook dat deze jongens ook iets terug willen doen voor anderen, die in een soort zelfde positie zitten als waar zij vandaan gekomen zijn. We zijn trots op onze jongens!”

Waar droom je van?

“Ik heb het goed naar mijn zin bij Moria, dus blijf ik voorlopig hier. We werken met een jong team en een dynamisch programma. Wat voor verbetering vatbaar is, pakken we aan. De collega’s zijn prettig in de omgang en ja, het is in Nijmegen! Voor mij geen kantoorbaan. Het is geweldig mooi om een bijdrage te leveren, hoe klein ook, om een mensenleven een positieve wending te geven. Ik wil mensen blijven inspireren en verbinden vanuit hun eigen kracht en uniekheid. Als je respectvol en eerlijk met elkaar omgaat, kan er veel gezegd en gedaan worden. Als ik dan één droom moet noemen, dan is het dat ik ooit nog filosofie wil studeren. Om die kennis te delen voor de klas. Ik ben me aan het oriënteren bij de Universiteit van Utrecht.”

Oprechte belangstelling en persoonlijke aandacht

Na het prettige gesprek kreeg ik een rondleiding door het huis en over de daarbij horende gronden. De buitenlucht en rust doet ieder mens goed. Een ploeg werkers keerde terug voor de lunch: onder leiding van een begeleider hadden de ploeg in het bos gewerkt. Deze meestal door Justitie naar Moria doorverwezen jongeren voelen zich hier goed op hun  plaats. De sfeer is rustig en gemoedelijk. Dat zal het niet altijd zijn, maar het ademt hier een echt  ‘samen’ uit. Saïd Tahri heeft passie voor zijn werk en zijn cliënten. Er wordt met elkaar gesproken, niet gevochten. In 20 jaar tijd is er geen noemenswaardige escalatie geweest. Zelfs verhitte woordenwisselingen vinden er nauwelijks plaats. Op dit moment wonen er 15 jongens, maar er zijn plannen om op niet al te lange termijn aan 24 jongens onderdak te kunnen bieden. Het team begeleiders is jong en dynamisch en samengesteld uit evenveel vrouwen als mannen. Elk teamlid is verantwoordelijk voor 2 a 3 jongeren. Het is de vraag of behalve de werkwijze, ook de kleinschaligheid niet wezenlijk ten grondslag ligt aan het succes. Of groter worden geen bedreiging vormt voor de rust, overzichtelijkheid en goede resultaten die team en  zijn bewoners tot nu toe behalen, zal de toekomst uitwijzen.

marianne

Marianne van Waterschoot

Communicatiecoördinator

Marianne van Waterschoot werkt momenteel als communicatiecoördinator voor twee parochies. Ze doet daarnaast redactie & vertaalwerk en …
Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.