Waar ben je opgegroeid?

“Ik ben opgegroeid in Haarlem-Noord. Mijn ouders waren winkeliers: ze hadden een verfwinkel en drogisterij; een hele gekke combinatie. Een winkel die door mijn overgrootvader Kees Klomp op is gezet en generatie op generatie over werd gedragen. Als de vierde Kees Klomp van de familie, lag in de lijn der verwachting dat ik deze winkel over zou nemen, maar dat is nooit gebeurd.

Haarduur Dialoog 1 dec

Ik ben een mengvorm van mijn ouders. Mijn passie en aanleg voor economie heb ik van mijn vader geërfd; ik kijk vanuit het ondernemerschap naar de wereld. Daarentegen heeft mijn opa, van mijn moeder haar kant, een bepalende rol gespeeld in mijn politieke opvattingen. Hij was een havenarbeider en communist. Op mijn zestiende verjaardag kreeg ik bijvoorbeeld Das Kapital van hem cadeau. Ik ben politicologie gaan studeren met anarchistische studies als bijvak en ik speelde in een punkband. Tussen mijn zestiende en 23ste was ik heel activistisch en keerde ik me graag tegen de wereld.”

Wanneer kwam je in aanraking met boeddhisme?

“Toen ik 21 was ging ik op vakantie naar Thailand. Ik wist dat Thailand een overwegend boeddhistisch land was, en ik vond religie toentertijd het ‘opium van het volk’, een vorm van surrogaat geluk. Totdat ik in Thailand iets bijzonders meemaakte: ik kwam in een tempel en zag een Boeddhabeeld. Terwijl ik naar dat Boeddhabeeld keek, voelde ik letterlijk dat mijn hart werd geraakt. Er kwam een soort warme gloed over me heen. Je zou het als bedreigend kunnen ervaren maar zo ervoer ik het niet. Het was niets voor mij om op dat moment geraakt te worden. Ik hoorde letterlijk een stem die tegen mij zei: verdiep je hierin, dit is het. Ik ben het boek In het hart van Boeddha’s leer van Thich Nhat Hanh gaan lezen. Dat was een mokerslag. Het boeddhisme was niet tégen haat maar vóór liefde! Dat was dus mogelijk! Pas toen besefte ik me hoe verzuurd en negatief ik was. Het was heel bevrijdend om dat los te kunnen laten.”

Hoe werkt het boeddhistische gedachtegoed door in je blik op de economie?

“Deze ervaring in Thailand is het begin geworden van de betekeniseconomie. Ik heb vijf boeken geschreven over de betekeniseconomie, waarvan de eerste drie expliciet vanuit de boeddhistische filosofie geschreven zijn. Ik voelde mij geroepen om heel dicht bij mijn bron te blijven. In 2016 heb ik dit los durven laten: het Handboek betekenisvol ondernemen werd mijn eerste seculiere boek. En toen gebeurde er iets heel bijzonders: mensen gaan helemaal ‘aan’ op compassie en liefde en willen weten hoe je liefde manifesteert in een bedrijf. Mijn boek werd een bestseller.”

Het ‘Handboek betekenisvol ondernemen’ is een enorm succes. Hoe verklaar je dat?

“Ik reken af met het beeld van de homo economicus. De mens is niet het vleesgeworden egocentrisme. Dit is een zorgvuldig gecreëerde mythe. Ik denk dat heel veel mensen dat als een opluchting ervaren. Daarnaast laat ik zien dat je met een bedrijf eigenlijk alles kan doen wat je wilt. Als jij ervoor kiest om met je bedrijf maatschappelijke winst te willen creëren dan kan dat ook; bedrijven zijn er niet alleen om financiële winst te maximaliseren.”

Je wilt de betekeniseconomie in Nederland aanjagen. Hoe doe je dat?

“Ik werk op basis van vier pilaren. De betekeniseconomie gaat over een verandering in: kennis, houding en gedrag. Op kennisniveau dienen we ons te realiseren dat alles met elkaar verbonden is: het leven is een wederzijds afhankelijk relatienetwerk. De tweede component ‘houding’ gaat over het internaliseren: het vermogen om je te vereenzelvigen met het probleem; een maatschappelijk probleem ligt niet buiten jou maar het is onderdeel van jou. We hebben allemaal de kwaliteit om lijden bij anderen te bespeuren en dat te beëindigen.

Ik heb drie kinderen en ik hoef geen seconde na te denken wat ik zou moeten doen als zij in een noodsituatie zouden zitten. Maar op de een of andere manier moet ik dat thuislaten in mijn werk want: een concurrent moet ik vernietigen. Hoezo? De derde component is ‘gedrag’ en die bestaat uit twee pilaren: impact maken en een integrale infrastructuur creëren. Het productieproces en de supply chain moeten op een andere manier worden ingericht. Dit betekent ook dat je anders omgaat met medewerkers, anders rapporteert en anders kijkt naar winst. Op al die vier pilaren probeer ik een gedragsverandering te bewerkstelligen.

lector-Kees-Klomp_DSC7038 – staand
Kees Klomp

Een groot voorbeeld voor mij is Bernie Glassman, een Amerikaanse zen-leraar en ondernemer. Glassman richt in de jaren tachtig in Amerika de Greyston Bakery op; hij neemt mensen in dienst die niemand wil hebben zoals mensen met verslavingsproblemen. Dit wordt een groot succes. Ze draaien nu een jaaromzet van vijftig miljoen dollar. Als je een ijsje eet van Ben en Jerry’s dan eet je de koekjes van die fabriek. Glassman streeft ernaar om zo min mogelijk winst te maken. Hij wil juist zoveel mogelijk kosten maken om voor zijn personeel te zorgen. Dus wederom: het is een keuze of je je winst wilt maximaliseren.”

Dus het kapitalisme is slechts een verhaal, een mythe. Hoe kunnen we het verhaal herschrijven?

“De Amerikaanse filosoof Charles Eisenstein zegt: symptoms rest on top of systems and systems rest on top of stories. Als we het systeem willen veranderen, moeten we niet ageren tegen het systeem maar moeten we het verhaal veranderen: de grote waarheden die we onszelf hebben wijsgemaakt. Voor veel mensen is het kapitalisme een waarheid. We drijven al duizenden jaren handel maar het kapitalisme bestaat pas driehonderd jaar. Het zou gek zijn als we niet zonder het kapitalisme zouden kunnen. Door het verhaal te veranderen, kunnen we het systeem veranderen.

De belangrijkste crux van de betekeniseconomie is dat het uit jezelf komt. Als je dat ziet kun je niet meer denken over problemen die buiten jou liggen, want jij bent onderdeel van het systeem. Het verlies van biodiversiteit kan niet niet jouw probleem zijn. Jij bént het leven, jij bént de biodiversiteit. Er is geen ander. Er is geen ik. Er is alleen maar relatie.”

Je zegt: er is geen ‘ander’ en er is geen ‘ik’. Leg uit…

“Ik daag je uit om jezelf één dag op te sluiten en een serieuze poging te doen om je ‘zelf’ te vinden. Als je het vindt, laat het weten, want dat zou de grootste wetenschappelijke doorbraak in tijden zijn! Maar je vindt je ‘zelf’ niet. Je ‘zelf’ is een verhaal. En als je je daarvan bevrijdt, dan verdwijn je niet. Je kunt voorbij die waarheid kijken en zien hoe je met andere verbonden bent. Op dat moment gebeurt er iets: je gaat minder handelen vanuit angst.”

Welke kansen biedt deze crisistijd?

“Voor mij is de COVID-crisis een generale repetitie. Ik denk dat klimaatverandering en de afname van biodiversiteit de komende decennia een veel grotere ontwrichting teweeg gaan brengen. En de samenleving die wij nu hebben gecreëerd met elkaar, die sterk gericht is op eigenbelang en welvaart, houdt op te bestaan. We denken dat welvaart en welzijn gelijk staan aan elkaar, maar dat is een illusie. Dat merk je nu tijdens de coronacrisis: een aanslag op onze welvaart, veroorzaakt een immense paniek. COVID biedt ons een kans om alvast te proeven van de samenleving zoals die gaat zijn. Ons huidige verhaal zal verdwijnen.”

Jij bent de laatste spreker in de vierdelige reeks Haardvuur Dialogen. We bespreken ‘Verhalen van hoop’. Wat is hoop voor jou?

“Alles. Ik maak een onderscheid tussen ‘hoop’ en ‘optimisme’. Ik vind optimisme valse hoop. Ik ben gecharmeerd van Joanna Macy haar gedachtegoed. Zij spreekt van active hope. Met active hope accepteer je alle narigheid maar probeer je desondanks de goede richting in te bewegen. Voor mij is de kunst om de goede middenweg te vinden. Het gaat erom dat je het beide accepteert: je hebt de hoop en de wanhoop en daarboven zit de derde weg. Niet ertussen maar erboven. Ik ben iemand die heel erg hoopt, maar met die hoop komen dus positieve en negatieve gevoelens.”

Wanneer ontbrak hoop?

“In deze crisistijd ontbreekt hoop mij op verschillende momenten. Ik heb drie kinderen. Zeven jaar geleden kregen mijn vrouw en ik nog een toegift: een zoontje. Zijn geboorte heeft bij mij heftige gevoelens losgemaakt, omdat ik hem wil beschermen. Het leven hier op aard wordt vernietigd en ik kan dat niet stoppen. Dat maakt me regelmatig wanhopig. Dat zorgt er soms ook voor dat ik onbehoorlijk word naar mensen die actief bijdragen aan de ecologische vernietiging, omdat ze het leven van mijn zoontje aan het bedreigen zijn.”

Welk verhaal van hoop uit de boeddhistische traditie ga je op dinsdag 22 december met ons delen?

“Ik draag een verhaal voor van Thich Nhat Hanh over interbeing. Ik wil mensen gewaar laten worden van het feit dat we bestaan bij de gratie van elkaar. Dat ons individuele bestaan volledig verbonden is met het collectieve bestaan. Dit idee is bevrijdend: het betekent dat je nooit alleen bent. Je bent thuis. Je hoeft niet op zoek te gaan, je bent er al. Een hoopgevend idee.”

Roos-Notermans

Roos Notermans

Adviseur

Roos Notermans studeerde aan de Universiteit voor Humanistiek en specialiseerde zich in de humanistisch geestelijke verzorging en kritische …
Profiel-pagina
Al één reactie — praat mee.